Pagina 2
Alle overige handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren. Alle handels- en productnamen van bedrijven die vermeld zijn op producten van Brother, de bijbehorende documenten en andere materialen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectieve bedrijven. Niet alle modellen zijn in alle landen of regio’s verkrijgbaar.
Inhoud Inleiding ......................1 1.1 Inleiding tot het product ................. 1 1.2 Extra productreferenties ................1 Operationeel overzicht ..................2 2.1 Pak het labelapparaat uit en controleer of alle onderdelen aanwezig zijn ..2 2.2 Overzicht van de printer ................3 2.2.1 De voorkant ....................
Pagina 4
7.4 Geavanceerde instellingen ................68 7.5 Bestandsbeheer ..................70 7.6 Diagnostische functies ................71 Brother Printer Management Tool (BPM) ............72 8.1 De BPM starten ................... 72 8.2 De mediasensor automatisch kalibreren met de BPM ......... 73 De RFID instellen ..................... 74 9.1 Inleiding ......................
Daarnaast is het voorzien van alfanumerieke bitmaplettertypen in acht verschillende grootten en biedt het ondersteuning voor de meeste standaard barcode-indelingen. 1.2 Extra productreferenties Voor informatie over het schrijven van aangepaste programma’s voor het labelapparaat raadpleegt u de "Command Reference" (Opdrachtenoverzicht) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com.
Bewaar de verpakking voor het geval dat u de printer moet verzenden. De doos bevat de volgende onderdelen: Labelapparaat a. TJ-4020TN/TJ-4120TN b. TJ-4021TN/TJ-4121TN c. TJ-4021TNR/TJ-4121TNR Netsnoer USB-kabel Papierkern Als een of meer onderdelen ontbreken, neemt u contact op met de klantenservice van de fabrikant of uw plaatselijke (Brother-)dealer.
2.2.2 De binnenkant Ontgrendelingshendel van de printkop Afstelknop voor de printkopspanning Lintterugspoelas Linttoevoeras Labelrolgeleider Labeltoevoeras Invoersleuf externe labels Kernadapter, drie inch Bevestigingsklem stickervel * Stickervelterugspoelas * Mediageleiderbalk * Demper Sensor einde lint Printkop Degelrol Labelgeleider voorzijde Sensor zwarte markering (aangegeven met Ruimtesensor (aangegeven met * Optionele accessoires voor de labelverwijderaar.
De printkop staat open of er is sprake van een snijfout. Rood (knippert) Er is een afdrukfout aanwezig, zoals "Paper Empty" (Papier op), "Paper Jam" (Papierstoring), "Ribbon Empty" (Lint op) of "Memory Error" (Geheugenfout). TJ-4020TN/TJ-4120TN Statuslampjes Pictogrammen Printkop Lint Papier...
TJ-4021TN/TJ-4021TNR/TJ-4121TN/TJ-4121TNR Knoppen Functie Selectie-knoppen Gebruik deze om de gemarkeerde pictogrammen en menu’s te selecteren. Navigatieknoppen Gebruik deze om door het touchscreen te navigeren en pictogrammen en menu’s te markeren. 2.3.2 Pictogrammen op het startscherm (alleen modellen met een touchscreen) Pictogrammen printerstatus Pictogram Indicatie Het Wi-Fi-apparaat is klaar voor gebruik (alleen...
2.3.3 Overzicht van het touchscreen (Alleen beschikbaar voor TJ-4021TN, TJ-4021TNR, TJ-4121TN en TJ-4121TNR) Tik op de pictogrammen om toegang te krijgen tot de functies en de instellingen van de printer. Het hoofdmenu openen Controleer of "Ready" (Gereed) wordt weergegeven op het touchscreen van de printer. Als dat niet het geval is, tikt u op het pictogram Menu Opmerking U kunt ook de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken.
Pagina 16
Als u een optie in het hoofdmenu wilt selecteren, tikt u op het bijbehorende pictogram. Opmerking U kunt ook de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken. Gebruik de navigatieknoppen om door de opties te navigeren en druk vervolgens op de knop onder het pictogram .
Pagina 17
Overzicht van het hoofdmenu Gebruik de opties in het hoofdmenu om diverse printerinstellingen te configureren zonder de printer aan te sluiten op een computer. Pictogram Optie Beschrijving Setting De FBPL- en ZPL2-instellingen van de printer (Instelling) configureren. Sensor De geselecteerde mediasensor kalibreren. Het is raadzaam om de sensor te kalibreren elke keer dat u andere media plaatst.
Pagina 18
Favorieten U kunt de opties uit het hoofdmenu die u vaak gebruikt aan uw Favorites (Favorieten) toevoegen, zodat u snel toegang krijgt tot deze opties. Tik op het pictogram Favorites (Favorieten) om de lijst Favorites (Favorieten) weer te geven. Een optie toevoegen aan de lijst "Favorites" (Favorieten): 1.
Pagina 19
Een optie uit de lijst "Favorites" (Favorieten) verwijderen: 1. Houd uw vinger op de optie die u uit uw favorieten wilt verwijderen tot Delete Favorites (Favorieten verwijderen) wordt weergegeven. 2. Tik op "Yes" (Ja).
3. De printer installeren 3.1 Het netsnoer aansluiten 1. Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak. 2. Controleer of de aan-/uitschakelaar op UIT staat. 3. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer. 4. Steek het netsnoer in de voedingspoort aan de achterzijde van de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact.
3.2 Het lint plaatsen Pad voor het plaatsen van het lint Binnenkant met inktcoating Buitenkant met inktcoating 1. Open de mediaklep.
Pagina 22
a. Plaats het lint op de linttoevoeras. b. Plaats de papierkern op de lintterugspoelas. 3. Druk op de ontgrendelingshendel van de printkop om de printkop te openen. 4. Voer het lint door onder de lintgeleiderbalk en door de lintsensorsleuf. Volg daarbij het invoerpad dat op de klep van het labelapparaat is afgedrukt.
Pagina 23
5. Plak de aanloopstrook van het lint op de lintterugspoelpapierkern. Houd het lint daarbij plat en voorkom kreukels. 6. Draai de lintterugspoelas ongeveer drie- tot vijfmaal tegen de klok in tot het lint gelijkmatig en vlak ligt, zonder kreukels. 7. Sluit de printkop door de ontgrendelingshendel van de printkop aan beide zijden omlaag te drukken.
3.3 Gebruikt lint verwijderen 1. Knip het gebruikte lint met een schaar af langs de stippellijn. 2. Verwijder het lint van de lintterugspoelas. Opmerking Het verdient aanbeveling het gebruikte lint te vernietigen als het lint zichtbare afdrukken bevat.
3.4 De media laden 3.4.1 De labelrol laden Pad voor het laden van de labelrol 1. Open de mediaklep. 2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar het eind van de labeltoevoeras en druk de labelrolgeleider vervolgens omlaag.
Pagina 26
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en duw de labelrolgeleider omhoog om de labelrol te vergrendelen. Opmerking Controleer of de afdrukzijde van de labels naar boven is gericht. 4. Druk op de ontgrendelingshendel van de printkop en plaats de media door de labels door de demper, de mediasensor en de labelgeleider voorzijde te voeren.
Pagina 27
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de positie van de media in te stellen. Opmerking • Zorg dat u de media altijd door de mediasensor voert. • De locatie van de sensor wordt aangegeven met een driehoekje (ruimtesensor) en een pijltje (sensor zwarte markering).
3.4.2 Externe media laden Pad voor het laden van gevouwen labels 1. Open de mediaklep. 2. Voer de media in via de invoersleuf externe labels.
Pagina 29
3. Druk op de ontgrendelingshendel van de printkop en plaats de media door de labels door de demper, de mediasensor en de labelgeleider voorzijde te voeren. Lijn de labelrolgeleider uit op basis van de labelbreedte. 4. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen. Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met de ruimtesensor/sensor zwarte markering op het label.
6. Sluit de printkop aan beide zijden tot u een klik hoort. 7. Stel het soort mediasensor in en kalibreer de geselecteerde sensor. Opmerking Kalibreer de ruimtesensor/sensor zwarte markering telkens wanneer u de media vervangt. Raadpleeg voor meer informatie over het kalibreren van de sensor de sectie ...
Pagina 31
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en duw de labelrolgeleider omhoog om de labelrol te vergrendelen. Opmerking Controleer of de afdrukzijde van de labels naar boven is gericht. 4. Druk op de ontgrendelingshendel van de printkop en plaats de media door de labels door de demper, de mediasensor en de labelgeleider voorzijde te voeren.
Pagina 32
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de positie van de media in te stellen. Opmerking • Zorg dat u de media altijd door de mediasensor voert. • De locatie van de sensor wordt aangegeven met een driehoekje (ruimtesensor) en een pijltje (sensor zwarte markering).
Pagina 33
9. Gebruik het touchscreen om eerst de kalibratie uit te voeren en stel de printer vervolgens in op modus Labelverwijderaar. Als u een model hebt zonder touchscreen, gebruikt u de BPM om de kalibratie uit te voeren. Raadpleeg voor meer informatie over het kalibreren van de sensor de sectie 8.2 De mediasensor automatisch kalibreren met de...
Pagina 34
13. Trek de bevestigingsklem stickervel uit de stickervelterugspoelas en wikkel het stickervel om de stickervelterugspoelas tot het stickervel volledig is uitgerekt. 14. Plaats de bevestigingsklem stickervel in de stickervelterugspoelas. Opmerking U kunt ook een papierrol op de stickervelterugspoelas plaatsen om het stickervel om de papierrol te wikkelen.
3.4.4 Media laden in de snijmodus (optioneel) 1. Open de mediaklep. 2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar het eind van de labeltoevoeras en druk de labelrolgeleider vervolgens omlaag. 3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en duw de labelrolgeleider omhoog om de labelrol te vergrendelen.
Pagina 36
5. Voer de media in via de sleuf in de afdekking van de label-snijeenheid. 6. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen. Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
Pagina 37
8. Sluit de printkop aan beide zijden tot u een klik hoort. 9. Stel het soort mediasensor in en kalibreer de geselecteerde sensor. 10. Gebruik het touchscreen om eerst de kalibratie uit te voeren en stel de printer vervolgens in op Snijmodus. Als u een model hebt zonder touchscreen, gebruikt u de BPM om de kalibratie uit te voeren.
4. De afdrukkwaliteit verbeteren 4.1 De printkopspanning aanpassen om de afdrukkwaliteit te verbeteren Aanbevolen waarden voor de printkopspanning: Voor media met een breedte van 1-2 inch Voor media met een breedte van 3-4 inch Stel voor de beste afdrukkwaliteit de printkop in met de afstelknop voor de printkopspanning. Kies een van de zes spanningsaanpassingen, afhankelijk van welke mediabreedte u gebruikt (1-2 inch of 3-4 inch).
Pagina 39
De kreukel in het lint loopt van de De kreukel in het lint loopt van de Omschrijving rechterbenedenhoek naar de linkerbenedenhoek naar de linkerbovenhoek van het label. rechterbovenhoek van het label. Voorbeelden Invoer- van kreukels richting De instelschroef voor de lintspanning heeft vijf niveaus. Gebruik een platte schroevendraaier om het lintspanningsniveau aan te passen.
Voor meer informatie over de ondersteunde papierbreedte en -dikte raadpleegt u paragraaf Productspecificaties. Opmerking Als de kreukels dan nog niet verdwenen zijn, neemt u contact op met de klantenservice van de fabrikant van het product of met uw plaatselijke (Brother-)dealer.
Opmerking De modelnaam en het serienummer vindt u aan de achterzijde van de printer. Download het juiste stuurprogramma voor uw model: • TJ-4020TN/TJ-4021TN/TJ-4021TNR: Brother TJ-40 • TJ-4120TN/TJ-4121TN/TJ-4121TNR: Brother TJ-41 De installatiemethode voor het stuurprogramma is afhankelijk van het type verbinding: USB-verbinding (Windows/Mac/Linux) ...
Opmerking Als u het printerstuurprogramma niet kunt installeren: Installeer het printerstuurprogramma handmatig: Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Install printer drivers (Printerstuurprogramma’s installeren) > Others (Overige). Verwijder de printerstuurprogramma’s: Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Remove printer drivers (Printerstuurprogramma’s verwijderen) >...
2. Ga naar de pagina Downloads van uw model op support.brother.com en download het nieuwste printerstuurprogramma en de nieuwste software. 3. Voer de toepassing Seagull Driver Wizard uit en selecteer Install printer drivers (Printerstuurprogramma’s installeren) en Network (Netwerk). 4. Selecteer uw printer en klik op Next (Volgende).
Pagina 44
Open het venster Specify Port (Poort opgeven) opnieuw en selecteer de poort die u zojuist hebt gemaakt. Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking Als u het printerstuurprogramma niet kunt installeren: Verwijder de printerstuurprogramma’s: Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Remove printer drivers (Printerstuurprogramma’s verwijderen) >...
5.2 Labels maken en afdrukken met BarTender BarTender is een toepassing voor het maken van labels. De toepassing kan gratis worden gedownload vanaf de productpagina op support.brother.com. 1. Start BarTender. • Voor Windows 10, Windows Server 2016 of Windows Server 2019: Start >...
De printer beschikt over diverse hulpprogramma’s die u tijdens het inschakelen van het apparaat kunt gebruiken om de printer in te stellen en de functies van de printer te testen. TJ-4020TN/TJ-4120TN De hulpprogramma’s bij inschakelen gebruiken om de sensoren te kalibreren en de hardware te initialiseren.
Het lint en de ruimtesensor/sensor zwarte markering kalibreren: 1. Schakel de printer uit. 2. Selecteer de gewenste functie: Voor TJ-4020TN/TJ-4120TN: a. Houd de Pauze-knop ingedrukt en gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te schakelen. b. Laat de knop los als het aan-/uit-lampje gaat branden en er labels in de printer worden...
1. Schakel de printer uit. 2. Selecteer de gewenste functie: Voor TJ-4020TN/TJ-4120TN: a. Houd de Doorvoer-knop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in. b. Laat de knop los als het aan-/uit-lampje gaat branden en er labels in de printer worden ingevoerd.
Pagina 49
Voor de sensor zwarte markering: stuur de opdracht BLINE Raadpleeg voor meer informatie over de beschikbare opdrachten de "FBPL Command Reference" (Overzicht FBPL-opdrachten) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com. Zelftest Na de kalibratie van de ruimtesensor/sensor zwarte markering drukt u de printerconfiguratie af.
Pagina 50
Afdruk van een zelftest Afdruksnelheid (inch/sec) Afdrukdichtheid Labelgrootte (inch) Grootte van de ruimte (inch) Gevoeligheid ruimtesensor/ sensor zwarte markering Codepagina Landcode Donkerniveau afdruk Afdruksnelheid (inch/sec) Labelgrootte Beheer prefix Opmaak prefix Scheidingsteken prefix Bij inschakelen printer Bij sluiten printkop Configuratie seriële poort RS232 Regio RFID-frequentieband Printernaam...
Afdruk van een zelftest Aantal gedownloade bestanden Totaal en beschikbaar geheugen Controlepatroon printkop Dumpmodus Opmerking Voor de dumpmodus is papier met een breedte van 101,5 mm vereist. Als u het gewone afdrukken wilt hervatten, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in. ...
6.1.4 Kalibratie mediasensor (voor de sensor zwarte markering) 1. Schakel de printer uit. 2. Selecteer de gewenste functie: Voor TJ-4020TN/TJ-4120TN: De printer kalibreert de ruimtesensor en de sensor zwarte markering tegelijkertijd: a. Houd de Pauze-knop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in.
1. Schakel de printer uit. 2. Selecteer de gewenste functie: Voor TJ-4020TN/TJ-4120TN: Houd de Doorvoer-knop en Pauze-knop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in. Voor TJ-4021TN/TJ-4021TNR/TJ-4121TN/TJ-4121TNR: a. Houd de Selectie-knop ingedrukt en gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te schakelen.
7. De printerinstellingen met het touchscreen wijzigen (Alleen beschikbaar voor TJ-4021TN/4021TNR/4121TN/4121TNR.) 7.1 Het menu Setting (Instellingen) 1. Selecteer Setting (Instellingen) in het hoofdmenu. 2. Tik op Command Set (Opdrachtenset) en selecteer de gewenste programmeertaal. 3. Tik op het pictogram 7.1.1 FBPL-instellingen Beschikbare FBPL-instellingen: Speed (Snelheid) Density (Dichtheid)
Pagina 56
Instelling Beschrijving De afdruksnelheid instellen. Het instelbereik loopt van: Speed 1-10 voor 203 dpi (standaard 5) (Snelheid) 1-7 voor 300 dpi (standaard 3) Het donker-/lichtniveau van de afdruk instellen. Het instelbereik loopt van 0 Density tot 15. Mogelijk moet u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van de (Dichtheid) geplaatste media.
7.1.2 ZPL2-instellingen Beschikbare ZPL2-instellingen: Darkness (Donker) Print Speed (Afdruksnelheid) Tear Off (Afscheuren) Tear Off (Afscheuren) Print Mode Peel Off (Afdrukmodus) (Labelverwijderaar) Print Width Cutter (Snijeenheid) (Afdrukbreedte) List Fonts (Lijst met lettertypen) List Images (Lijst met afbeeldingen) List Formats (Lijst met formaten) List Setup (Lijst met instellingen) Control Prefix...
Pagina 58
Instelling Beschrijving Het donkerniveau instellen. Het instelbereik loopt van 0 tot 30. Mogelijk Darkness (Donker) moet u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van de geselecteerde media. De afdruksnelheid instellen. Het instelbereik loopt van: Print Speed 2 tot 10 voor 203 dpi (standaard 4) ...
Pagina 59
Instelling Beschrijving De gewenste media-actie na het sluiten van de printkop instellen. Actie Beschrijving Feed De printer voert één label uit. (Doorvoer) Calibration De printer kalibreert de sensorniveaus, bepaalt de Head Close (Kalibratie) labellengte en voert één label in. (Printkop dicht) Length De printer bepaalt de labellengte en voert het label (Lengte)
7.2 Sensorinstellingen Het is raadzaam om de sensoren te kalibreren elke keer dat u andere media plaatst. Gap (Ruimte) Black Mark (Zwarte markering) Auto Calibration (Automatische kalibratie) Continuous (Continu) Preprint (Vóór afdrukken) Gap (Ruimte) Manual Calibration Black Mark (Handmatige Standard (Standaard) (Zwarte markering) kalibratie) Continuous (Continu)
7.3 Interface-instellingen De interface-instellingen voor de printer opgeven. Serial (Serieel) Ethernet Menu Interface Wi-Fi RFID * * Alleen beschikbaar voor TJ-4021TNR en TJ-4121TNR. 7.3.1 Instellingen voor seriële communicatie De RS-232-instellingen voor de printer opgeven. 1200 bps 2400 bps 4800 bps 9600 bps Baud Rate (Baudrate)
7.3.2 Ethernet-instellingen De (bedrade) Ethernet-verbinding van de printer configureren en de status controleren. Zodra de Ethernet-verbinding tot stand is gebracht, verschijnen het Ethernet-pictogram en het IP-adres op het touchscreen (zie de afbeelding hieronder). Status Menu Interface Ethernet Configure (Configureren) Item Beschrijving De status van de instelling van het Ethernet IP-adres en het Status...
Configureer de Wi-Fi-verbinding van de printer en controleer de status. Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de Enterprise-configuratie instellen met de Brother Printer Management Tool (BPM). Voor meer informatie over het instellen van Wi-Fi met de BPM raadpleegt u de "Brother Printer Management Tool Quick Start Guide"...
Item Beschrijving De status van de instelling van het Wi-Fi IP-adres en MAC-adres Status controleren. DHCP: Het DHCP-netwerkprotocol (Dynamic Host Configuration Protocol) Configure inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit). (Configureren) Static IP (Statisch IP): Het IP-adres, subnetmasker en de gateway van de printer instellen.
Pagina 65
Item Beschrijving RFID Active (RFID Selecteer "Enable" (Inschakelen) om de actief) RFID-encodermodule in te schakelen. Error Handling Selecteer een modus voor de afhandeling van (Foutafhandeling) RFID-fouten. Overstrike Elk label dat onjuist is verwerkt, (Doorhalen) wordt afgedrukt met een (standaard) Overstrike (Doorhalen)-patroon. Vervolgens wordt op basis van de instelling bij "Label Retry"...
Pagina 66
Item Beschrijving Dit submenu wordt gebruikt om een RFID-kalibratie uit te voeren. Er moet een kaartjeskalibratie worden uitgevoerd als er een nieuw kaartje in de printer wordt geplaatst. Met de RFID-kalibratie worden het RFID-chiptype, het schrijf-/leesvermogen, de programmapositie en de lengte van het veld "EPC/User"...
Pagina 67
Item Beschrijving Deze instellingen worden gebruikt om het systeem te configureren als aangepaste RFID-kaartjes vereist zijn. USR Size De grootte van het USR-blok in bytes in het RFID- (USR-formaat) kaartjesgeheugen. Normaal wordt deze waarde automatisch ingesteld door de RFID-kalibratie. Deze waarde mag niet worden gewijzigd.
Pagina 68
Item Beschrijving Higgs 3 EPC Higgs 3-kaartjes verschillen van andere RFID- Len (Lengte kaartjes doordat de grootte van de geheugenbank Higgs 3 EPC) niet vaststaat. Om een EPC-lengte van meer dan 96 bits mogelijk te maken, leent Higgs 3 geheugen uit de USR-bank.
Pagina 69
Item Beschrijving Deze instellingen worden gebruikt voor testprocedures om de nauwkeurigheid van het RFID-systeem te bepalen en problemen op te lossen. Read Tag Het kaartje in het interne RFID-koppelmechanisme (Kaartje lezen) wordt gelezen en de kaartjesgegevens worden gerapporteerd naar de foutopsporingspoort en weergegeven op het touchscreen.
Pagina 70
Item Beschrijving Tag ID (ID Bevat de eerste Tag ID (ID van kaartje) die werd van kaartje) gelezen na het opstarten of, als het menu Read TID (TID lezen) wordt gebruikt, de meest recent gelezen TID. Als er geen kaartje is dat binnen het bereik van het RFID-koppelmechanisme valt, wordt "Unknown"...
Pagina 71
Item Beschrijving Deze instellingen zijn doorgaans "alleen-lezen" en worden gebruikt om statistieken te verzamelen en te rapporteren over de manier waarop het RFID-systeem rapporteert over afdruktaken die naar de printer zijn verzonden. Tag Write Count Toont het aantal kaartjes dat is geprobeerd (Aantal beschreven te beschrijven sinds de laatste Clear Tag kaartjes)
7.4 Geavanceerde instellingen Language (Taal) Printer Information (Informatie printer) Initialization (Initialisatie) Display Brightness (Helderheid scherm) Date Format (Datumnotatie) Touchscreen Calibration (Touchscreenkalibratie) Date (Datum) Date & Time (Datum en tijd) Time Format (Tijdnotatie) Time (Tijd) Advanced Menu (Geavanceerd) Menu Lock (Menu vergrendelen) Security (Beveiliging) Menu Password (Wachtwoord menu)
Pagina 73
TPH-vergrendeling) inschakelen. De standaardinstelling is 1 km. Key sound Het geluid bij het indrukken van de knoppen in- of uitschakelen. (Toetsengeluid) De QR-code wordt weergegeven waarmee de Brother Support Contact Us website op support.brother.com op een mobiel apparaat kan (Contact opnemen)
7.5 Bestandsbeheer Het beschikbare geheugen controleren, de lijst met bestanden weergeven, bestanden verwijderen of de bestanden uitvoeren die zijn opgeslagen in het DRAM/Flash/Card (Kaartje)-geheugen van de printer. DRAM File Manager Menu FLASH (Bestandsbeheer) CARD (Kaartje)
7.6 Diagnostische functies Print Config. (Configuratie afdrukken) Dump Mode (Dumpmodus) Diagnostic Diag Gap Menu Print Head (Printkop) (Diagnostiek) (Diagnostiek ruimte) Display (Weergave) Diag Black Mark (Diagnostiek zwarte markering) Sensor Diag Ribbon End (Diagnostiek einde lint) Diag Media (Diagnostiek media) Item Beschrijving De huidige printerconfiguratie afdrukken.
In het hoofdvenster van BPM hebt u toegang tot de volgende opties: Printerconfiguraties Bestandsbeheer Opdrachttool RTC conf. Printerfunctie Beheer bitmap font Voor meer informatie raadpleegt u de "Brother Printer Management Tool Quick Start Guide" (BPM-snelstartgids) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com.
8.2 De mediasensor automatisch kalibreren met de BPM Gebruik de BPM om het soort mediasensor (ruimtesensor of sensor zwarte markering) in te stellen en de geselecteerde sensor te kalibreren. Ruimtesensor Sensor zwarte markering De ruimtesensor (transmissiesensor) detecteert het begin van het label en de printer voert het label door naar de juiste positie.
9. De RFID instellen (Alleen beschikbaar voor TJ-4021TNR en TJ-4121TNR) 9.1 Inleiding Als u slimme labels met een EEPROM-technologie afdrukt, moet de printer mogelijk een paar RFID-kaartjes meerdere keren beschrijven en verifiëren alvorens ze te accepteren. Deze aanvullende procedure kan een korte pauze tussen de afgedrukte labels veroorzaken, maar is noodzakelijk voor een consistente kwaliteit en betrouwbaarheid.
9.2 RFID-kalibratie De TJ-4021TNR en TJ-4121TNR zijn voorzien van een RFID-antenne in een vaste positie. Deze bevindt zich bij de mediauitvoersleuf en biedt ondersteuning voor veel verschillende kaarttypen. 9.2.1 De RFID-media plaatsen 1. Plaats de RFID-media op de labeltoevoeras. 2. Open de printkop en de afdekklep van de RFID-afscheurbalk. Voer de media door de demper, de mediasensor en de labelgeleider voorzijde om de media te plaatsen.
9.2.2 RFID-kalibratieprocedure Opmerking Voor optimale kalibratieresultaten voert u de mediakalibratie uit vóór de RFID-kalibratie. Zorg dat het lint en de labelrol juist zijn geplaatst. 1. Automatische mediakalibratie uitvoeren: Met het touchscreen: Plaats de RFID-media in de printer. (Alleen thermische overdracht) Plaats het lint in de printer. Tik op het pictogram Menu Tik op het pictogram Sensor Tik op Auto Calibration (Automatische kalibratie), selecteer het type media en tik...
Pagina 81
Met de opdracht AUTODETECT: Opmerking Raadpleeg voor meer informatie de "FBPL Command Reference" (Overzicht FBPL-opdrachten) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com. 2. Start de RFID-kalibratie. Met het touchscreen: Interface RFID Tag Calibration (Kaartjeskalibratie) ...
Pagina 82
Raadpleeg voor meer informatie de "FBPL Command Reference" (Overzicht FBPL-opdrachten) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com. 3. Afhankelijk van het type kaartje en de lengte van het kaartje kan de kalibratie enkele minuten in beslag nemen. Na afloop van de kalibratie verschijnt er een groen of rood scherm. Het groene scherm geeft aan dat de kalibratie is gelukt en het rode dat de kalibratie is mislukt.
(vier pictogramindicatoren, één aan-/uitknopindicator) Statuslampjes (TJ-4021TN, TJ-4021TNR, TJ-4121TN, TJ-4121TNR) één aan-/uitknopindicator (drie kleuren - groen, rood, oranje) Afdrukken Afdrukmethode Thermische overdracht en direct thermisch (TJ-4020TN, TJ-4021TN, TJ-4021TNR) 107 mm Maximale afdrukbreedte (TJ-4120TN, TJ-4121TN, TJ-4121TNR) 105,7 mm (TJ-4020TN, TJ-4021TN, TJ-4021TNR) 25,400 mm...
Pagina 84
Grootte (TJ-4020TN, TJ-4021TN, TJ-4120TN, TJ-4121TN) Circa 248 mm (B) × 436 mm (D) × 274 mm (H) Afmetingen (TJ-4021TNR, TJ-4121TNR) Circa 248 mm (B) × 443 mm (D) × 274 mm (H) (TJ-4020TN, TJ-4120TN) Circa 9,2 kg (TJ-4021TN, TJ-4121TN) Gewicht...
Pagina 85
FBPL-EZS (compatibel met FBPL II, EPL II, ZPL II, SBPL) Acht alfanumerieke bitmaplettertypen Geïntegreerde lettertypen ® Monotype Imaging TrueType-lettertype-engine met één schaalbaar lettertype CG Triumvirate Bold Condensed Niet compatibel met RFID-kaartjes. Alleen erkende Brother-dealers mogen de accessoires vervangen.
Als de printer niet goed werkt, controleer dan eerst of u de volgende taken correct hebt uitgevoerd. Als het probleem daarmee niet is opgelost, neemt u contact op met de klantenservice van de fabrikant of uw plaatselijke (Brother-)dealer. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het LED-lampje brandt niet.
Neem contact op met de klantenservice printer opnieuw wordt losgeraakt. van de fabrikant van het product of met uw opgestart. plaatselijke (Brother-)dealer. De knoopcelbatterij is leeg. De labelgrootte is niet juist Geef de juiste labelgrootte op. De afdrukpositie aan de ingesteld.
Pagina 88
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De gevoeligheid van de Kalibreer de gevoeligheid van de sensor De afdrukpositie voor kleine mediasensor is niet juist opnieuw. labels is onjuist. ingesteld. De labelgrootte is onjuist. Stel de juiste labelgrootte en onderlinge ruimte in. De instelling voor Geef de instelling voor Y-verschuiving Y-verschuiving is onjuist.
11.2 Foutmeldingen op het touchscreen TJ-4021TN/TJ-4021TNR/TJ-4121TN/TJ-4121TNR Als er een fout optreedt, wordt de bijbehorende foutmelding op het touchscreen weergegeven. Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing De printwagen van de printer is Sluit de printwagen. Carriage Open geopend. (Printwagen open) De seriële kabel of USB-kabel is niet Sluit de seriële kabel of USB-kabel Not Printing correct aangesloten.
11.3 RFID-foutmeldingen De RFID-encoder kan verschillende fouten detecteren. Als deze fouten optreden, stelt de RFID-encoder de printer hiervan op de hoogte en wordt de bijbehorende foutmelding weergegeven op het touchscreen. Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing RFID Is De RFID-functie is niet Selecteer RFID >...
Pagina 91
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing De kaartjeslengte (de Controleer de gegevenslengte van de INVALID RFID grootte-parameter van de RFID-opdrachten. DATA LEN (Ongeldige RFID-opdracht) komt niet RFID-gegevenslengte) overeen met de instelling. Het label is mogelijk verkeerd uitgelijnd. Voer de Het kaartje kan niet worden geschreven.
12. Onderhoud Het verdient aanbeveling de printer regelmatig te reinigen voor een blijvend goede werking. Aanbevolen reinigingsmaterialen: • Wattenstaafje • Pluisvrije doek • Stofzuiger/stofblazer • Samengeperste lucht • Isopropylalcohol of ethanol Printeronderdeel Reinigingsmethode Interval 1. Schakel de printer uit. Reinig de printkop als u de labelrol 2.
Pagina 93
Opmerking Raak de printkop niet aan. Als u de printkop toch hebt aangeraakt, reinig die dan zoals hierboven beschreven. Gebruik geen medische alcohol omdat de printkop daardoor kan beschadigen. Volg bij het gebruik van isopropylalcohol of ethanol de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. Om een juiste werking van de printer te garanderen is het raadzaam om de printkop en de ...