88
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Oproepsignaal: Kies het oproepsignaal voor de beltoon. U kunt kiezen uit:
Standaard/Oplopend/1 keer bellen.
Beltoon: Hiermee definieert u het geluid voor de inkomende oproep. Druk op
Wijzigen. Nu kunt u een keuze maken uit de geluidsbestanden die met de
communicator zijn meegeleverd. U kunt ook zoeken naar eventuele
andere geluidsbestanden. Zie pagina 252 voor het opnemen van tonen.
Beltoon, lijn 1: en Beltoon, lijn 2:: Hiermee definieert u het geluid voor inkomende
oproepen die op twee verschillende lijnen binnenkomen, indien
beschikbaar. Druk op Wijzigen. Nu kunt u een keuze maken uit de
geluidsbestanden die met de communicator zijn meegeleverd. U kunt ook
zoeken naar eventuele andere geluidsbestanden.
Persoonlijke beltonen: Hiermee definieert u of de persoonlijke beltoon van bellers
wordt gebruikt. U kunt kiezen uit: Aan/Uit. Zie 'Een beltoon koppelen' op
pagina 109 voor informatie over het koppelen van een beltoon aan een
contactkaart.
Tabblad Waarschuwingen
Klokalarm, Herinnering, SMS-bericht ontvangen en Faxbericht ontvangen: U kunt een
specifiek geluid kiezen om te worden gewaarschuwd bij elk van deze
situaties. Selecteer een optie en druk vervolgens op Wijzigen als u wilt
kiezen uit geluidsbestanden die zijn meegeleverd met de communicator.
U kunt ook zoeken naar andere geluidsbestanden. Door op Volume te
drukken kunt u het volume van een alarm aanpassen.
Tabblad Meldingen
Toetsenbordtoon: Hiermee kunt u het geluid voor het toetsenbord instellen. U kunt
kiezen uit: Uit/ Zacht/Hard.