4. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets
Opties en kiest u de optie Opslaan of drukt u
op de middentoets.
Of
1. Toets het nummer of de nummers in.
2. Druk op de functietoets Opties.
3. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Opslaan in notities te selecteren en druk op
de middentoets.
Zie pagina 33 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
De microfoon uitschakelen
(Microfoon uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Voorbeeld: het kan zijn dat u tegen iemand bij u
in de kamer iets wilt zeggen wat de
persoon aan de andere kant van de
lijn niet mag horen.
U kunt de microfoon als volgt tijdelijk uitschakelen:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Microfoon uit te selecteren en druk op de
middentoets.
Het symbool voor de uitgeschakelde microfoon
(
) verschijnt op het display en de
gesprekspartner kan u niet langer horen.
De microfoon weer inschakelen:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de bladertoets Omhoog of Omlaag om
Microfoon aan te selecteren en druk op de
middentoets.
Het symbool voor de uitgeschakelde
microfoon verdwijnt.
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt toetstonen in- en uitschakelen. Als de
optie Toetstonen uit is geselecteerd, worden de
toetstonen niet verzonden, zodat er geen
storende piepjes klinken wanneer u tijdens een
gesprek toetsen indrukt.
Telefoneren
29