U kunt ook de beginletters of de volledige naam van de geadresseerde in de
koptekst van het fax-, e-mail- of SMS-bericht typen en controleren of de letters
of de naam overeenkomen met een vermelding in de contactendatabase:
1 Typ de naam van de geadresseerde in de koptekst van het bericht.
2 Druk op de toets Menu en kies Tools > Namen controleren.
3 Als de naam die u hebt ingevoerd overeenkomt met meer dan één naam of
wanneer de desbetreffende persoon meer dan een GSM-telefoonnummer,
faxnummer of e-mailadres heeft, verschijnt er een keuzelijst.
Kies de juiste naam, het juiste telefoonnummer of adres in de lijst en druk op
Kiezen.
Geadresseerden die zijn gecontroleerd, worden verplaatst naar een
afzonderlijke regel in de koptekst van het bericht. Voor een faxbericht kunt u
slechts één geadresseerde opgeven.
4 Als u meerdere geadresseerden wilt toevoegen aan een e-mail- of SMS-bericht,
drukt u op Enter na een gecontroleerde geadresseerde of voegt u een
puntkomma ";" toe als scheidingsteken.
Als u een gecontroleerde geadresseerde wilt verwijderen, verplaatst u de cursor
naar het einde van de vermelding en drukt u op de Backspace-toets.
Voorkomen dat er onvoldoende geheugen beschikbaar is
U moet regelmatig berichten verwijderen uit de mappen IN-vak en Verzonden en
opgehaalde e-mails uit het communicatorgeheugen verwijderen om
geheugenruimte vrij te maken.
Tip: In het geval van e-
mailberichten moet u de
contacten selecteren voor
de juiste velden van het
dialoogvenster door te
drukken op Naar, CC of BCC.
©2001 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
181