Tip: U kunt ook drukken
op Menu en # om uw
beveiligingscode in te
voeren.
Systeemvergrendeling (3-3-6)
In dit submenu kunt u de communicator vergrendelen. Druk op Kiezen en voer uw
beveiligingscode in. De communicator wordt onmiddellijk vergrendeld. Wanneer de
communicator vergrendeld is, kunt u vooraf ingestelde alarmnummers bellen met
behulp van de telefoon. Daarnaast kunt u binnenkomende gesprekken
beantwoorden en alarmnummers bellen met behulp van de toepassing Telefoon.
Alle andere handelingen zijn vergrendeld. Zelfs als u de batterij verwijdert en
vervangt, blijft de telefoon vergrendeld. U kunt de vergrendeling van de
communicator opheffen door te drukken op Vrijgev. en de beveiligingscode in te
voeren. Meer informatie over het vergrendelen van de telefoon en overige
beveiligingsvoorzieningen vindt u in 'Beveiligingsinstellingen' op pagina 241.
Terug naar fabrieksinstellingen (3-4)
U kunt van sommige menu-instellingen de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Hiervoor hebt u de beveiligingscode nodig. Deze functie heeft geen invloed op de
opgeslagen telefoonnummers en namen, toegangscodes, het
hoofdtelefoonvolume, de oproeptellers, kostentellers, geselecteerde beltonen of
SMS-berichten.