10.9
DE VERBRANDINGSLUCHT WORDT RECHTSTREEKS VAN BUITEN GENOMEN
LEGENDA
Bij producten met een nominaal vermogen van minder dan 6 kW is het afgeraden om de verbrandingslucht van
buiten via een rechtstreekse inlaat aan te voeren, omdat dit problemen voor de verbranding kan veroorzaken.
Voor alle andere, NIET-HERMETISCHE producten is het aanbevolen om de aansluiting uit te voeren via een buis
waarvan de minimale diameter 50 mm en de maximale lengte 1 m bedraagt.
Bij dit type oplossing kan de externe luchtinlaat voor de verluchting (zie BUITENLUCHTINLAAT op pag. 10)
worden beperkt van 80 cm
• Het is verboden om een concentrische buis voor evacuatie van de rookgassen te installeren.
• Tijdens het installeren is het noodzakelijk om de minimale afstanden te controleren voor de inlaat van de
verbrandingslucht (zie Fig. 7 op pag. 11).
• Op de buitenmuur moet u een bocht van 90° installeren om de aanvoer van verbrandingslucht tegen de
invloed van de wind te beschermen: keer de opening van de bocht naar beneden (zie Fig. 7 op pag. 11).
Als de verbranding met dit type oplossing niet optimaal blijkt (vlam met weinig zuurstoftoevoer, de ruit wordt snel
vuil, enz.), dan kan het nodig zijn om de verbrandingsparameters van de kachel te wijzigen (neem contact op
met een erkende technicus) of om de lengte en het type van de uitgevoerde aansluiting te herzien.
Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn die op de inlaat van
verbrandingslucht betrekking hebben: is dat het geval, dan moeten deze in acht worden
genomen.
10.10
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De pelletkachel werkt door de trek van rook die gestuwd wordt door een ventilator. Het is verplicht te controleren
of alle leidingen volgens de regels van het vak tot stand gekomen zijn, volgens de normen EN 1856-1, EN 1856-2
en UNI/TS 11278 inzake de keuze van de materialen. Het geheel moet in ieder geval gerealiseerd worden door
gespecialiseerde bedrijven of personeel volgens UNI 10683:2012.
• De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet kort zijn om de trek te bevorderen en
condensvorming in de leidingen te voorkomen.
• Het rookkanaal moet groter of gelijk zijn aan de afvoerpijp (Ø80 mm).
• Enkele modellen kachels hebben de afvoer aan de zijkant en/of de achterkant. Controleer of de ongebruikte
afvoer gesloten wordt met de bijgeleverde dop.
RONDÓ - MIKA - KAMI - ELAN
Fig. 7 - Luchtinlaat voor installatie
Fig. 7 op pag. 11
1
≥ 1,5 m.
2
≥ 0,3 m.
3
Aanzicht dwarsdoorsnede
4
Beschermrooster
5
Opening van de bocht die omlaag gericht moet worden
tot 67 cm
.
2
2
NL
11