Inhoudsopgave
Advertenties
Montagehandleiding
6.1
Montage van de lineaire assen HT-L
Lineaire assen HT-L mogen alleen in horizontale montagepositie worden gemonteerd (zie Afb.
6.1en Afb. 6.2). Het gebruik in verticale installatiepositie (zie Afb. 6.3) is niet voorzien. Lineaire
assen HT-L met energieketting kunnen alleen in horizontale montagepositie worden gemonteerd
(zie Afb. 6.1). Voor lineaire assen HT-L met wegmeetsysteem optie H (LIC 211), moet de as zo
worden uitgelijnd dat de aanslagrand zich boven bij horizontale montage.
De bevestiging moet aan het aluminiumprofiel van de as gebeuren. De lineaire assen kunnen op
het montageoppervlak worden bevestigd met spanprofielen (zijdelingse groeven) of met
schuifblokken (groeven aan de onderzijde). Houd er rekening mee dat afhankelijk van de
inbouwpositie het gewicht van de lineaire as een extra belasting vormt en de daadwerkelijk
inwerkende krachten en momenten onder de toegestane waarden moeten liggen (zie catalogus
"Lineaire assen en assystemen HX").
Afb. 6.1: Liggende horizontale inbouwpositie
Afb. 6.3: Inbouwpositie verticaal
Aanwijzing
Het aluminiumprofiel van de as wordt vervaardigd volgens het extrusieproces overeenkomstig
EN 12020-2.
Aanwijzing
Indien een grotere rondloopnauwkeurigheid vereist is, moet de as worden uitgelijnd en
vastgezet op een nauwkeurige aanslagrand.
Aanwijzing
Neem de steunafstand van de respectievelijke asbouwgrootten in acht (zie paragraaf 6.1.1
"Maximale steunafstand van lineaire assen HT-L bij vrijdragende toepassing"). Niet alleen de
eindblokken moeten op het montagevlak rusten!
Aanwijzing
De schroeven moeten worden beveiligd tegen onbedoeld losraken.
6.1.1
Maximale steunafstand van de lineaire assen HT-L bij vrijdragende
toepassing
Bij lineaire assen met een lange slaglengte en een hoge nuttige lasten kan afhankelijk van de
bevestiging een ontoelaatbaar grote doorbuiging van de as optreden. Om dit te voorkomen
moet de as meervoudig worden ondersteund en stabiel op een vlakke ondergrond worden
gemonteerd. Er moet minimaal één steunpunt per kant, steeds aan het uiteinde van het profiel,
worden gerealiseerd. De max. toegestane steunafstand L
F
volgens de volgende diagrammen mag hierbij niet worden overschreden. Om hiervoor te
z
zorgen, moeten evt. extra steunpunten worden gerealiseerd. Bij meerassige systemen moet ook
rekening worden gehouden met de massa's van de bewegende assen.
Lineaire assen HT-L
Afb. 6.2: Inbouw horizontaal staand
afhankelijk van de belasting F
SUP
HTL-01-7-NL-2306-MA
Montage en aansluiting
en
y
Pagina 31 van 80
Advertenties
Inhoudsopgave
