Central remote controller
Elk scherm toont een weergavevoorbeeld. De inhoud van de weergave kan variëren met de gebruiksomgevingsinstellingen.
Namen en functies van elk onderdeel
Bedieningspaneelgedeelte
Nr.
1
LCD-schermgedeelte (P.11)
2
Uitvoeringslampje
3
Controlelampje
4
[
] toets
5
[
] toets
6
[
] (Regeling) knop
7
[∧] [∨] [<] [>] toetsen
8
[ ] (Bevest.) knop
9
[
] (Retour)-knop
10
[
] (Menu) knop
-NL
8
10
8
9
Naam
Licht op tijdens gebruik en gaat uit wanneer gestopt.
* Het Uitvoeringslampje gaat branden als een van de airconditioners in
werking is en gaat uit als alle airconditioners zijn gestopt.
Licht rood op als een storing optreedt. Neem contact op met de dealer waar u
de unit heeft gekocht.
Indrukken om te starten.
Indrukken om te stoppen.
Indrukken om het „Regeling"-scherm of het „Menu"-scherm weer te geven
voor het regelen van airconditioners.
Indrukken om het instellingsitem te selecteren.
Indrukken wanneer u van scherm wisselt van Alles naar Zone naar Unit, of
wanneer u een item selecteert en naar het volgende scherm gaat.
Indrukken om terug te keren naar het vorige scherm.
Indrukken om het „Instellingen menu"-scherm weer te geven om de
instellingen van de unit te configureren.
1
2
3
4
5
6
7
Functies
Gebruikershandleidin