66
Tip: Voor deze functie
hebt u een wachtwoord
nodig.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Beveiligingsinstellingen (3-3)
De beveiligingsvoorzieningen zorgen ervoor dat uw telefoon niet door
onbevoegden gebruikt kan worden en dat belangrijke instellingen niet gewijzigd
kunnen worden. In de meeste gevallen moet u voor het activeren of wijzigen van
de beveiligingsopties eerst de juiste toegangscode opgeven. Zie
'Beveiligingsinstellingen' op pagina 241.
Opmerking: Als u gespreksbeperkende beveiligingsvoorzieningen hebt
geactiveerd (bijvoorbeeld oproepblokkering, vaste nummers of
systeemblokkering), kunt u in sommige netwerken nog wel bellen
naar bepaalde alarmnummers (bijvoorbeeld 112 of een ander
officieel alarmnummer).
PIN-code vragen (3-3-1)
De opties zijn Aan en Uit. Zie 'Beveiligingsinstellingen' op pagina 241.
Oproepblokkering (3-3-2)
Met deze netwerkdienst kunt u inkomende en uitgaande oproepen van en naar uw
telefoon beperken.
De beschikbare opties zijn: Uitgaande oproepen/Internationale oproepen/
Internationaal behalve naar eigen land/Inkomende oproepen/Inkomende oproepen in
buitenland/Alle blokkeringen annuleren.