3.
Druk op [Instellingen papierlade].
4.
Druk op [Printer handinvoer papierformaat].
5.
Druk op [Ang.fr].
Indien er al een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Formaat wijzigen].
6.
Druk op [Horizontaal].
7.
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens
op [ ].
8.
Druk op [Verticaal].
9.
Voer de verticale afmeting in met de cijfertoetsen en druk op [ ].
10.
Druk twee keer op [OK].
11.
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (
12.
Druk op [Home] (
Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het
bedieningspaneel
• Gebruik OHP-transparanten van het formaat A4
• Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten
met de afdrukzijde naar beneden.
• Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen.
1.
Druk op [Home] (
2.
Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ).
3.
Druk op [Instellingen papierlade].
4.
Druk op [Papierformaat handinvoer] en selecteer vervolgens het papierformaat.
5.
Druk op [OK].
) onderaan in het midden van het scherm.
) onderaan in het midden van het scherm.
Afdrukken via de handinvoer
).
1
of 8
/
× 11
en geef het formaat op.
2
65