A-61555_nl mei 2010
1. Schakel de scanner en afdrukfunctionaliteit via de scansoftware in. Het
volgende scherm verschijnt wanneer de scanner wordt ingeschakeld.
OPMERKING: Het getal in het venster is de offset die een aanvulling
is op wat in de hosttoepassing is ingeschakeld. Dit
getal is 0 als de afdrukoffset niet door de operator is
gewijzigd.
2. Selecteer Afdrukoffset. Het volgende scherm verschijnt.
3. Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de afdrukoffsetwaarde te
verhogen of te verlagen (in mm of inches). De afdrukoffset wordt
verhoogd/verlaagd vanaf de waarde die in de scansoftware is ingesteld.
Wanneer u bijvoorbeeld het afdrukken hebt ingesteld om 25 mm/
1 inch vanaf de eerst ingevoerde rand van het document te starten
en u de afdrukoffsetpositie met 25 mm/1 inch verhoogd, wordt het
afdrukken 50 mm/2 inch vanaf de eerst ingevoerde rand gestart.
OPMERKING: De bovenste en buitenste pijlen verhogen/verlagen de
waarde in grotere stappen (waarden van 25 mm/1 inch).
De binnenste pijlen (het dichtst bij het midden)
verhogen/verlagen de waarde in stappen van
3 mm/1/8 inch.
4. Klik op OK als u klaar bent.
verhogingen in segmenten
van 25 mm/1 inch
verhogingen in segmenten
van 3 mm/1/8 inch
verlagingen in segmenten
van 25 mm/1 inch
verlagingen in segmenten
van 3 mm/1/8 inch
3-35