1. Snel aan de slag
3.
Selecteer de instellingen die u wilt wijzigen.
Druk op [Apparaateigenschappen] en vervolgens op [Systeeminstellingen] om de
gebruikersinstelling in [Systeeminstellingen] te wijzigen.
4.
Wijzig de instellingen door de instructies op het display te volgen en druk vervolgens op
[OK].
Gebruikersinstellingen afsluiten
Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen afsluit.
1.
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
• Bij het opgeven van Schermeigenschappen
Druk op [Home] (
• Bij het configureren van Apparaateigenschappen, Onderhoud: Afdrukken, Teller, Informatie,
Adresboekmanagement of Instell. papierlade
Druk op [Gebruikersinstellingen] (
[Home] (
• Wanneer u Apparaateigenschappen, Onderhoud: Afdrukken, Onderhoud: Afbeelding, Teller,
Informatie, Adresboekmanagement, or Instell. papierlade configureert, kunt u
Gebruikersinstellingen ook afsluiten door op [Afsluiten] og [Sluiten] in de rechterbovenhoek van het
scherm te drukken en [Home] (
36
) onderaan in het midden van het scherm.
) rechtsboven in het scherm en druk vervolgens op
) in het midden onder aan het scherm.
) onderaan in het midden van het scherm.