Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur en het L300 Go-systeem
Het L300 Go-systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving
waarin uitgestraalde RF-verstoringen worden beheerst. De klant of de gebruiker van
het L300 Go-systeem kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een
minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur
(zenders) en het L300 Go-systeem, zoals hieronder aanbevolen, overeenkomstig
het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Maximaal nominaal
uitgangsvermogen
van zender (W)
0,01
0,1
1
10
100
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor het hoogste
frequentiebereik.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische
overdracht wordt beïnvloed door absorptie door en weerkaatsing van structuren, objecten
en personen.
Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat niet hierboven wordt
vermeld, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden geschat aan
de hand van de vergelijking die geldt voor de frequentie van de zender, waarbij P het
maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is volgens de fabrikant
van de zender.
Opmerking: Alle berekeningen zijn gemaakt op basis van tabel 204 en 206 of IEC
60601-1-2 voor niet-levensondersteunende apparatuur met gebruikmaking van factoren
van 3,5 in 0,15–-800 MHz en 7 in 800–-2500 MHz. Deze tabellen bevatten geen vereisten
voor ISM-banden.
Scheidingsafstand afhankelijk van frequentie van
de zender
150 kHz t/m 80 MHz
buiten ISM-banden
d = 1,2√P
0,12 m
0,38 m
1,2 m
3,8 m
12 m
Hoofdstuk 12: Informatie over draadloze werking
80 MHz tot 800
MHz d = 0,4√P
0,04 m
0,13 m
0,4 m
1,3 m
4 m
800 MHz tot
2700 MHz
d = 0,7√P
0,07 m
0,22 m
0,7 m
2,2 m
7 m
103