6 Elektrische aansluiting
☐ De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen,
waaruit specifieke eisen aan de minimale aderdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden
die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel,
de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde
maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen de
configuratiesoftware "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op www.SMA-Solar.com).
Lastscheider en leidingbeveiliging:
LET OP
Beschadiging van de omvormer door gebruik van schroefzekeringen als lastscheider
Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) zijn geen lastscheiders.
• Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider.
• Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de
technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op www.SMA-Solar.com voor
informatie over en voorbeelden van de configuratie).
☐ Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen
leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Daarbij moet rekening worden gehouden
met de maximaal toegestane zekering (zie hoofdstuk 15 "Technische gegevens",
pagina 89). Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende
kabel staat.
☐ Verbruikers die tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar worden
geïnstalleerd, moeten afzonderlijk worden beveiligd.
Aardlekbewaking:
☐ Als een externe aardlekbeveiliging is voorgeschreven, moet een aardlekbeveiliging
geïnstalleerd worden, die bij een lekstroom van 100 mA of hoger wordt geactiveerd (zie de
technische informatie "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" op www.SMA-
Solar.com voor informatie over de keuze van een aardlekbeveiliging).
Overspanningscategorie:
De omvormer kan in netwerken van overspanningscategorie III of lager conform IEC 60664-1
worden gebruikt. Dat betekent dat de omvormer permanent kan worden aangesloten op het
netaansluitpunt in een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten buiten zijn aanvullende
maatregelen vereist om de overspanningscategorie IV te reduceren tot overspanningscategorie III
(zie technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op www.SMA-Solar.com).
26
SB15-25-1VL-40-BE-nl-11
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding