Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Printer Aansluiten Op Een Netwerk; Bewaar Uw Beveiligingssleutels; Waarom Heb Ik Een Installatiekabel Nodig; Verwante Onderwerpen - Lexmark 1500 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 1500 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Printer aansluiten op een netwerk

Als u een printer installeert en configureert voor gebruik op een netwerk, kunnen gebruikers op verschillende
computers afdrukken op een gemeenschappelijke printer. U kunt op twee manieren de printer aansluiten op een
netwerk:
Configureer een draadloze netwerkverbinding voor de printer.
Opmerking: Als u de printer wilt instellen, gebruikt u een computer die draadloos is verbonden met het netwerk.
De printer moet in de buurt zijn geplaatst van de computer waarmee u de printer wilt configureren. Na de
configuratie kan de printer worden verplaatst naar de uiteindelijke locatie.
Sluit de printer rechtstreeks aan op een netwerkcomputer met de USB-kabel en deel de printer via het netwerk
(printerdeling).
Opmerking: Raadpleeg de Mac Help voor meer informatie over het delen van de printer via het netwerk.

Bewaar uw beveiligingssleutels

Als u de printer instelt voor draadloos afdrukken, hebt u de volgende informatie nodig:
Noteer de naam van uw draadloze netwerk (SSID).
Als uw draadloze netwerk een beveiligingsschema gebruikt, moet u beschikken over het wachtwoord dat wordt
gebruikt om het netwerk te beveiligen. Dit wachtwoord wordt ook de beveiligingssleutel, WEP-sleutel fo WPA-
sleutel genoemd.
Opmerking: raadpleeg de documentatie van het draadloze netwerk of neem contact op met de persoon die het
draadloze netwerk heeft opgezet als u niet beschikt over deze gegevens.
Gebruik de onderstaande tabel om de benodigde informatie te noteren.
Onderdeel
SSID (naam van het netwerk)
Beveiligingssleutel (wachtwoord)
noteer de beveiligingssleutel nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletter en bewaar deze op een veilige plaats,
zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
De beveiligingssleutel moet aan de volgende eisen voldoen:
WEP-sleutel
Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F en 0-9.
Exact 5 of 13 hexadecimale tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord
worden weergegeven.
WPA-PSK- of WPA2-PSK-sleutel
Maximaal 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F en 0-9.
Tussen de 8 en 64 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord
worden weergegeven.

Waarom heb ik een installatiekabel nodig?

Als u de printer installeert op uw draadloze netwerk, moet u de printer tijdelijk aansluiten op een computer met de
installatiekabel. Deze tijdelijke aansluiting wordt gebruikt om de draadloze instellingen van de printer in te stellen.
Een installatiekabel wordt ook een USB-kabel genoemd.

Verwante onderwerpen:

"Waarom moet ik de installatiekabel losmaken?" op pagina 14
Beschrijving
Printer op het netwerk aansluiten
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave