2. Houd de toets
ingedrukt om een pauze in
te voegen.
Er verschijnt een "P" om aan te geven dat op
dat punt in de kiesreeks een pauze wordt
ingevoegd.
3. Voer het nummer in dat op de pauze moet
volgen, bijvoorbeeld uw rekeningnummer.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om meer pauzes
en nummers toe te voegen, indien nodig.
5. Druk op de toets
6. Als u daarom wordt gevraagd, drukt u op de
toets
om de DTMF-tonen (Dual Tone Multi-
frequency) te verzenden van het nummer dat
op de pauze volgt.
Het nummer wordt naar het systeem verzonden.
7. Herhaal zo nodig stap 6 als daarom wordt
gevraagd.
Oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u kort op
de toets
, sluit u het klepje of drukt u op de
optie Oproep beëindigen in de oproepopties.
om het nummer te bellen.
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt een vak voor een inkomende oproep
weergegeven.
Als de beller wordt herkend, wordt het
telefoonnummer weergegeven (of de naam, als
de beller in Contacten voorkomt). Als de oproep
afkomstig is van een geheim nummer (de beller
heeft dan nummerweergave uitgeschakeld),
wordt Geheim nr. weergegeven. Als het
nummer onbekend is, wordt Anoniem
weergegeven.
1. Open het klepje om de oproep te
beantwoorden. Als het klepje al is geopend,
drukt u op de toets
op de functietoets Opnemen.
2. Beëindig de oproep door het klepje te sluiten
of op de toets
te drukken.
Opmerking: u kunt een oproep beantwoorden
terwijl u de menufuncties gebruikt. De huidige
bewerking wordt dan geannuleerd.
Telefoneren
, op de middentoets of
23