Hoofdstuk 3
Een te importeren profiel selecteren
Het geëxporteerde bestand importeren en
de instellingen toepassen op een printer.
Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand
dat u wilt importeren. De instellingen in
het geselecteerde bestand worden
weergegeven in het gedeelte voor
weergave en wijzigen van instellingen.
OPMERKING
• Alle instellingen kunnen worden geïmporteerd,
behalve de namen van knooppunten.
• U kunt alleen profielen importeren die
compatibel zijn met de geselecteerde printer.
• Als het IP-adres van het geïmporteerde profiel
is ingesteld op [STATIC], wijzigt u zo nodig het
IP-adres van het geïmporteerde profiel om te
voorkomen dat het IP-adres een duplicaat is
van een bestaande printer in het netwerk.
•
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand.
OPMERKING
De instellingen op een tabblad waarop het
selectievakje [Deze instellingen uitschakelen]
is ingeschakeld, worden niet opgeslagen.
Geëxporteerde bestanden worden niet
gecodeerd.
Menuopties Tools
•
Herstart de printer automatisch na
toepassen van nieuwe instellingen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de
printer automatisch opnieuw opgestart na
toepassing van de communicatie-instellingen.
Als u dit selectievakje uitschakelt, moet de
printer handmatig opnieuw worden opgestart.
OPMERKING
Bij het configureren van meerdere printers
kunt u de procedure bespoedigen door dit
selectievakje uit te schakelen. Wij raden aan
dit selectievakje in te schakelen bij het
configureren van de eerste printer, zodat
u kunt controleren of elke instelling
functioneert zoals bedoeld.
26
•
Detecteert de verbonden printer automatisch
en haalt de huidige instellingen op
Als u dit selectievakje selecteert terwijl er een
printer is aangesloten op de computer, wordt de
printer automatisch gedetecteerd en worden
de instellingen van de printer op dat moment
weergegeven in het deelvenster
[Huidige status].
OPMERKING
Als de aangesloten printer een ander model is
dan de printer die wordt weergegeven in de
vervolgkeuzelijst [Printer], worden de
beschikbare instellingen op alle tabbladen
aangepast aan de aangesloten printer.
•
Naam knooppunt/Bluetooth apparaatnaam
wijzigen
Elke knooppuntnaam en Bluetooth-
apparaatnaam kan worden gewijzigd.
•
Standaardcommunicatie-instellingen
herstellen
Alle communicatie-instellingen worden
teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Opties voor het menu Help
•
Help weergeven
Het menu Help weergeven.
Tabblad Algemeen
Communicatie-instellingen
•
Netwerkinstellingen bij inschakelen
(alleen TD-2125NWB/2135NWB)
De netwerkinstellingen op het moment dat de
printer wordt ingeschakeld. Selecteer de optie
Standaard draadloos LAN, Standaard
bedraad LAN of Huidige status behouden.
•
Geselecteerde interface
(alleen TD-2125NWB/2135NWB)
Selecteer de optie Infrastructuur,
Infrastructuur en Wireless Direct of
Wireless Direct.
•
Bluetooth bij inschakelen (alleen
TD-2125NWB/2135NWB)
Specificeert de voorwaarden voor verbinding
via Bluetooth op het moment dat de printer
wordt ingeschakeld. Selecteer de optie
Standaard aan, Standaard uit of Huidige
status behouden.
3
3