Namen en functies van het bedieningspaneel
5
6
5
4
1. Display
Dit is een touchscreen display dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u
door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren en informatie wordt gegeven
over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Pag. 21 "Het [Home]-
scherm gebruiken".
2. Aan/uit-indicatielampje
Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden wanneer u de aan/uit-schakelaar inschakelt. Wanneer het
apparaat in de slaapstand staat, knippert het Aan/uit-indicatielampje langzaam. In de Uitmodus
fuseereenheid brandt het Aan/uit indicatielampje.
3. Statusindicatielampje
Hier kunt u de status van het systeem bekijken. Het lampje blijft branden wanneer er een fout optreedt of de
toner op raakt.
4. Indicatielampje Inkomende gegevens (printermodus)
Knippert wanneer het apparaat afdrukopdrachten ontvangt van een computer.
5. Mediasleuven
Gebruik deze om een USB-geheugenopslagapparaat- of een SD-kaart aan te sluiten. U vindt meer informatie
in de Gebruiksaanwijzing.
6. Lampje voor mediatoegang
Gaat branden wanneer er een SD-kaart in de mediasleuf wordt geplaatst.
1
3
Namen en functies van het bedieningspaneel
2
DNE093
19