Gebruikershandleiding
Als u weer wilt toestaan dat uw toestel contactpersonen beschikbaar stelt aan andere Bluetooth®--apparaten, wijzigt u het veld Overdracht
contactpersonen in Alles.
Uitgaande oproepen beperken
1.
Klik in het verbindingengedeelte boven aan het scherm in het beginscherm of klik op het pictogram Verbindingen beheren.
2. Klik op Bluetooth-opties.
3. Druk op de toets
> Opties.
4. Selecteer in het veld Uitgaande gesprekken toestaan de optie Nooit of Indien niet geblokkeerd.
5. Druk op de toets
> Opslaan.
BlackBerry-toestellen zichtbaar maken
Als u uw BlackBerry®-toestel zichtbaar maakt, kunnen andere Bluetooth®-- toestellen uw toestel detecteren.
1.
Klik in het verbindingengedeelte boven aan het scherm in het beginscherm of klik op het pictogram Verbindingen beheren.
2. Klik op Bluetooth-opties.
3. Stel het veld Zichtbaar in op 2 minuten.
Na twee minuten wordt het veld Zichtbaar automatisch ingesteld op Nee.
De naam wijzigen die u voor uw BlackBerry-toestel hebt gebruikt bij het koppelen
1.
Klik in het verbindingengedeelte boven aan het scherm in het beginscherm of klik op het pictogram Verbindingen beheren.
2. Klik op Bluetooth-opties.
3. Druk op de toets
> Opties.
4. Voer in het veld Naam van het toestel een naam voor uw BlackBerry®-toestel in.
5. Druk op de toets
> Opslaan.
Melding van Bluetooth®--verbinding uitschakelen
1.
Klik in het verbindingengedeelte boven aan het scherm in het beginscherm of klik op het pictogram Verbindingen beheren.
2. Klik op Bluetooth-opties.
3. Druk op de toets
> Opties.
4. Schakel het selectievakje LED-verbindingsindicator uit.
5. Druk op de toets
> Opslaan.
Schakel het selectievakje LED-verbindingsindicator in als u de melding van de Bluetooth®--verbinding weer wilt inschakelen.
De melding uitschakelen die verschijnt wanneer u een verbinding maakt of een paar definieert
1.
Klik in het verbindingengedeelte boven aan het scherm in het beginscherm of klik op het pictogram Verbindingen beheren.
2. Klik op Bluetooth-opties.
3. Klik op een gekoppeld, voor Bluetooth®- geschikt apparaat.
4. Druk op de toets
. > Apparaateigenschappen.
232
Verbindingen beheren