NOODDAALSYSTEEM EN GEBRUIK IN NOODGEVALLEN
Elektrische bedieningsorganen voor dalen
Als de voeding voor de bediening uitvalt (geen brandstof meer, stroomuitval of schade aan de
verlengkabel), kunnen de armen als volgt omlaag worden gebracht:
1. Nooddaalschakelaars bevinden zich op het bedieningspaneel op het platform en in de
aansluitkast van het besturingssysteem. Wanneer de nooddaalknop wordt ingedrukt,
beweegt de geselecteerde arm langzaam omlaag zolang als de knop ingedrukt wordt
gehouden. Het nooddaalsysteem is verbonden met de accu, dus het werkt onafhankelijk
van de hoofdschakelaar. De nooddaalkleppen zijn beveiligd met een 10A-zekering in de
aansluitkast aan de zijkant op grondniveau.
2. Controleer of de armen op hun transportsteunen terechtkomen, alvorens ze te laten
zakken. Zo nodig kunnen de armen iets worden gezwenkt door de in deel 6.2.3
genoemde kraan op de zwenkcilinder te openen en door de armen in de gewenste positie
te duwen. Schakel hiertoe eerst de voeding uit.
Controleer of het nooddaalsysteem werkt voordat u met werkzaamheden begint.
Bediening van de stempels onderdrukken
Deze hoogwerker is ten behoeve van mogelijke noodsituaties uitgerust met een knop om de
bediening van de stempels te onderdrukken (bedieningspaneel op het platform), waardoor de
gebruiker de armen kan bedienen, zelfs als de stempels niet correct zijn uitgestoken. U kunt deze
functie bijvoorbeeld gebruiken in een situatie waarin het platform naar achteren is gekanteld
tijdens een langere periode van opslag.
De overbruggingsknop mag alleen in extreme situaties worden gebruikt!
Gebruik van de overbruggingsknop vanaf het bedieningspaneel op het platform:
-
Draai de borgschroef van het deksel van de overbruggingsknop los
-
Schakel over naar de rijmodus
-
Start de verbrandingsmotor of de elektromotor
-
Druk op de witte overbruggingsknop en houd de knop ingedrukt.
-
Voer de nodige bewegingen van de armen uit.
-
Laat de overbruggingsknop los en stop de motor.
-
Sluit het deksel en draai de borgschroef vast.
OPMERKING! Als de armen zich niet in hun transportstand bevinden, gaat de
motor uit en kan niet worden gestart voordat de armen op de transportsteunen zijn
geplaatst.
30