Telefoonnummervelden: als u voor de landcode een '+' (plusteken) toevoegt, kunt
u het telefoonnummer ook in het buitenland gebruiken. In dit veld toetst u mobiele
telefoonnummers in waarnaar u SMS-berichten wilt verzenden.
Land: toets een land- of regionaam in. Als u het adres van een contact wilt
weergeven in de notatie van het land of regio, gebruikt u de land- of regionamen
die worden gebruikt bij de optie Standaardland op pagina 119.
Opmerking: Een aantal extra veldtypen, zoals Functiebeschrijving, wordt
mogelijk alleen weergegeven als deze aanwezig zijn op een
geïmporteerde contactkaart.
Een beltoon koppelen
U kunt een specifieke beltoon instellen voor elke contactkaart. Als u door het
contact wordt gebeld, wordt de gekozen beltoon afgespeeld op de communicator
(mits het telefoonnummer is meegezonden met de oproep).
1 Open de contactkaart.
2 Druk op de toets Menu en kies Kaart > Beltoon. Er verschijnt een dialoogvenster
met de huidige beltoon voor dit contact.
3 Druk op Wijzigen. Er wordt een lijst met standaardgeluiden weergegeven.
4 Selecteer een geluid en druk op Kiezen. Druk op Bladeren als u wilt zoeken naar
andere geluidsbestanden die in de communicator zijn opgeslagen.
Opmerking: U kunt alleen persoonlijke beltonen gebruiken als deze functie is
geactiveerd in het profiel dat u gebruikt. Zie 'Een nieuw profiel
maken' op pagina 87 voor meer informatie.
Tip: Als u een beltoon
wilt beluisteren, gebruikt u
de toepassing
Bestandsbeheer om een
beltoonbestand te openen.
Zie 'Een bestand openen' op
pagina 229. De
standaardbeltonen worden
niet weergegeven in
Bestandsbeheer.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
109