installatiekabel
interne, draadloze afdrukserver
IP-adres (Internet Protocol)
iPhoto
kaartlezer
kanaal
liggende afdrukstand
MAC-adres (Media Access Control).
netwerk
netwerkadapter/-kaart
netwerkconfiguratiepagina
netwerkhub
netwerknaam
netwerkprinter
persoonlijke naam van een printer
PictBridge
PictBridge-poort
pingen
printersoftware
router
signaalsterkte
sorteren
spiegelen
spuitopeningen
Hiermee sluit u de printer tijdelijk aan op de computer tijdens bepaalde
installatiemethoden.
Een apparaat waarmee computers en printers met elkaar kunnen communiceren via
een netwerk zonder kabels.
Het netwerkadres van een computer of printer. Elk apparaat op het netwerk heeft een
eigen netwerkadres. De adressen kunnen handmatig worden toegewezen (statisch IP-
adres), automatisch door de DHCP-server (DHCP IP-adres) of automatisch door het
apparaat (AutoIP-adres).
Een Mac-toepassing die wordt gebruikt om foto's die op een computer, geheugenkaart,
flashstation of digitale camera zijn opgeslagen, op te halen, te bewerken en af te
drukken.
Een apparaat waarmee de bestanden op geheugenkaarten worden gelezen.
Een specifieke radiofrequentie die door twee of meer draadloze apparaten wordt
gebruikt om te communiceren. Alle apparaten op het netwerk moeten hetzelfde kanaal
gebruiken.
Afdrukstand waarbij de tekst parallel loopt aan de lange zijde van het papier.
Een hardware-adres dat een unieke aanduiding is voor elk apparaat op een netwerk.
Het MAC-adres is meestal afgedrukt op het apparaat.
Een groep computers of andere randapparaten die op elkaar aangesloten zijn zodat u
gegevens kunt delen.
Een apparaat waarmee computers of printers met elkaar kunnen communiceren via een
netwerk.
Een lijst met printerconfiguratie-instellingen, waaronder het IP-adres en MAC-adres van
de printer.
Een apparaat waarmee meerdere apparaten met elkaar verbonden kunnen worden op
een bedraad netwerk.
Zie "SSID (Service Set Identifier)" op pagina 130
Een printer die beschikbaar is op een netwerk, maar niet rechtstreeks is aangesloten op
de computer.
De naam die u hebt toegewezen aan de printer zodat u en anderen deze kunnen
herkennen op het netwerk.
Een functie van bepaalde digitale camera's waarmee de gebruiker afbeeldingen kan
afdrukken zonder een computer of beeldbewerkingssoftware te gebruiken.
Een poort op de printer waarop een digitale PictBridge-camera via een USB-kabel kan
worden aangesloten op de printer.
Een test waarmee u kunt bepalen of uw computer kan communiceren met een ander
apparaat.
(1) Het programma waarmee u instellingen kunt selecteren voor het aanpassen van
afdruktaken.
(2) Het programma waarmee de computer kan communiceren met de printer.
Een apparaat dat één netwerkverbinding deelt met meerdere computers of andere
apparaten. De hoofdrouter beheert het netwerkverkeer.
Indicatie van de sterkte waarmee een uitgezonden signaal wordt ontvangen.
Een softwareoptie van de printer waarmee u automatisch een volledig exemplaar van
een document van meerdere pagina's kunt afdrukken voordat het volgende exemplaar
van het document wordt afgedrukt.
Een softwareoptie van de printer waarmee u een afbeelding kunt omkeren voor u deze
afdrukt.
Het gedeelte van de inktcartridge waarlangs de inkt stroomt voordat het op het papier
wordt aangebracht tijdens het afdrukken.
Verklarende woordenlijst
129