Central remote controller
LCD-schermgedeelte (Airconditioner)
Unit-scherm
U kunt de werkingsstatus van de airconditioners in elke Zone afzonderlijk controleren en regelen. Ook kunt u de ingestelde
temperatuur en andere statussen controleren, evenals of er sprake is van afwijkingen en of het filter moet worden gereinigd.
2 3
4
Regelscherm
U kunt de inhoud van de instelling controleren en wijzigen door Alles, door Zone of door Unit.
Druk op [
] (Regeling) op het scherm „Alles", het scherm „Zone" of het scherm „Unit" om elk „Regeling"-scherm weer te geven.
1
2
9
12
-NL
1
5
6
7
3
4
5
6
7
8
10
Nr.
1
De naam van de Zone die op het scherm wordt weergegeven en het
aantal airconditioners dat in de Zone in werking is/wordt gestopt, worden
weergegeven.
2
De bedieningsstatus wordt weergegeven. Tijdens de werking wordt
weergegeven, wanneer gestopt wordt
3
De geregistreerde apparaten worden in oplopende volgorde van de
centrale regelingsadressen weergegeven.
4
De insteltemperatuur wordt weergegeven.
5
De werkingsmodus wordt weergegeven.
6
De ventilatorsnelheid wordt weergegeven.
7
: Wordt weergegeven wanneer „Toetsvergrendeling" is ingesteld.
De volgorde van weergaveprioriteit is als volgt.
Controle > Melding > Filter
: Wordt weergegeven voor een abnormale airconditioner.
: Wordt weergegeven voor een airconditioner waarvoor een melding
is afgegeven.
: Wordt weergegeven wanneer er een airconditioner is waarvan het
filter moet worden gereinigd.
Nr.
1
De bedieningsstatus wordt weergegeven. Tijdens de werking wordt
weergegeven, wanneer gestopt wordt
2
Het momenteel weergegeven regelbereik (Alles, Zone of Unitadres (Lijn
- Binnen Centrale bediening)) wordt weergegeven.
3
Als er een afwijking is, wordt een foutcode weergegeven in letters en
cijfers.
Als er een melding is, wordt er een meldingscode als nummer
weergegeven.
Neem contact op met de dealer bij wie u het product hebt gekocht.
4
Weergegeven gedurende voorbereiding.
: De voorbereiding voor de bewerking is bezig.
: De voorbereiding voor de verwarming is in volle gang.
5
De bedieningshandleiding van de knop wordt weergegeven.
6
U kunt de louver controleren en wijzigen.
7
U kunt de ventilatorsnelheid controleren en wijzigen. (P.23)
8
U kunt de werkingsmodus controleren en wijzigen. (P.23)
9
U kunt de ingestelde temperatuur controleren en wijzigen. (P.23)
10
Het pictogram van de bedieningsstatus wordt weergegeven. Ook wordt
de bedieningshandleiding van de knop weergegeven bij het wijzigen van
de ingestelde temperatuur of een andere instelling.
Zie de lijst met pictogrammen (P.9) voor de weergegeven
pictogrammen.
Gebruikershandleidin
Functies
weergegeven.
Functies
weergegeven.