_________________________________________________________________________________
De derde sensor die de transportpositie monitort is de JIB-sensor (afbeelding 24). De sensor
meet of de JIB al dan niet in transportpositie is. De sensor bevindt zich op de bovenkant van
de telescopische arm op het bovenste oppervlak. De sensor wordt aangepast zoals de
eerdere twee sensoren. Als de JIB in transportpositie is, moet de sensor naar de inkeping op
de arm gericht zijn. Het led-lampje op de sensor moet niet branden als de arm in
transportpositie is.
Afbeelding 24. JIB-sensor
15.13 De veiligheidskleppen testen
De veiligheidskleppen van de armen moeten eenmaal per jaar worden getest. Deze
veiligheidskleppen gaan 30 jaar mee. Daarna moeten ze worden vervangen. Volg de
onderstaande stappen voor het vervangen van de kleppen:
1. Rijd de machine in de transportpositie
2. Schakel de rijmodus in op de selectieschakelaar op het bovenste bedieningspaneel
(afbeelding 5, nummer 4) en test de werking van alle besturingshendels (inclusief de
onderste bedieningsorganen, als deze zijn geïnstalleerd). Op dit moment moeten
alleen de rijhendels werken.
3. Zet de selectieschakelaar (bovenste bedieningspaneel) op de Stempelpositie. Test
de werking van alle besturingshendels (inclusief de onderste bedieningsorganen, als
deze zijn geïnstalleerd). Op dit moment moeten alleen de stempelhendels werken.
4. Breng de stempels naar de grond en stel de machine waterpas. Het groene lampje
moet branden om aan te geven dat de stempels op de grond zijn geplaatst. Als het
groene lampje niet brandt, zie dan deel 15.7 (pagina 34).
5. Zet de selectieschakelaar op de Armenpositie (bovenste bedieningspaneel. Test de
werking van alle besturingshendels (inclusief de onderste bedieningsorganen, als
deze zijn geïnstalleerd). Op dit moment moeten alleen de hendels van de armen
werken, op het onderste of het bovenste bedieningspaneel, afhankelijk van welk
paneel is gekozen.
6. Verwijder het klepdeksel (K94) van de dumpklep van de arm en laat de
selectieschakelaar op de armenpositie staan. Test de werking van alle
besturingshendels (inclusief de onderste bedieningsorganen, als deze zijn
geïnstalleerd). Nu moet geen van de besturingshendels werken.
7. Bevestig het klepdeksel van de ontladingsklep (K94) weer op zijn plaats. Nu is de
test voltooid. Zie de onderstaande aanwijzingen als de functies niet overeenkwamen
met de beschrijvingen.
41