Central remote controller
Stelt de ventilatiefunctie, de ventilatiemodus en de ventilatorsnelheid in (Ventilatie)
U kunt de Lucht-lucht warmteuitwisseling (binnenunit voor ventilatie) die met de airconditioner is verbonden, aansturen.
Afhankelijk van het bereik van het in te stellen gebied, geeft u het „Regeling"-scherm van Alles, Zone of Unit weer en voert u
de bewerking uit.
Ventileren ON/OFF
* Wanneer de Lucht-lucht
warmteuitwisseling niet is
aangesloten, wordt „Geen functie"
weergegeven.
3, 4, 5
1
Geef het „Regeling"-scherm van Alles, Zone of Unit weer.
(P.15)
2
Druk op [
] (Regeling).
Het „Menu"-scherm wordt weergegeven.
3
Druk op [∧] [∨] om „Ventilatie" te kiezen en druk dan op [
(Bevest.).
Het „Ventilatie"-scherm wordt weergegeven.
4
Druk op [∧] [∨] om „ON/OFF" te selecteren en druk vervolgens
op [
] (Bevest.).
Het scherm „ON/OFF" wordt weergegeven.
5
Druk op [∧] [∨] om „ON" of „OFF" te selecteren en druk
vervolgens op [
Start of stop de bediening en druk dan op [
keren naar het „Ventilatie"-scherm.
„Regeling"-scherm
2
] (Bevest.).
Gebruikershandleidin
]
] (Retour) om terug te
49
-NL