Hoofdstuk 6 | Ontsmetten
Filtermat schoonmaken
Het wordt aanbevolen om de filtermat (50141352) regelmatig, elke 6 weken, schoon te maken. Afhankelijk van de
omgevingsvoorwaarden is het eventueel noodzakelijk om deze vaker schoon te maken.
De filtermat als volgt schoonmaken:
1.
Het ventilatierooster van de rechterkant van de centrifuge losschroeven.
2.
Het ventilatierooster verwijderen.
3.
De filtermat verwijderen.
4.
De filtermat schoonmaken door het vuil eruit te kloppen. U kunt de filtermat, indien nodig, met water schoonmaken.
De filtermat drogen, voordat u deze weer plaatst.
AANWIJZING: vocht kan de elektronica beschadigen en tot meer schade aan de centrifuge leiden. Uilsluitend droge
filtermatten in de centrifuge gebruiken.
5.
De filtermat weer op de condensor plaatsen.
6.
Het ventilatierooster weer op de centrifuge vastschroeven.
Ontsmetten
Gevaarlijke infectie door het aanraken van gecontamineerde rotor- en centrifugeonderdelen.
Besmettelijk materiaal kan door een gebroken beker of morsen in de centrifuge komen.
Zorg bij contaminatie dat er geen derden gevaar lopen.
De betreffende onderdelen onmiddellijk desinfecteren.
Beschadiging van apparaten door ongeschikte desinfecteermethoden of schoonmaakmiddelen.
Voordat een ander dan het door de fabrikant aanbevolen schoonmaak- of desinfecteerprocédé wordt toegepast, dient
de gebruiker zich er bij de fabrikant van te vergewissen dat het geplande procédé de materialen niet beschadigt.
De veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van de gebruikte schoonmaakmiddelen opvolgen.
Rotorkamer en rotor moeten met een neutraal desinfecteermiddel worden behandeld.
Als u vragen hebt over het gebruik van andere ontsmettingsmiddelen, neem dan contact op met de serviceafdeling van
Thermo Fisher Scientific. Voor details controleren
Als volgt desinfecteren:
1.
Rotor, bekers en toebehoor buiten de rotorkamer desinfecteren.
2.
Rotor, bekers, deksels, adapters en buisjes van elkaar scheiden, om grondig te kunnen desinfecteren.
3.
Rotor en toebehoor conform de aanwijzingen voor het desinfecteermiddel behandelen. De aangegeven
toepassingstijden strikt opvolgen.
Zorg dat het desinfecterende middel uit de rotor kan weglopen.
4.
Rotor en toebehoor met warm water spoelen en afdrogen.
5.
Rotor en toebehoor met de boringen naar beneden wijzend op een kunststof rooster leggen om afdruipen en drogen
mogelijk te maken.
6.
Het desinfecteermiddel conform de geldende voorschriften verwijderen.
7.
De rotor na het desinfecteren zoals beschreven schoonmaken:
32
|
SL 8 / 8R Centrifuge
WAA RSC HUWING
V OO RZI CH TIG
„Basisprincipes" op pagina 30.
„Reinigen" op pagina 31.
Thermo Scientific