6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te maken
van de handgreep met hartslagmonitor of met de
optionele borstkas hartslagmonitor (zie bladzijde
23 voor informatie over de optionele borstkas
hartslagmonitor). Aandacht: het bedieningspaneel
is compatibel met BLUETOOTH
hartslagmonitoren.
Aandacht: wanneer u beide hartslagmonito-
ren tegelijkertijd gebruikt dan zal het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan-
geven.
Verwijder de
velletjes plastic
van de metalen
contactpunten
op het bedie-
ningspaneel
voordat u de
handgreep met
hartslagmonitor
gaat gebruiken.
Zorg er ook voor
dat uw handen schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de metalen contactpunten op de
handleuningen ongeveer tien seconden lang vast;
beweeg uw handen niet. Wanneer uw hartslag
gemeten kan worden, zal bij iedere hartslag een
hartsymbooltje in de calorie display opflikkeren,
en zal uw hartslag worden aangegeven. Houd de
contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast
voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de toets Stop en
stel de helling van de loopband in op nul. De
helling van de loopband moet op nul staan wan-
neer u de loopband in de opbergstand inklapt
anders kunt u de loopband beschadigen. Trek
vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en
berg deze veilig op.
Druk de schakelaar in de Off (uit) -stand en trek de
stroomkabel uit wanneer u stopt met de loopband.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Smart
®
Contactpunten
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk, om een vooraf ingestelde workout te kiezen,
op een van de toetsen van de Quick Calorie Burn
Workouts (workouts om snel calorieën te verbran-
den) of op een van de Quick Timed Workouts
(snelle tijd workout) toetsen.
Wanneer u een vooraf ingestelde workout kiest,
zal de display de duur, de afstand, de naam, de
maximum snelheidsinstelling en de maximum hel-
linginstelling van de workout aangeven. Bovendien
zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van
de workout op de matrix verschijnen. Wanneer u
een calorie workout kiest, zal het geschatte aantal
calorieën dat u zult verbranden in de naam van de
workout verschijnen.
3. Start de workout.
Druk op de toets Start of op de toenametoets
Speed (snelheid) om met de workout te beginnen.
Eventjes nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de eer-
ste snelheids- en hellinginstelling van de workout.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde
snelheids- en/of hellinginstelling kan/kunnen voor
opeenvolgende segmenten geprogrammeerd wor-
den.
Tijdens de
workout zullen
de profielen op
de snelheid en
op de helling
tabbladen uw
vorderingen
aangeven.
Het opflikkerende segment van het profiel stelt het
huidige segment van de workout voor. De hoogte
van het opflikkerende segment geeft de snelheids-
of hellinginstelling voor het huidige segment aan.
Aan het einde van elk segment, zal een serie tonen
te horen zijn en zal het volgende segment van het
profiel beginnen op te flikkeren. De loopband zal,
als er een andere snelheids- en/of hellinginstel-
ling voor het volgende segment geprogrammeerd
wordt, automatisch de nieuwe snelheids- en/of hel-
linginstelling instellen.
20
Huidig Segment