Central remote controller
Start/Stop bediening van een individuele airconditioner
●
OPMERKING
Stel indien nodig de temperatuur, de bedieningsmodus (koelen/verwarmen enz.), de vent.snelheid en de louver in. (P.23)
22
-NL
2
1
Geef het „Unit"-scherm weer. (P.15)
2
Druk op [<] [>] om een Zone te selecteren en druk vervolgens
op [∧] [∨] om een airconditioner te selecteren.
Om te beginnen
3
Druk op [
].
De geselecteerde airconditioner begint te werken en
.
Om te stoppen
3
Druk op [
].
De geselecteerde airconditioner stopt met werken en
.
Gebruikershandleidin
3
(Start)
3
(Stop)
verandert in
verandert in