Pagina 1
HP-30/HP-30 Neo Spuitpomp Bedieningshandleiding Voordat u de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp gaat gebruiken, moet u deze handleiding zorgvuldig lezen. U moet de veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies erin opvolgen. MEDCAPTAIN MEDICAL TECHNOLOGY CO., LTD.
MEDCAPTAIN. Verklaring MEDCAPTAIN behoudt zich het recht voor om deze handleiding definitief uit te leggen. Om nauwkeurige en efficië nte diensten betreffende haar producten te kunnen bieden, heeft MEDCAPTAIN het recht de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen, onder de vooronderstelling dat MEDCAPTAIN voldoet aan de voorschriften voor medische hulpmiddelen.
Bedankt voor het aanschaffen van onze spuitpomp. MEDCAPTAIN biedt een beperkte garantie voor het product. Dat wil zeggen dat we binnen de garantieperiode gratis aftersales-services voor het product bieden. De specifieke garantieperiode is vastgelegd in de koopovereenkomst. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke distributeur.
Voorwoord Afbeeldingen Alle afbeeldingen in deze bedieningshandleiding dienen uitsluitend ter referentie. De instellingen of gegevens op de afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke instellingen of gegevens van het product. Conventies Cursief: geeft geciteerde inhoud aan. Vetgedrukt: geeft de tekenreeks van de software of de naam van de knop aan. ...
Pagina 6
Inhoud 6.6 Spoel ......................33 6.7 Infuusparameters instellen ................. 34 6.8 Venapunctie ....................35 6.9 Starten van de infusie ................. 35 6.10 Infusiesnelheid wijzigen tijdens infusie ............35 6.11 Bolus ......................36 6.12 Infusie stoppen ................... 38 6.13 De spuitpomp uitschakelen ................ 38 Instellingen spuitpomp ................
Pagina 7
Inhoud 10.4 Transport ....................80 10.5 Milieubescherming en recycling ..............80 Productkenmerken ..................81 11.1 Nauwkeurigheidskenmerken infusie ............81 11.2 Kenmerken van de occlusierespons ............87 Bijlage A Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) ..........90 Bijlage B Standaard fabrieksinstellingen ..............98...
Contra-indicatie Geen. Productkenmerken De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp van MEDCAPTAIN is een modulaire microvolume- spuitpomp met é é n kanaal. Deze wordt gebruikt om een constante infusiesnelheid en een nauwkeurige dosering te garanderen tijdens een langdurige infusie. De spuitpomp is geschikt voor continue en nauwkeurige infusie van vloeistoffen en/of vloeibare geneesmiddelen met een laag volume en een hoge concentratie.
Pagina 9
Overzicht Ondersteuning van de controlefunctie voor het bereik van de infusieparameters, om de veiligheid van de infusie te garanderen. Ontwerp met 3-CPU’s en tweekanaals real-time bewaking van de infusiestatus om uitzonderingen zoals onvoldoende of overmatige dosering te voorkomen en op tijd een alarm te activeren in het geval van een uitzondering.
Veiligheid Veiligheid Waarschuwingen en aandachtspunten In deze handleiding worden de voorzorgsmaatregelen naar belang geclassificeerd als waarschuwingen en aandachtspunten, zoals hieronder gedefinieerd: WAARSCHUWING: De voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid en effectiviteit. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot persoonlijk letsel. LET OP: De voorzorgsmaatregelen met betrekking tot richtlijnen en suggesties.
Pagina 11
Om het risico op een elektrische schok te vermijden, sluit u de spuitpomp alleen aan op een voedingssysteem met het meegeleverde beschermende geaarde netsnoer. Als een spuit van een ander merk dan MEDCAPTAIN wordt gebruikt of als de spuitparameters niet correct zijn gedefinieerd, kan dit de nauwkeurigheid van de infusie beï nvloeden.
Pagina 12
Schakel de spuitpomp uit als deze om onbekende reden niet werkt zoals in dit document is aangegeven en meld in dat geval de omstandigheden (inclusief de gebruikte spuit, de infusiesnelheid, het serienummer van de spuitpomp en het type vloeistof) bij uw plaatselijke distributeur of de aftersales-serviceafdeling van MEDCAPTAIN. 5/ 99...
Veiligheid Demonteer of reconstrueer de spuitpomp niet zonder toestemming. Er kan kortsluiting optreden als er infusievloeistof in het stopcontact of een USB- aansluiting komt. Controleer voordat u het netsnoer aansluit of de verbindingsonderdelen droog zijn. Als er vloeistof op de spuitpomp spat, gebruik dan een droge doek om de pomp te drogen.
Pagina 14
Veiligheid Symbool Beschrijving Niet-ioniserende elektromagnetische straling Wisselstroom Gelijkstroom Raadpleeg de gebruiksaanwijzing AFVOER: Voer dit product niet af als ongesorteerd huishoudelijk afval. Het moet gescheiden worden ingezameld voor speciale behandeling. Deze kant boven Breekbaar, voorzichtig behandelen Droog bewaren Buiten bereik van zonlicht bewaren Atmosferische drukgrens Temperatuurgrens Luchtvochtigheidsgrens...
Pagina 15
Veiligheid Symbool Beschrijving Serienummer CE-markering: voldoet aan de essentië le vereisten van de richtlijn voor medische hulpmiddelen 93/42/EEG Class I Apparatuur klasse I Knop HOME (openen). Druk op deze knop om toegang te krijgen tot het instellingenscherm of terug te keren naar het scherm voor infusievoorbereiding.
Productspecificaties Productspecificaties Naam Spuitpomp Model HP-30, HP-30 Neo Afmetingen 258 (B) x 75 (H) x 152 (D) mm Weight (gewicht) Ongeveer 1,7 kg (inclusief batterij) Bedrijfsomstandigheden Temperatuur: 5 ° C~40 ° C Vochtigheid: 15%~95% RL, niet-condenserend Drukhoogte: 57,0~106,0 kPa Opslag- en Temperatuur: -20 °...
Pagina 17
RJ45-netwerkpoort: 10/100 Mbps zelfaanpassende ethernetpoort. Wifi-netwerkpoort: voor communicatie met het centrale infuuswerkstation via het 802.11-b/g/n-protocol. Infusiesnelheid HP-30: 0,10~60,00 (ml/u) (spuit van 2 ml) 0,10~90,00 (ml/u) (spuit van 3 ml) 0,10~150,0 (ml/u) (spuit van 5 ml) 0,10~300,0 (ml/u) (spuit van 10 ml)
Pagina 18
Neo) 100,0 tot 999,9ml/u (minimale toenamestap: 0,1 ml/u) (HP-30, HP-30 Neo) 1000 tot 2000ml/u (minimale toenamestap: 1 ml/u) (HP-30) 1000 tot 2200ml/u (minimale toenamestap: 1 ml/u) (HP-30 Neo) VTBI (TIV) 0,10~9999,99 ml (minimale toenamestap: 0,01 ml) (HP-30) (te infunderen 0,01~9999,99 ml (minimale toenamestap: 0,01 ml) (HP-30 Neo)
Pagina 19
HP-30 150~975 mmHg, er zijn 12 niveaus beschikbaar voor selectie. HP-30 Neo Spuit van 2 ml, 3 ml, 5 ml, 10 ml, 20 ml of 30 ml: 50~1125 mmHg, er zijn 15 niveaus beschikbaar voor selectie. Spuit van 50/60 ml: 50~975 mmHg, er zijn 13 niveaus beschikbaar voor selectie.
Pagina 20
Rate Mode (snelheidsmodus), Time Mode (tijdmodus), Weight Mode (gewichtsmodus), Sequence Mode (sequentiemodus), Trapezia Mode (trapeziummodus), Micro Mode (micromodus), LoadingDose Mode (laaddosismodus), TIVA Mode (TIVA- modus) en PCA Mode (PCA-modus) (HP-30, optioneel), Intermittent Mode (intermitterende modus) (HP-30 Neo) Geneesmiddelbibli Er kunnen maximaal 5.000 soorten medicijnen worden otheek opgeslagen.
Pagina 21
Productspecificaties IEC 60601-1 Medische elektrische apparatuur – deel 1: Belangrijkste veiligheidsnormen Algemene eisen voor basisveiligheid en essentië le prestaties IEC 60601-2-24 Medische elektrische toestellen – Deel 2-24: Bijzondere eisen voor de veiligheid en essentië le functionaliteit van infuuspompen en controllers IEC60601-1-8 Medische elektrische apparatuur - Deel 1-8: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentië...
Productbeschrijving Productbeschrijving Onderdelen De spuitpomp HP-30/HP-30 Neo bestaat voornamelijk uit de pompbehuizing, het weergave- en besturingssysteem, het bewakingssysteem, het alarmsysteem, het motoraandrijfsysteem, aandrijfmodule, voedingssysteem, wifi- communicatiemodule (optioneel), de handgreep en de paalklem. U kunt optionele accessoires afzonderlijk aanschaffen, zoals de knop voor verpleegkundigenoproepen, de barcodescanner en de PCA-bedieningsknop.
Pagina 23
Productbeschrijving Wanneer de infusie niet is gestart, kunt u op HOME (start) drukken om het instellingenscherm te openen. Op elk instellingenscherm kunt u op HOME (start) drukken om terug te keren naar het scherm voor infusievoorbereiding. Druk tijdens de infusie op HOME (start) om te schakelen tussen de indeling van het infusiescherm en in te zoomen op de weergegeven infusiesnelheid (er zijn drie verschillende groottes beschikbaar).
Pagina 24
Productbeschrijving Opmerking: Alleen de HP-30-spuitpomp heeft een koppelingsknop. De HP-30 Neo- spuitpomp heeft geen koppelingsknop. Spuitklauw: wordt gebruikt om de zuiger van de spuit vast te klemmen. Luidspreker: wordt gebruikt voor het alarmgeluid tijdens de infusie. Stroomaansluiting: wordt gebruikt voor het aansluiten op de externe netvoeding.
Pagina 25
Productbeschrijving Meldingsgebied Gegevensgebied Knopgebied Meldingsgebied: geeft de relevante pictogrammen weer die in tabel 4-1 worden vermeld. Gegevensgebied: geeft de huidige infusiesnelheid en het totale geï nfundeerde volume weer of geeft verschillende infusiegegevens weer op basis van verschillende infusiemodi. ...
Productbeschrijving Beschrijving Beschrijving Pictogram Pictogram Er is een draadloos netwerk Wifi-signaalsterkte. geselecteerd, maar de verbinding is mislukt. Bed nr. “08” is het specifieke Het scherm is vergrendeld. bednummer. De pomp is al aangesloten op de De pomp is al aangesloten knop voor op het infusiewerkstation.
Installatiebeschrijving Installatiebeschrijving Omgevingsvereisten Om een normale werking van de spuitpomp te garanderen, dient u ervoor te zorgen dat de installatieomgeving aan de volgende vereisten voldoet: Het installatieplatform moet stabiel zijn. Er is geen interferentie in de grote geluids- of voedingsbron. ...
Installatiebeschrijving WAARSCHUWING: Raak de stekker niet met natte handen aan. Als er vloeistof of vloeistofresten op of rond de stekker of het stopcontact komen, verwijder dan deze vloeistof of vloeistofresten voordat u het apparaat aansluit. Anders kan er een ongeluk gebeuren. ...
Installatiebeschrijving Borgknop infuusstandaard Borgknop Borgknop Borgknop spuitpomp infuusstandaard spuitpomp WAARSCHUWING: Controleer de betrouwbaarheid, de stabiliteit en het draagvermogen van de infuusstandaard. Wanneer de spuitpomp en andere apparaten tegelijkertijd aan de infuusstandaard zijn bevestigd, controleert u het zwaartepunt van de infuusstandaard en zorgt u ervoor dat deze stabiel is.
Installatiebeschrijving Schuifrailgroef Combinatieklem Schuifrail Meerdere pompen combineren Er kunnen meerdere HP-30/HP-30 Neo-spuitpompen worden gecombineerd. Een spuitpomp en een infuuspomp kunnen ook worden gecombineerd. Om bijvoorbeeld om twee pompen te combineren, voert u de volgende procedure uit: 1. Lijn de schuifrail aan de onderkant van de bovenste pomp uit met de schuifrailgroef...
Installatiebeschrijving Schuifrailgroef Schuifrail Knop voor verpleegkundigenoproepen aansluiten (optioneel) De knop voor verpleegkundigenoproepen kan direct worden gebruikt nadat deze is aangesloten op de USB 3.0-poort van de spuitpomp. Barcodescanner aansluiten (optioneel) De barcodescanner kan direct worden gebruikt nadat deze is aangesloten op de USB 2.0- poort van de spuitpomp.
Installatiebeschrijving De PCA-bedieningsknop aansluiten (optioneel) De PCA-bedieningsknop kan direct worden gebruikt nadat deze is aangesloten op de micro-USB 2.0-poort van de spuitpomp. De spuitvergrendeling en PCA-sleutel (alleen specifiek voor de spuit van 50 ml) kunnen worden gebruikt om de aandrijfkop en -houder te vergrendelen.
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Infusieproces Spuitpomp inschakelen Raadpleeg paragraaf 6.2. Datum en tijd instellen Raadpleeg paragraaf 6.3. (bij het eerste gebruik) Het merk van de spuit Raadpleeg paragraaf 6.4. selecteren De spuit installeren Raadpleeg paragraaf 6.5. Spoel Raadpleeg paragraaf 6.6. Infuusparameters instellen Raadpleeg paragraaf 6.7.
Bedieningsinstructies Spuitpomp inschakelen Nadat de spuitpomp is geï nstalleerd, moet u de spuitpomp inschakelen aan de hand van de volgende stappen: 1. Druk op de knop ON/OFF (aan/uit). 2. De spuitpomp voert een zelftest uit. Het stroomindicatorlampje brandt groen, wat aangeeft dat de stroomindicator normaal werkt.
Bedieningsinstructies 2. Selecteer het bijbehorende merk van de spuit. Methode 2: 1. Druk op HOME (start) om het scherm voor instellingen te openen. 2. Kies Infusion Set (infusie-instellingen) > Brand (merk). 3. Selecteer het bijbehorende merk van de spuit. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het weergegeven merk van de spuit overeenkomt met het merk dat daadwerkelijk wordt gebruikt.
Pagina 36
Bedieningsinstructies 6.5.1 Handmatige installatie (HP-30) Stap 1: Houd de koppelingsknop ingedrukt en beweeg de aandrijfkop naar rechts. Stap 2: Open het pompklepje. Stap 3: Trek de houder naar buiten en draai deze meer dan 90 rechtsom. Stap 4: Plaats de spuit in de...
Pagina 37
Klem de drukknop van de spuit voelt en laat de koppelingsknop los. Stap 7: Sluit het pompklepje. 6.5.2 Automatische handmatige installatie (HP-30) Stap 1: Houd de koppelingsknop ingedrukt en beweeg de aandrijfkop naar rechts. Stap 2: Open het pompklepje.
Pagina 38
Bedieningsinstructies Stap 3: Trek de houder naar buiten en draai deze meer dan rechtsom. Stap 4: Plaats de spuit in de sleuf voor de spuit en plaats de vingergrepen van de spuit in de bevestiging voor de spuit. Stap 5: Draai de houder 90 linksom en laat de houder los.
Bedieningsinstructies 6.5.3 Automatische installatie Stap 1: Schakel de spuitpomp in. De aandrijfkop beweegt automatisch naar rechts. Stap 2: Open het pompklepje. Stap 3: Trek de houder naar buiten en draai deze meer dan rechtsom. Stap 4: Plaats de spuit in de sleuf voor de spuit en plaats de vingergrepen van de spuit in de bevestiging voor de...
Bedieningsinstructies Stap 6: De aandrijfkop beweegt automatisch naar links totdat deze tegendruk krijgt van de spuit, en de klem Klem klemt de zuiger van de spuit automatisch vast. Stap 7: Sluit het pompklepje. Sluit na installatie van een spuit de infuusslang aan op de spuitmond. Spoel Om te voorkomen dat luchtbellen samen met de te infunderen vloeistof het bloed instromen, verwijdert u vó...
Bedieningsinstructies vloeistof met hoge viscositeit, kan een occlusie-alarm worden geactiveerd tijdens spoelen met hoge snelheid. Infuusparameters instellen 6.7.1 De infusiemodus selecteren Er zijn twee methoden beschikbaar om de infusiemodus te selecteren: Methode 1: 1. Druk op HOME (start) om het scherm voor instellingen te openen. 2.
Bedieningsinstructies het geï nfundeerde volume desgewenst te wissen. LET OP: Als u de infusiesnelheid wilt instellen in de Sequence Mode (sequentiemodus), Trapezia Mode (trapeziummodus), LoadingDose Mode (laaddosismodus), TIVA Mode (TIVA-modus) of PCA Mode (PCA-modus), moet u in het gegevensgebied op het scherm voor infusievoorbereiding tikken om de instelling uit te voeren.
Bedieningsinstructies Cancel (annuleren) tikken om terug te keren naar het infusiescherm zonder de infusiesnelheid te wijzigen. LET OP: U mag de infusiesnelheid tijdens de infusie alleen wijzigen in de Rate Mode (snelheidsmodus), Time Mode (tijdmodus), Weight Mode (gewichtsmodus) en de Micro Mode (micromodus).
Bedieningsinstructies LET OP: De handmatige bolusmodus hoeft niet te worden geselecteerd op een instellingsscherm. Tijdens de infusie kunt u 2 seconden op Bolus drukken om de handmatige bolusfunctie in te schakelen. Het bolusvolume wordt opgenomen in het totale volume. ...
Bedieningsinstructies 6.11.3 Automatische bolus Automatische bolus: Tik tijdens de infusie op Bolus, stel Bolus Rate (bolussnelheid) en Bolus VTBI (TIV van de bolus) in op het weergegeven scherm en tik op Confirm (bevestigen) om bolus te starten. Tijdens het bolusproces kunt u op Stop Bolus (bolus stoppen) tikken om de bolus te stoppen of op Stop (stoppen) tikken om de infusie te stoppen.
Mode (tijdmodus), Weight Mode (gewichtsmodus), Micro Mode (micromodus), Sequence Mode (sequentiemodus), Trapezia Mode (trapeziummodus), LoadingDose Mode (laaddosismodus), TIVA Mode (TIVA-modus), PCA Mode (PCA-modus; HP-30), Intermittent Mode (intermitterende modus; HP-30 Neo) De geneesmiddelen voor alle modi worden geselecteerd in de geneesmiddelbibliotheek. ...
Pagina 47
(snelheidsmodus) Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf 3. VTBI (TIV) HP-30: 0,10–9999,99 ml HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml Infusietijd 0:00:01~99:59:59 (u:m:s) Opmerking: Infusiesnelheid = TIV/infusietijd. Nadat twee van de drie parameters zijn opgegeven, wordt de waarde van de derde parameter automatisch volgens deze formule berekend.
Pagina 48
Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf 3. VTBI (TIV) HP-30: 0,10–9999,99 ml HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml Opmerking: Infusietijd = TIV/infusiesnelheid. Nadat twee van de drie parameters zijn opgegeven, wordt de waarde van de derde parameter automatisch volgens deze formule berekend. ...
Pagina 49
Zie de beschrijving van de parameter Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf 3. VTBI (TIV) HP-30: 0,10–9999,99 ml HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml Opmerkingen: Conc.: Deze parameter kan rechtstreeks worden ingevoerd of verkregen door berekening volgens de volgende formule: Conc. = hoeveelheid geneesmiddel/volume.
Pagina 50
0,01-90,00 (ml/u) (spuit van 3 ml) 0,01-100,0 (ml/u) (spuit van 5 ml) 0,10-100,0 (ml/u) (spuit van 10 ml, 20 ml, 30 ml, 50/60 ml) VTBI (TIV) HP-30: 0,10-1000,00 ml HP-30 Neo: 0,01~1000,00ml Infusietijd 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) Opmerking: Infusietijd = TIV/infusiesnelheid. Nadat twee van de drie parameters zijn opgegeven, wordt de waarde van de derde parameter automatisch volgens deze formule berekend.
Pagina 51
(infusietijd) in voor alle sequenties, en tik vervolgens op de enterknop. Infusiemodus Parameter Bereik Sequence mode SnVTBI (snTIV) HP-30: 0,10–9999,99 ml (sequentiemodus) HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml SnInfusion Time 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) (sninfusietijd) SnInfusion Rate Zie de beschrijving van de parameter (sninfusiesnelheid) Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf Opmerkingen: TIV = infusiesnelheid x infusietijd.
Pagina 52
Infusiemodus Parameter Bereik Trapezia Mode VTBI (TIV) HP-30: 0,10–9999,99 ml (trapeziummodus) HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml Maintain rate Zie de beschrijving van de parameter (onderhoudssnelheid) Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf Total Time (totale 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) tijd) Opmerking: Onderhoudssnelheid = 2 x TIV/(2 x totale tijd - oplooptijd - daaltijd) ...
Instellingen spuitpomp Infusiemodus Parameter Bereik LoadingDose VTBI (TIV) 0,10-9999,99 ml Mode Loading Vol. 0,10-9999,99 ml (laaddosismodus) (laadvolume) Loading Rate Zie de beschrijving van de parameter (laadsnelheid) Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf Maintain rate (onderhoudssnelheid) Loading Time 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) (laadtijd) Maintain Time 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) (onderhoudstijd) Opmerkingen:...
Pagina 54
IE, kIE, EU, mol, (eenheid van de mmol, mcal, cal, kcal, mEq hoeveelheid geneesmiddel) Volume HP-30: 0,10–9999,99 ml HP-30 Neo: 0,01–9999,99 ml Weight (gewicht) 0,1~300,0 kg LoadingDose 0,01~9999,99 (laaddosis) DoseUnit ug/kg, mg/kg, g/kg, ng/kg, mIE/kg, IE/kg,...
Pagina 55
Laadsnelheid=laadvolume/laadtijd Onderhoudssnelheid=dosissnelheid (als de eenheid kg bevat) x gewicht/conc. Onderhoudssnelheid=dosissnelheid (als de eenheid geen kg bevat)/conc. PCA Mode (PCA-modus) (HP-30) De PCA Mode (PCA-modus) omvat drie infusiemodi: P Mode (P-modus), CP Mode (CP- modus) en LCP Mode (LCP-modus). P Mode (P-modus):...
Pagina 56
Instellingen spuitpomp de vooraf ingestelde bolussnelheid. Nadat het bolusvolume is bereikt, zet de spuitpomp de infusie voort met de constante snelheid totdat het totale infusievolume de waarde van Dose Lmt. 1 Hour (dosislimiet 1 uur) of Dose Lmt. 4 Hour (dosislimiet 4 uur) bereikt, totdat de gebruiker de infusie handmatig stopt of totdat de spuit leeg is, zoals weergegeven in de volgende afbeelding.
Pagina 57
Instellingen spuitpomp Instellingenscherm: Infusiemodus Parameter Bereik PCA Mode Modes of Delivery P Mode (P-modus), CP Mode (CP- (PCA-modus) (toedieningsmodi) modus) of LCP Mode (LCP-modus). Bolus VOL. 0,10~9999,99 ml Bolussnelheid Zie de beschrijving van de parameter Infusion Rate (infusiesnelheid) in paragraaf 3. Lockout Interval 00:00:01~99:59:59 (u:m:s) (vergrendelingsinterval)
Pagina 58
In alle infusiemodi kan de geneesmiddelbibliotheek worden gebruikt. De fabrikant verstrekt niet de geneesmiddelparameters in de geneesmiddelbibliotheek. Intermittent Mode (intermitterende modus) (HP-30 Neo) Stel Conc., Weight (gewicht), Bolus Rate (bolussnelheid) (Single Dose Rate) (snelheid enkele dosis), Bolus Vol. (bolusvolume) (Single Dose) (enkele dosis), Intermittent Time (intermitterende tijd) en Continuous Rate (constante snelheid) (Maint Dose Rate) (snelheid onderhoudsdosis) in.
Pagina 59
Instellingen spuitpomp Infusiesnelheid of dosissnelheid Enkele Infusie- infusie interval Eerste Tweede cyclus ..cyclus N-cyclus cyclus Tijd Intermittent mode (intermitterende modus) Infusiemodus Parameter Bereik Intermittent Conc. 0,01~9999,99 Mode Concentration unit ug/ml, mg/ml, g/ml, ng/ml, mIE/ml, (intermitterende (concentratie- IE/ml, kIE/ml, EU/ml, mol/ml, mmol/ml, modus) eenheid) mcal/ml, cal/ml, kcal/ml, mEq/ml...
Pagina 60
Constante snelheid=snelheid onderhoudsdosis (als de eenheid geen kg bevat)/conc. 7.1.2 Merk De spuitpomp stelt u in staat het merk van de spuit te selecteren. Het wordt aangeraden de reeds ingevoerde merken voor spuiten te gebruiken, d.w.z. MC (MEDCAPTAIN) en B.Braun. 53/ 99...
Pagina 61
Instellingen spuitpomp Lijst met aanbevolen spuiten Merk Grootte 2 ml, 3 ml, 5 ml, 10 ml, 20 ml, 30 ml of 50/60 ml B. Braun Omnifix 2 ml, 3 ml, 5 ml, 10 ml, 20 ml, 30 ml of 50/60 ml B.Braun OPS 20 ml of 50/60 ml.
Pagina 62
2,90 4,35 5,80 7,25 8,70 10,15 11,60 13,05 14,50 15,95 17,40 18,85 Tabel 7-2 Relatie tussen het occlusieniveau en de druk (HP-30 Neo) Intensiteit van de druk Occlusieniveau Weergave mmHg 0,067 0,97 0,200 2,90 0,300 4,35 0,400 5,80 0,500...
Pagina 63
1,50 21,75 Een injectiespuit van 50/60 ml is niet van toepassing op de occlusieniveaus P14 en P15. Onnauwkeurigheid van het occlusie-alarm van de HP-30-spuitpomp ≤± 145 mmHg. Onnauwkeurigheid van het occlusie-alarm van de HP-30 Neo-spuitpomp bij occlusieniveau P1 is , en onnauwkeurigheid van het occlusie-alarm van de HP-30 Neo- spuitpomp bij andere occlusieniveaus ≤±...
Instellingen spuitpomp De HP-30 Neo-spuitpomp kan geen infusiedruk geven die het maximale occlusieniveau overschrijdt (1125 + 145 mmHg). 7.1.5 KVO-instellingen KVO staat voor Keep Vein Open, de infuussnelheid die nodig is om de ader open te houden. Na het voltooien van een infuustaak waarvoor het TIV is ingesteld, zet de spuitpomp de infusie voort op de vooraf ingestelde KVO-snelheid om het terugstromen van bloed en vasculaire occlusie te voorkomen.
Bovengrensbereik van de infusiesnelheid: 0,10~2000 ml/u (HP-30); 0,10~2200 ml/u (HP-30 Neo) Bovengrensbereik van het TIV: 0,10~9999,99 ml (HP-30); 0,01~9999,99 ml (HP-30 Neo) 7.1.8 Alarm Gebruikers kunnen de tijd instellen waarop een alarm moet worden gegeven voordat de infusie bijna is voltooid. Het instelbare bereik varieert van 1 tot 240 minuten en de standaardwaarde is 3 minuten.
Instellingen spuitpomp 7.1.9 Recente behandelingen De 20 meest recente behandelingen kunnen worden geregistreerd. U kunt op een relevant behandeldossier tikken om de details ervan weer te geven. Nadat u een bepaald behandeldossier heeft geselecteerd, kunt u op Confirm (bevestigen) tikken om terug te keren naar het scherm voor infusievoorbereiding.
Start Time (begintijd) en End Time (eindtijd): De standaard begintijd is 22:00:00 en de standaard eindtijd is 07:00:00. 7.2.4 Communicatie-instellingen De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp kan worden uitgerust met een draadloze module voor aansluiten op het centrale infusiebewakingssysteem in de draadloze modus. ...
Pagina 68
Instellingen spuitpomp Local comm. Set (volume-instellingen): Als Local WLAN (lokale WLAN) of Local LAN (lokale LAN) is geselecteerd, moeten de parameters worden ingesteld, waaronder WiFi Set (wifi-instellingen), Internet Set (internetinstellingen) en LAN On-Off (LAN aan/uit). WIFI Set (wifi-instellingen): De parameters op dit scherm moeten worden ingesteld wanneer de draadloze netwerkmodus is geselecteerd.
Instellingen spuitpomp moet worden ingesteld als de spuitpomp in het infuuswerkstation wordt geplaatst en Station WLAN (WLAN werkstation) of Station LAN (LAN werkstation) is geselecteerd. Na het instellen van de parameters worden de instellingen op alle pompen die op het infuuswerkstation zijn aangesloten synchroon gewijzigd. ...
Instellingen spuitpomp 2 min, 5 min, 10 min, 30 min, en Never (nooit). Als u Never (nooit) selecteert, wordt het scherm niet automatisch vergrendeld. Password On-Off (wachtwoord aan/uit): Hiermee kunt u bepalen of het gebruikerswachtwoord vereist is voor het ontgrendelen van het scherm. Als deze functie is uitgeschakeld, hoeft u geen wachtwoord in te voeren om het scherm te ontgrendelen.
Instellingen spuitpomp 7.2.8 Datum&tijd U kunt de datumnotatie, datum, tijdnotatie en tijd instellen. Na de instelling registreert het systeem historische gebeurtenissen en alarminformatie op basis van de nieuwe datum en tijd. Select Date Format (datumnotatie selecteren): U kunt kiezen uit Y-M-D (J-M-D), D-M-Y (D-M-J) en M-D-Y (M-D-J).
Instellingen spuitpomp LET OP: Alarminstellingen moeten worden ingesteld door professionele technici van de lokale distributeur om de prioriteit van het alarmsysteem te garanderen. Patië ntdossier 1. Druk op HOME (start) om het scherm voor instellingen te openen. 2. Tik op Patient File (patië ntdossier) om het scherm Patient Data (patië ntgegevens) te openen.
Instellingen spuitpomp Gebeurtenis Geregistreerde informatie Exit standby (uit stand-by Tijd van voorval en werkelijke stand-by-tijd komen) Start (starten) Tijd van voorval, infusiesnelheid en TIV Stop (stoppen) Tijd van voorval, snelheid en geï nfundeerd volume Start purge (start spoelen) Tijd van voorval, spoelsnelheid en geï nfundeerd volume Stop purge (stop spoelen) Tijd van voorval, spoelsnelheid en spoelvolume...
Instellingen spuitpomp selecteren van geneesmiddelen door gebruikers te vergemakkelijken. De geneesmiddelbibliotheek ondersteunt zowel harde als zachte limieten. Dat wil zeggen dat een geneesmiddelparameter niet kan worden ingesteld op een waarde die de harde limieten overschrijdt. Als een geneesmiddelparameter is ingesteld op een waarde die de zachte limieten overschrijdt, maar niet de harde limieten, geeft de spuitpomp een prompt, maar kan de infusie nog steeds worden gestart.
Instellingen spuitpomp LET OP: Nadat het centrale infusiebewakingssysteem het recept naar de spuitpomp heeft doorgestuurd, controleert u of het recept op de spuitpomp overeenkomt met het werkelijke recept. Vervolgens start u de infusie. Nadat de spuitpomp in het infuuswerkstation is geplaatst, geeft het centrale infusiebewakingssysteem het recept door aan de spuitpomp via het infuuswerkstation.
Alarmen en storingen Alarmen en storingen Alarmniveaus De spuitpomp biedt gebruikers een verscheidenheid aan statusinformatie over zichzelf en het infuusproces. Als er een afwijking wordt gedetecteerd, geeft de spuitpomp een alarm en krijgt de gebruiker een signaal in de vorm van geluid, licht en een symbool. Alle alarmen op deze pomp zijn technische alarmen.
Alarmen en storingen Alarmen en alarmen uitschakelen Tabel 8-2 Alarmmelding, alarmniveau, storingsoorzaak en probleemoplossing Alarmmelding Alarmniveau Oorzaken Oplossing No AC Power (geen Geen externe AC- of DC- Sluit de externe AC- of DC- Laag netvoeding) voeding voeding onmiddellijk aan. Ingebouwde batterij defect Battery (geen Laag...
Pagina 78
Alarmen en storingen Alarmmelding Alarmniveau Oorzaken Oplossing spuitlijn geblokkeerd. laag occlusieniveau ingesteld Tik op Stop (stoppen) om Patient Side OCCL voor infusie het alarm op te heffen. (occlusie Hoog oplossing hoge Identificeer en verwijder de patië ntzijde) viscositeit. oorzaak van de occlusie en 3.
Alarmen en storingen Alarmmelding Alarmniveau Oorzaken Oplossing Syringe Empty (spuit Tik op Stop (stoppen) om Hoog De spuit raakt leeg leeg) het alarm op te heffen. Tik op Stop (stoppen) om Holder ERR (FOUT Er wordt tijdens infusie aan het alarm op te heffen. Volg Hoog houder) de houder getrokken.
Reiniging en desinfectie Reiniging en desinfectie Het wordt ten zeerste aanbevolen de materialen en methoden die in dit hoofdstuk worden vermeld te gebruiken voor het reinigen en desinfecteren van het apparaat. Als er andere materialen of methoden worden gebruikt, kan het apparaat beschadigd raken of kan de levensduur ervan worden verkort.
Reiniging en desinfectie automatische reiniging voor dit apparaat. Reinigingsprocedure: 1. Dompel een stuk medisch gaas volledig onder in een neutrale of licht alkalische reinigingsoplossing, wring het gaas uit en veeg het oppervlak van het apparaat schoon met het gaas. 2. Veeg alle oppervlakken van het apparaat op volgorde af totdat alle verontreinigingen van het oppervlak van het apparaat zijn verwijderd.
Reiniging en desinfectie 3. Veeg alle oppervlakken van het apparaat op volgorde schoon. Raadpleeg de bedieningshandleiding van het desinfectiemiddel voor de contacttijd van het desinfectiemiddel. 4. Zorg ervoor dat alle randen en hoeken van het apparaat volledig zijn gedesinfecteerd. 5. Dompel na de desinfectie nog een zacht gaas in schoon water, wring het gaas uit en veeg het oppervlak van het apparaat ermee schoon om de resterende desinfectievloeistof te verwijderen.
Onderhoud Onderhoud 10.1 Regelmatig onderhoud 10.1.1 Onderhoudsplan Om veilig gebruik te garanderen en de levensduur van de spuitpomp te verlengen, dient u regelmatig onderhoud en controles uit te voeren. Tabel 10-1 bevat het onderhoudsplan. Tabel 10-1 Onderhoudsplan Onderhoudsonderdeel Frequentie Operator Onderhoudsmethode Voor elk Zie paragraaf 10.1.2.
Onderhoud Als de AC/DC-voedingsindicator niet brandt nadat de spuitpomp is aangesloten op een AC/DC-voeding, of als de spuitpomp niet kan worden gestart, neemt u contact op met de distributeur voor tijdig onderhoud. 10.1.4 Controle van de nauwkeurigheid van de infusie Controleer het infuusvolume met een maatcilinder en stopwatch.
Onderhoud van de batterij 10.2.1 Overzicht van de batterij De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp is uitgerust met een ingebouwde batterij om een normale werking van de pomp te garanderen in geval van een externe stroomstoring. De batterij wordt opgeladen wanneer de pomp is aangesloten op een externe voedingsbron. In geval van een plotselinge stroomstoring schakelt het systeem automatisch over naar de batterijvoeding, zonder de werking van de spuitpomp te onderbreken.
Onderhoud 10.2.2 De batterij gebruiken Voordat u de pomp voor de eerste keer gebruikt, of als u de pomp na lange tijd weer gebruikt Laad de ingebouwde batterij op voordat u de spuitpomp voor de eerste keer gebruikt. Schakel de pomp uit en sluit deze ten minste 10 uur aan op een externe voedingsbron, totdat de batterij volledig is opgeladen.
Onderhoud 4. Installeer een spuit van 50 ml. 5. Stel de infusiesnelheid in op 5 ml/u en start de infusie. Noteer de begintijd. 6. Laat de spuitpomp continu werken totdat deze stopt omdat de batterij bijna leeg is. Noteer de eindtijd. ...
Productkenmerken Productkenmerken De volgende test wordt uitgevoerd in overeenstemming met de norm IEC60601-2-24:2012. Deze wordt gebruikt om de nauwkeurigheid van de infusie en de occlusierespons te observeren. (Zie voor gedetailleerde testomstandigheden de norm IEC60601-2-24:2012.) LET OP: De nauwkeurigheid van de infusie en de occlusierespons kunnen worden beï nvloed door de gebruiksomstandigheden waaronder de druk, temperatuur, vochtigheid, spuit en infuusslang.
Pagina 89
Productkenmerken Tabel 11-1 Resultaat van de nauwkeurigheidstest Opstartgrafiek van B.Braun OPS (50/60 ml) bij 5 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van B.Braun OPS (50/60 ml) bij 5 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (mm) Totale procentuele fout (A) 82/ 99...
Pagina 90
Productkenmerken Opstartgrafiek van B.Braun OPS (50/60 ml) bij 1 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van B.Braun OPS (50/60 ml) bij 1 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (min) Totale procentuele fout (A) 83/ 99...
Pagina 91
Productkenmerken Opstartgrafiek van B.Braun Omnifix (50/60 ml) bij 5 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van B.Braun Omnifix (50/60 ml) bij 5 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (min) Totale procentuele fout (A) 84/ 99...
Pagina 92
Productkenmerken Opstartgrafiek van B.Braun Omnifix (50/60 ml) bij 1 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van B.Braun Omnifix (50/60 ml) bij 1 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (min) Totale procentuele fout (A) 85/ 99...
Pagina 93
Productkenmerken Opstartgrafiek van MC (50/60 ml) bij 5 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van MC (50/60 ml) bij 5 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (min) Totale procentuele fout (A) 86/ 99...
Productkenmerken Opstartgrafiek van MC (50/60 ml) bij 1 ml/u stroom snelheid Trompetcurve van MC (50/60 ml) bij 1 ml/u Proc. fout (max) Proc. fout (min) Totale procentuele fout (A) 11.2 Kenmerken van de occlusierespons De occlusiekenmerken worden weerspiegeld door de langste vertragingstijd om een alarm te starten en de prestaties van de onbedoelde bolus.
Pagina 95
Productkenmerken Merk spuit: 1 set MC-spuiten van 50/60 ml voor HP-30, 1 set MC-spuiten van 30 ml voor HP-30 Neo; Lengte van de infuusslang: 1 m Tabel 11-1 Occlusieniveau, alarmvertragingstijd en onbedoelde bolus met een snelheid van 5...
Pagina 96
Productkenmerken Tabel 11-6 Occlusieniveau en alarmvertragingstijd met de snelheid van 0,01 ml/u (HP-30 Neo) Drukniveau Occlusiedruk Alarmtijd occlusie Infusiesnelheid occlusie (mmHg) (uu:mm:ss) 03:54:00 0,01 ml/u 1125 160:30:00 LET OP: Omrekening van eenheden Fysieke variabele Eenheid Omrekening van eenheid 1 kPa = 7,5 mmHg...
Als de belangrijkste prestaties verloren gaan of afnemen als gevolg van EM- storingen, kan de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp letsel bij de patië nt veroorzaken. Doe het volgende om ervoor te zorgen dat de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp veilig blijft met betrekking tot elektromagnetische storingen gedurende de verwachte levensduur: ...
Pagina 98
Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes) mag niet dichter dan 30 cm (12 inch) bij enig onderdeel van de HP- 30/HP-30 Neo-spuitpomp worden gebruikt, inclusief kabels die door de fabrikant zijn gespecificeerd. Anders kunnen de prestaties van deze apparatuur afnemen.
Pagina 99
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp moet ervoor zorgen dat deze in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Elektromagnetische omgeving – richtlijnen...
Pagina 100
225º , 270º en 315º ; 315º ; ziekenhuisomgeving. Als de 0% 1 cyclus 0% 1 cyclus gebruiker van de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp continu moet 70% 25/30 cycli 70% 25/30 cycli werken tijdens Enkelfasig: bij 0º Enkelfasig: bij 0º...
Pagina 101
OPMERKING: UT is de wisselspanning vó ó r toepassing van het testniveau. Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp moet ervoor zorgen dat deze in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Pagina 102
Bijlage A 27 V/m: 380- 27 V/m: 380- fabrikant van de zender en d de aanbevolen 390 MHz; 390 MHz; afstand in meter (m) 28 V/m: 430- 28 V/m: 430- Veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals 470 MHz; 470 MHz; bepaald door een elektromagnetisch 9 V/m: 704- 9 V/m: 704- locatieonderzoek...
Pagina 103
HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp De HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst. De klant of gebruiker van de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp kan helpen elektromagnetische interferentie te voorkomen door een minimale afstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de HP-30/HP-30 Neo-spuitpomp, zoals hieronder wordt aanbevolen, in overeenstemming met het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Pagina 104
Bijlage A OPMERKING 2 De ISM-banden (Industrial, Scientific, Medical) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot 13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz. OPMERKING 3 Er is een extra factor van 10/3 opgenomen in de formules die worden gebruikt bij de berekening van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in de ISM- frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en in het frequentiebereik van 80 MHz tot 2,7 GHz om de waarschijnlijkheid te verminderen dat mobiele/draagbare communicatie-apparatuur...
Bijlage B Bijlage B Standaard fabrieksinstellingen In dit gedeelte worden enkele standaardinstellingen van de spuitpomp weergegeven. Gebruikers mogen bepaalde parameters wijzigen en naar wens de standaardinstellingen herstellen. Parameters Parameter Standaard fabrieksinstelling KVO-snelheid (Keep Vein 3,00 ml/u Open, ader openhouden) (Infusiesnelheid > 10 ml/u), standaardwaarde: 3 ml/u (Infusiesnelheid ≤...
Pagina 106
Bijlage B Systeemtijd Systeemtijd en -datum Standaard fabrieksinstelling Tijd 00:00:00 Datum 1-1-2014 Tijdsindeling 24 u Datumnotatie J-M-D 99/ 99...