poort
Een interfacekanaal waardoor gegevens worden overgedragen tussen apparaten.
printerdriver
Een softwareprogramma (ook wel stuurprogramma genoemd) dat opdrachten
verzendt voor het gebruik van de voorzieningen van een bepaalde printer. Wordt
vaak afgekort tot 'driver'. Zie ook driver.
Printkop reinigen
De bewerking waarmee u eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoonmaakt,
zodat er weer goede afdrukken worden gemaakt.
printkop uitlijnen
De bewerking waarmee u een onjuiste uitlijning van de printkoppen corrigeert.
Verticale streepvorming wordt gecorrigeerd.
RAM
Random Access Memory. Het gedeelte van het printergeheugen dat wordt
gebruikt als een buffer en voor de opslag van door de gebruiker gedefinieerde
tekens. Alle gegevens in het RAM gaan verloren als de printer wordt uitgeschakeld.
reset
Een printer instellen op de standaardwaarden door deze uit te schakelen en
vervolgens weer aan te zetten.
resolutie
Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te
geven.
RGB
Rood, groen en blauw. Met deze kleuren wordt een additief kleurengamma van
schermkleuren gecreëerd. Hierbij worden gekleurde fosfordeeltjes aan de
binnenkant van het display opgelicht met behulp van een elektronenstraal.
ROM
Read Only Memory. Een gedeelte van het geheugen dat alleen kan worden
gelezen en niet kan worden gebruikt voor de opslag van gegevens. De inhoud
van het ROM blijft behouden als u de printer uitschakelt.
SelecType-instellingen
Instellingen die zijn vastgelegd met behulp van het bedieningspaneel van de
printer. In de modus SelecType kunt u verschillende printerinstellingen vastleggen
die niet beschikbaar zijn in de printerdriver, zoals instellingen voor testafdrukken.
seriële interface
Zie
.
interface
396
Verklarende woordenlijst