3.
Reinig de scannerglasplaat, de strip van de
documentinvoer en de witte plastic achterplaat
met een zachte doek of spons die is
bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel.
VOORZICHTIG:
schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak,
ethanol of tetrachloorkoolstof op het product;
deze stoffen kunnen het product beschadigen.
Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks
met vloeistoffen in aanraking komen. Deze
kunnen onder de glasplaat terechtkomen en
het product beschadigen.
4.
Droog de scannerglasplaat en de witte plastic
onderdelen met een zeemleren spons of
cellulosespons om vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en
druk op de aan-uitknop om het apparaat in te
schakelen.
Resolutie-instelling voor het verzenden van faxen controleren
Wanneer er geen fax kan worden verzonden, omdat de faxoproep niet wordt beantwoord door het
ontvangende apparaat of de lijn bezet is, wordt geprobeerd het nummer opnieuw te kiezen op basis
van de opties voor Opnieuw kiezen bij bezet, Opnieuw kiezen bij geen gehoor en Opnieuw kiezen bij
communicatiefouten.
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen
2.
Raak het menu
3.
Raak het menu
4.
Open het menu Faxresolutie.
200
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Gebruik geen
Faxinstellingen
aan.
Geav. instell.
aan.
aan.
NLWW