Inhoudsopgave
Advertenties
smeltveiligheid die tegen overbelasting beschermt. Alle uitwendige aansluitingen worden tot stand
gebracht middels insteek connectors.
Veiligheid:
Alle branderautomaten voldoen volledig aan de eisen van de geldende Europese Norm (EN 298) en
overtreffen deze eisen zelfs op een groot aantal punten. De ingestelde schakeltijden zijn onder alle
bedrijfsomstandigheden binnen 0,1 seconde nauwkeurig.
12.1 Werking.
Aansluiting en inbedrijfstelling.
Het (de)monteren of vervangen van de branderautomaat dient altijd bij uitgeschakelde netspanning
te geschieden.
Voor het inschakelen van de netspanning dient de bedrading zorgvuldig gecontroleerd te worden.
De branderautomaat nooit in bedrijf stellen zonder aangesloten hoogspanningskabel, aarde
aansluiting en goed afgestelde ontstekings electrode(s).
Fouten in de bedrading kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en kunnen de branderautomaat
onherstelbaar beschadigen. De (plaatselijke) geldende installatie voorschriften dienen in acht te
worden genomen.
De automaat is fase gevoelig; bij verwisseling van fase en nul-aansluiting kan geen vlamsignaal
gedetecteerd worden.
De ionisatie- en hoogspanningskabel dient separaat verlegd te worden. Hoogspanning(s)- kabels
nooit parallel en /of direct naast de ionisatiekabel leggen.
Meting ionisatiestroom.
Indien men de ionisatiestroom wilt meten van de Single Probe installatie (vlambewaking en
ontsteking m.b.v. 1 elektrode) moet er rekening mee gehouden worden, dat er tijdens de
ontsteekperiode hoogspanning staat op de elektrode. Om te voorkomen dat uw Digitale Multimeter
(DMM) door deze hoogspanning beschadigd, moet men de meter aansluiten volgens onderstaand
schema.
1.
Selecteer de DMM op 1-20 A DC.
2.
Zorg dat de meter uit slaat.
3.
Zorg dat de schakelaar SW-1 gesloten is.
4.
Start de installatie en laat deze in bedrijf komen (vlam aanwezig).
5.
Zet de DMM aan.
6.
Open de schakelaar SW-1 en lees het vlamsignaal af (minimale ionisatiestroom is 2 A)
LET OP: wanneer het vlamsignaal wegvalt dient direct SW-1 te worden gesloten en de
DMM te worden uitgeschakeld.
Wanneer een herstart in de automaat is geprogrammeerd, heeft men alleen nog maar de
wacht/voorspoeltijd, alvorens de ontsteking weer wordt bekrachtigd. (zie de ingestelde
programma gegevens)
37
Advertenties
Inhoudsopgave
