7
FUNCTIE TEST.
7.1
Controle van de elektrische aansluitingen.
De machine moet aan de hand van het schakelschema op de juiste aansluiting van alle onderdelen
worden gecontroleerd.
7.2
Functie test (zonder gas)
Nadat de brander, gasstraat en elektroaansluitingen zijn getest wordt het programma verloop
gecontroleerd (gaskraan wordt gesloten).
Met de nog aangesloten handpomp (dichtheidstest) wordt lucht in de componenten gepompt. De
druk moet gelijk zijn aan de latere bedrijfsdruk.
Dan wordt de installatie ingeschakeld.
Het programma moet als volgt verlopen:
-
De brander automaat wordt in start/stop positie gezet.
-
Voorontsteking 5 seconden.
-
Gasklep gaat open.
-
Beveiligingstijd < 3 seconden.
-
De druk in de componenten valt weg.
-
Gasgebrek schakelaar schakelt de brander af.
-
De gasklep sluit.
-
Schakelt de gasgebrek schakelaar aan het einde van de beveiligingtijd van 3 seconden niet
af, dan vergrendelt de brander automaat in storingspositie.
Als de gaskleppen spanning krijgen brandt er op het multiblok een controle lamp.
.
30