Symbool
Bij uitvoering "TIM 1.0"
Met de toetsen kunnen de volgende functies worden bediend. Wanneer de toeten in het grijs
worden weergegeven, is de functie niet beschikbaar.
Symbool
TIM
TIM
13.9.3
TIM-functies activeren
Wanneer de machine uitgeschakeld was en weer ingeschakeld wordt, wordt de registratie en
authenticatie tussen trekker en machine automatisch hersteld. Hetzelfde besturingsapparaat
wordt gebruikt voor de TIM-functie "Achterklep openen en sluiten na einde van het binden", dat
bij de laatste ingebruikneming van de machine werd gebruikt.
Om de TIM-functies te activeren, moet alleen nog de verbinding tussen machine en trekker
worden gemaakt.
ü In het menu 14-5 "TIM-software configureren"
•
de gewenste TIM-functies geselecteerd en
VariPack V 190
Originele handleiding 150001186_03_nl
TIM 1.0 (Tractor Implement Management) bedienen
Toelichting
TIM-status: de machine bevindt zich in de registratie en de authenticatie met de
trekker.
TIM-status: de machine is geregistreerd en geauthenticeerd. Door de toets
in te drukken, wisselt de TIM-status naar
TIM: status: de machine wacht op bevestiging van de trekker. Door de bevesti-
ging op het terminal of ander bedieningsapparaat van de trekker wisselt de TIM-
status naar
TIM-status: de machine en de trekker zijn met succes verbonden. De machine
neemt geautomatiseerd de besturing van de TIM-functies op de trekker over,
Pagina 141.
Knipperend: er zijn momenteel 2 TIM-functies actief, waarvan één TIM-functie
overstuurd is. Door het indrukken van de toets
gen bij de trekker wordt de verbinding weer tot stand gebracht.
Toelichting
TIM
TIM
Terminal – machinefuncties
.
TIM-functies starten (alleen te selecteren bij gesloten ach-
terklep).
TIM-functies pauzeren. Hierbij wordt niet de registratie en
de authenticatie tussen trekker en machine gescheiden.
(zie
Pagina 173) werden
.
TIM
en het aansluitend bevesti-
13
13.9
TIM
zie
143