De scanner
inschakelen
A-61555_nl mei 2010
4. Haal de documenten uit de uitvoerlade en controleer het testpatroon.
• Als het patroon volledig is, kunt u beginnen met scannen.
• Als het patroon niet leesbaar is:
−
Controleert u of de inktcassette goed is geïnstalleerd. Herhaal
de afdruktest. Zie hoofdstuk 4, De printeruitbreiding en
patchlezers gebruiken.
−
Als het patroon nog steeds niet leesbaar is, vervangt u de
inktcassette.
5. Raak Einde taak aan om terug te gaan naar het scherm Inactief.
Voor het scannen van documenten moet de scanner worden
ingeschakeld. Dit doet u in de software voor beeldverwerking. Het
volgende scherm verschijnt wanneer de scanner wordt ingeschakeld.
Ingeschakeld - Beeldadressering - uit Ingeschakeld - Beeldadressering - aan
3-33