Central remote controller
Start/stop de werking van een individuele lucht/water-warmtepomp
●
OPMERKING
Stel indien nodig de temperatuur, bedieningsfunctie (Koelen/Verwarm) in. (P.38)
2
1
Geef het „Unit"-scherm weer. (P.16)
2
Druk op [<] [>] om een zone te selecteren en druk vervolgens
op [∧] [∨] om een lucht/water-warmtepomp te selecteren.
Om te beginnen
3
Druk op [
].
De geselecteerde lucht/water-warmtepomp begint te werken en
wijzigt naar
.
Om te stoppen
3
Druk op [
].
De geselecteerde lucht/water-warmtepomp stopt te werken en
wijzigt naar
.
Gebruikershandleidin
3
(Start)
3
(Stop)
37
-NL