Instellingen voor het ontvangen van faxen
configureren
Fax doorsturen instellen
●
De antwoordmodus instellen
●
Faxnummers blokkeren of deblokkeren
●
Het aantal belsignalen instellen
●
Specifieke belsignalen instellen
●
Inkomende faxen automatisch verkleinen
●
Instellingen voor het opnieuw afdrukken van faxen configureren
●
Het volume van de faxgeluiden instellen
●
Het stempelen van ontvangen faxen instellen
●
De functie Privé ontvangen instellen
●
Fax doorsturen instellen
U kunt uw product zodanig instellen dat een inkomende fax naar een ander faxnummer wordt
doorgestuurd. Als de fax op uw product wordt ontvangen, wordt deze in het geheugen opgeslagen.
Vervolgens wordt het opgegeven faxnummer gekozen en wordt de fax verzonden. Als de fax als
gevolg van een fout niet kan worden verzonden (omdat het nummer bijvoorbeeld in gesprek is) en het
opnieuw kiezen is mislukt, wordt de fax afgedrukt.
Als er te weinig geheugen beschikbaar is tijdens het ontvangen van een fax, wordt de faxontvangst
gestopt en worden uitsluitend de pagina's of delen van pagina's doorgestuurd die al in het geheugen
zijn opgeslagen.
Als de functie Fax doorsturen wordt gebruikt, moeten de faxen worden ontvangen op het product (in
plaats van op de computer). De antwoordmodus moet zijn ingesteld op Automatisch.
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Raak de knop
3.
Raak de knop
4.
Raak de knop
5.
Gebruik het toetsenblok om het nummer voor het doorsturen van faxen in te voeren en raak
vervolgens de knop
122
Hoofdstuk 7 Fax
Faxmenu
aan.
Ontvangstopties
aan.
Fax doorsturen
en vervolgens de knop
OK
aan.
Fax
aan.
Aan
aan.
NLWW