Controleer de netwerknaam
Uw netwerk mag niet dezelfde naam hebben als een ander netwerk bij u in de buurt. Als u en uw buurman
bijvoorbeeld de standaardnetwerknaam van de fabrikant gebruiken, kan de printer verbinding maken met het
netwerk van uw buurman.
Als u geen unieke netwerknaam gebruikt, raadpleegt u de documentatie voor het draadloze toegangspunt (draadloze
router) om een nieuwe netwerknaam in te stellen.
Als u een netwerknaam instelt, moet u de SSID van de printer en computer terugzetten naar dezelfde netwerknaam.
Zie voor meer informatie 'Netwerknaam controleren' in het gedeelte 'Problemen met draadloze netwerken oplossen'.
Controleer de beveiligingssleutels
Controleer of de beveiligingssleutels juist zijn. Zie voor meer informatie "Controleer de beveiligingssleutels" op
pagina 82.
Verplaats de computer en/of printer
Verplaats de computer en/of printer dichter naar het draadloze toegangspunt (draadloze router). Hoewel de mogelijk
afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken 90 meter is, is het effectieve bereik voor optimale
prestaties meestal 30-46 meter.
U kunt de signaalsterkte van het netwerk vinden op de netwerkconfiguratiepagina. Zie voor informatie over het
afdrukken van een configuratiepagina "Netwerkconfiguratieprogramma afdrukken" op pagina 9.
Controleer het MAC-adres
Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opgeven. Zie
als u meer informatie nodig hebt over het vinden van het MAC-adres "MAC-adres zoeken" op pagina 8.
Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie
Als de Wi-Fi-aanduiding oranje knippert tijdens de installatie, geeft dit aan dat de printer is geconfigureerd voor
gebruik op een draadloos netwerk maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is
geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing of de afstand
tot het draadloze toegangspunt (draadloze router), of omdat de instellingen zijn gewijzigd.
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld
Controleer het toegangspunt en schakel het zo nodig in.
Verplaats het draadloze toegangspunt (draadloze router) om storing te verminderen
Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere apparatuur zoals magnetrons of andere apparaten,
draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het draadloze toegangspunt
(draadloze router) niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
Probeer de externe antennes aan te passen
Antennes werken meestal het beste als ze naar boven zijn gericht. De ontvangst kan verbeteren als u verschillende
hoeken uitprobeert voor de antennes van uw printer en/of draadloze toegangspunt (draadloze router).
Verplaats de computer en/of printer
Verplaats de computer en/of printer dichter naar het draadloze toegangspunt (draadloze router). Hoewel de mogelijk
afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken 90 meter is, is het effectieve bereik voor optimale
prestaties meestal 30-46 meter.
Problemen oplossen
89