_________________________________________________________________________________
Gebruik van onderste bedieningsorganen:
1. De contactschakelaar op de hoofdschakelkast op de console (afbeelding 7) moet op
de "ON"-positie worden gezet.
2. De armbediening werkt alleen als de modusselectieschakelaar op het platform
(afbeelding 5) op Arm staat.
3. Selecteer met de selectietoets schakelaar nr.1 onderste bedieningsorganen of
bovenste bedieningsorganen op het platform. De machine kan met de onderste of de
bovenste bedieningsorganen worden bediend, maar niet met beide tegelijkertijd.
4. Als de onderste bedieningsorganen zijn geselecteerd, kan de motor/elektrische
motor worden gestart en gestopt met contactschakelaar nr. 2 op de onderste
bedieningsorganen.
5. Als de motor/elektrische motor loopt kunnen de armen worden bediend, behalve
voor kanteling van het platform - met de besturingshendels van de onderste
bedieningsorganen.
LET OP! De NOODSTOPschakelaar op de onderste bedieningsorganen werkt altijd,
onafhankelijk van de positie van de selectieschakelaar voor onderste/bovenste
6.2.6 Onderdrukken van veiligheidsfuncties in noodsituaties
De toets voor het onderdrukken van veiligheidsfuncties (Afbeelding 9 (8)) zorgt
-
ervoor dat de gebruiker de noodstopschakelaar op het platform en de
platformbelastingsmonitoring OF stempelmonitoring kan onderdrukken. De toets
voor het onderdrukken werkt alleen als de onderste bedieningsorganen zijn
geselecteerd (Afbeelding 9 (1))
Het onderdrukken van de stempelmonitoring kan alleen worden gebruikt als alle
-
stempels van de grond zijn omhoog gebracht en de Rijmodus is geselecteerd in de
functie-selectieschakelaar van het platform (Afbeelding 5)
-
Het onderdrukken van stempelmonitoring is alleen bedoeld voor het omhoog
brengen van het platform als dit omlaag is gekanteld tijdens langdurige opslag en de
stempels niet veilig kunnen worden gebruikt
De schakelaar moet op de gewenste functie gedraaid worden gehouden (zie eerste
-
regel) om de armen te kunnen bedienen
De toets voor het onderdrukken van de veiligheidsfuncties mag alleen worden
-
gebruikt in extreme noodsituaties, bijvoorbeeld als de bediener van de hoogwerker
buiten bewustzijn is geraakt op het platform, de noodstopschakelaar is ingedrukt en
de bediener omlaag moet worden gebracht voor zijn/haar veiligheid
Om de schakelaar te gebruiken, opent u schroeven A en B (afbeelding 9) en schuift
-
u het beschermplaatje naar links om de schakelaar te kunnen verplaatsen
Als de schakelaar voor het onderdrukken van de veiligheidsfuncties wordt gebruikt,
-
kan de machine buiten zijn stabiele werkzone worden gebruikt, waardoor gevaar
voor vallen ontstaat! De fabrikant is niet aansprakelijk voor het vallen van de
hoogwerker als de schakelaar voor het onderdrukken van de veiligheidsfuncties is
gebruikt!
bedieningsorganen.
19