_________________________________________________________________________________
15.9 Waterpas controleren
De juiste positie van de waterpas (op de regelkleppenkast op grondniveau) met betrekking
tot het bovenste oppervlak van de draaikrans moet worden gecontroleerd volgens het
onderhoudsschema of als er reden is om te geloven dat de positie van de waterpas is
veranderd:
Controleer of de armen in transportpositie zijn en leg een waterpas op de koppelschotel.
Vergelijk de positie van deze waterpas met de positie van de waterpas op de
regelkleppenkast. Als de posities anders zijn, pas de waterpas op de kleppenkast dan aan
met de stelschroeven totdat beide waterpassen in dezelfde positie zijn. Voer de
aanpassingen in de lengte en in de breedte uit.
15.10 Het hydraulische systeem aanpassen
Afbeelding 19.
2
Afbeelding 20.
Het hydraulische systeem is in de fabriek
aangepast op de correcte waarden en gewoonlijk
hoeft u deze niet meer af te stellen.
Afbeelding 19 toont de onderdelen in de rij- en
1
stempelkleppenkast:
3
1. Rij-regelklep, Solenoïde K98B (Stempels)
2. Rij-klep
2
3. Selectieklep van onderste bedieningsorganen
4. Rij-regelklep, Solenoïde K98A (armen)
4
5. Armendruksolenoïde K94
5
Alle cilinders, behalve de zelfnivellerende "slave"-
cilinder, zijn uitgerust met lasthoudkleppen (nr. 1 op
1
de afbeelding links), die cilinderbewegingen
voorkomen in het geval dat bijv. een hydraulische
slang niet goed werkt.
Als het nooddaalsysteem van de armen wordt
gebruikt, gaat de elektrische solenoïdeklep in de
cilinder (nr. 2) open en stroomt er olie door de
aanpasbare smoorklep in de tank en komen de
3
arm(en) omlaag.
K93 (option)
38