PROBLEEMOPLOSSING
In de volgende tabel staan mogelijke defecten en storingen van de hoogwerker en de
wijze waarop deze kunnen worden gerepareerd.
PROBLEEM
De motor start niet wanneer aan
de starthendel wordt getrokken
verbrandingsmotor of
elektromotor
De motor start niet wanneer aan
de starthendel wordt getrokken
(zie ook handleiding
motorfabrikant).
OORZAAK
Bij aanvang van het werk rusten
de armen niet op de
transportsteunen en staat de
stempelbewakingsfunctie niet
aan.
De hoofdschakelaar staat 'UIT'.
Het contact van de
verbrandingsmotor staat 'UIT'.
De motorkeuzeschakelaar op het
bedieningspaneel op het
platform staat in de verkeerde
stand.
De noodstopschakelaar is
ingedrukt.
De motor is te koud.
De brandstofkraan is dicht.
De brandstoftank is leeg.
Lege startaccu.
De zekering van de
verbrandingsmotor (in het
contact) is defect.
De zekering in het elektrische
centrum van de machine is
defect.
Zekeringen aan de andere kant
van de strookaansluitrail.
CORRECTIEVE
HANDELING
Plaats de armen op de
transportsteunen met behulp van
de nooddaalfunctie. Selecteer de
rijmodus en start de motor.
Zet de schakelaar aan.
Zet het contact 'AAN'.
Zet in de juiste stand
Ontgrendel de noodstopknop
door hem te draaien.
Gebruik de choke.
Open de brandstofkraan
(benzinemotor).
Bijvullen.
Laad de accu door de 230V-
stekker aan te sluiten.
Vervang de zekering (zie ook de
handleiding van de motor).
Vervang de zekering.
49