Central remote controller
LCD-schermgedeelte (Lucht/water-warmtepomp)
Zie "Schermen wijzigen (Lucht/water-warmtepomp)" (P.16) voor instructies over hoe u tussen elk scherm kunt schakelen.
Unit-scherm
U kunt de werkingsstatus van de lucht/water-warmtepompen binnen elke zone afzonderlijk controlen en regelen. U kunt ook
andere omstandigheden controleren, zoals de ingestelde temperatuur en de aanwezigheid of afwezigheid van afwijkingen.
2 3
Regelscherm
U kunt de inhoud van de instelling controleren en wijzigen door Alles, door Zone of door Unit.
Druk op [
] (Regeling) op het scherm „Alles", het scherm „Zone" of het scherm „Unit" om elk „Regeling"-scherm weer te geven.
1
2
8
14
-NL
Nr.
1
4
5
6
7
3
4
Nr.
5
6
7
9
1
De naam van de zone die op het scherm wordt weergegeven en het
aantal lucht/water-warmtepompen dat in de zone in werking is/worden
gestopt, worden weergegeven.
2
De bedieningsstatus wordt weergegeven. Tijdens de werking wordt
weergegeven, wanneer gestopt wordt
3
De geregistreerde apparaten worden in oplopende volgorde van de
centrale regelingsadressen weergegeven.
4
Indien uitgeschakeld, worden de items grijs weergegeven.
5
De insteltemperatuur wordt weergegeven.
6
De werkingsmodus wordt weergegeven.
7
De volgorde van weergaveprioriteit is als volgt.
Controle > Vergren.
: Weergegeven voor een abnormale lucht/water-warmtepomp.
: Wordt weergegeven wanneer „Toetsvergrendeling" is ingesteld.
1
De bedieningsstatus wordt weergegeven. Tijdens de werking wordt
weergegeven, wanneer gestopt wordt
2
Het momenteel weergegeven regelbereik (Alles, Zone of Unitadres (Lijn
- Binnen Centrale bediening)) wordt weergegeven.
3
Als er een afwijking is, wordt een foutcode weergegeven in letters en
cijfers.
Neem contact op met de dealer bij wie u het product hebt gekocht.
4
De bedieningshandleiding van de knop wordt weergegeven.
5
U kunt de ingestelde temperatuur van het huishoudelijk tapwater (DHW)
controleren of wijzigen. (P.38)
6
U kunt de werkingsmodus controleren en wijzigen. (P.38)
7
U kunt de ingestelde temperatuur van ZONE2 (Z2) controleren en
wijzigen.
8
U kunt de ingestelde temperatuur van ZONE1 (Z1) controleren en
wijzigen.
9
Het pictogram van de bedieningsstatus wordt weergegeven. Ook wordt
de bedieningshandleiding van de knop weergegeven bij het wijzigen van
de ingestelde temperatuur of een andere instelling.
Zie de lijst met pictogrammen (Lucht/water-warmtepomp) (P.10) voor de
weergegeven pictogrammen.
Gebruikershandleidin
Functies
weergegeven.
Functies
weergegeven.