3
Controleer de inktvoorraden van de cartridges op het tabblad Onderhoud.
Als een uitroepteken (!) wordt weergegeven bij een inktcartridge, is de inkt bijna op. Installeer een nieuwe
cartridge. Zie voor meer informatie "Inktcartridges installeren" op pagina 60.
Zie voor informatie over het bestellen van cartridges "Cartridges bestellen" op pagina 66.
Controleer de USB-aansluiting
1
Controleer of de USB-kabel is aangesloten op de computer. De USB-poort achter op de computer is te
herkennen aan het
2
Controleer of het kleinere, vierkante uiteinde van de USB-kabel is aangesloten op de achterkant van de printer.
3
Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd en of het
Printerstatus controleren
1
Dubbelklik in Programma's op Systeemvoorkeuren.
2
Klik op het pictogram Afdrukken en faxen.
3
Klik op 1500 Series op het tabblad Afdrukken.
4
Klik op de tab Afdrukwachtrij.
5
Controleer het volgende:
•
De status van de taak is Afdrukken.
•
De afdrukstatus is niet ingesteld op Stel uit. Klik anders op Start taken.
Inktcartridges controleren
Zijn de inktcartridges correct geïnstalleerd?
Zie voor meer informatie "Inktcartridges installeren" op pagina 60.
Zijn de sticker en de tape verwijderd van de cartridges?
Open de toegangsklep. Druk de hendels van de cartridgehouders naar beneden om de deksels van de
cartridgehouders te openen.
USB-symbool. Steek het lange, platte uiteinde van de USB-kabel in deze poort.
Problemen oplossen
-lampje brandt.
81