4. Verander desgewenst de helling van de
loopband.
Druk op de toenametoets of afnametoets Incline
(helling) of op een van de genummerde Quick
Incline (snelhelling) toetsen om de helling van de
loopband te veranderen. Elke keer als u op een van
de toetsen drukt, zal de helling van de loopband
geleidelijk veranderen tot de gekozen hellinginstel-
ling bereikt wordt.
5. Volg uw vorderingen met de displays.
Wanneer u op de loopband loopt of rent zal de
display de volgende workout informatie aangeven:
• De verstreken tijd
• De afstand die u gelopen of gerend heeft
• De intensiteitsbalk van de workout
• Het geschatte aantal calorieën dat u verbrand
heeft
• De hellingstand van de loopband
• Het aantal verticaal geklommen meters
• De snelheid van de band
• Uw hartslag (zie stap 6 op bladzijde 20)
• De matrix
De matrix heeft verschillende display tabbladen.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast de
toets Enter of druk op de toets Display tot het ge-
wenste tabblad wordt aangegeven.
Het tabblad Incline zal een profiel van de hellin-
ginstellingen van de workout aangeven. Aan het
einde van iedere minuut zal een nieuw segment
verschijnen.
Het tabblad Speed zal een profiel van de snelheids-
instellingen van de workout aangeven.
Het tabblad My Trail (mijn pad) zal een piste van
400 m (1/4 mijl) aangeven. De opflikkerende
rechthoek zal uw vorderingen tijdens het oefenen
aangeven. Het tabblad My Trail zal ook het aantal
afgelegde rondjes aangeven.
Het tabblad Calorie (calorieën) zal het geschatte
aantal calorieën dat u verbrand heeft aange-
ven. De hoogte van ieder segment geeft het
aantal verbrande calorieën aan dat tijdens dat
segment verbrand is. Aandacht: wanneer u het
tabblad Calorie gebruikt, zal de calorie display
het geschatte aantal verbrande calorieën per uur
aangeven.
De intensiteitsbalk van de workout zal tijdens het
oefenen het geschatte intensiteitsniveau van uw
workout aangeven.
Druk op de toets Home (thuis) om naar het stan-
daardmenu terug te keren (zie DE INSTELLINGEN
op bladzijde 24 om het standaardmenu in te stel-
len). Druk, indien nodig, nogmaals op de toets
Home.
Wanneer een draadloze
iFit module wordt aange-
sloten, zal het draadloos
symbool aan de boven-
kant van de display de
sterkte van het draad-
loze signaal aangeven.
Vier staafjes geven volle sterkte aan.
Druk op de toets Stop, trek de sleutel uit, en steek
de sleutel weer in om de displays te resetten.
19