Bel functie (Gebruikerstype 2.3 en hoger)
PIN + ent
0 = OVERBRUG ZONE
[ent] Selecteer
2
2 = BEL FUNCTIE
[ent] Selecteer
ent
BEL MODE
0 = UIT
> A
BEL MODE
1 = AAN
ent
Display Zones (Gebruikerstype 2.4 en hoger)
PIN + ent
0 = OVERBRUG ZONE
[ent] Selecteer
3
3 = DISPLAY ZONES
[ent] Selecteer
ent
1001 INBRAAK
COMPUTER RUIMTE
Doel
Met dezeoptie schakeltu de modusBel functie in en uit. Wanneer de
modusBel functie is ingeschakeld,wordenzoneswaarvoordeinstallateur
Bel functie heeft geprogrammeerd,evengeactiveerd bij opening.
mogelijk wordenin uwsysteemgeenzonesvandit type
Opmerking:
gebruikt.
Bel functie selecteren
Openhetverkorte menu.Druk eerstop2 envervolgens opent. Op het
schermverschijnt de statusvan de modusBel functie (AAN/UIT).
Druk op de toets >A om tussen de statussente schakelen en druk op
ent omdeselectie teaccepteren.
ukuntookdetoetsen1en0 gebruikenomrespectievelijk
Opmerking:
AAN enUIT teselecteren.
Werking van belfunctie
WanneerdemodusBel functie is ingeschakeld,blijft demodusactief
tot u dezeweer uitschakelt. Zones waarvoor de installateur de param-
eter Bel functie heeft geprogrammeerd,blijven dezeoptie gebruiken
wanneer zeworden geactiveerd.
De modusBel functie wordtopgeschorttijdenshet
Opmerking:
inschakelen van het systeemof tijdens eenalarm.
Doel
Deze menuoptie biedt toegang tot de modus Display Zones.
Bovendien kuntu via dezeoptie debeschrijving enhuidige statusvan
elke zonecontroleren.
Display Zones selecteren
Open het verkorte menu. Druk eerst op 3 en vervolgens op ent.
De gegevens van de eerstezone(1001) worden weergegeven.
Adres
Het zoneadresis een uniek adresnummervan vier cijfers, dat wordt
gebruiktvoor identificatie enselectie, bijvoorbeeld 1026-lijn 1, RIO
02,zone6.
Functie
De zonefunctiewordt weergegevenenidentificeert hetgebruikvan de
zone,bijvoorbeeldINBRAAK of BRAND.
14