Central remote controller
Start/stop de werking van alle lucht/water-warmtepompen in een zone
●
OPMERKING
Stel indien nodig de temperatuur, bedieningsfunctie (Koelen/Verwarm) in. (P.38)
36
-NL
2, 4
1
Geef het „Zone"-scherm weer. (P.16)
2
Druk op [∧] [∨] [<] [>] om een Zone te selecteren.
De geselecteerde zone is gemarkeerd.
Om te beginnen
3
Druk op [
].
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
4
Druk op [∧] [∨] om „Ja" te selecteren en druk vervolgens op
[
] (Bevest.).
Alle lucht/water-warmtepompen in de geselecteerde zone beginnen
met werken en
wijzigen naar
Om te stoppen
3
Druk op [
].
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
4
Druk op [∧] [∨] om „Ja" te selecteren en druk vervolgens op
[
] (Bevest.).
Alle lucht/water-warmtepompen in de geselecteerde zone stoppen
met werken en
wijzigen naar
Gebruikershandleidin
3
(Start)
3
(Stop)
.
.