86
Connectiviteit
adressen contact op met uw
internetprovider.
Proxyserveradres — Voer het adres
van de proxyserver in.
Proxypoortnummer — Het
poortnummer van de proxyserver
opgeven.
WLAN-internettoegangspunten
Selecteer
Menu
Instellingen
en
Bestemmingen
volg de instructies op het scherm. Of
open een van de toegangspuntgroepen,
selecteer een toegangspunt dat
gemarkeerd is met
Bewerken.
Volg de instructies van uw
serviceprovider om het volgende te
bewerken:
Naam verbinding — Hier kunt u een
naam voor de verbinding definiëren.
Drager gegevens — U kunt de
gegevensdrager mogelijk niet
bewerken zodra deze is gedefinieerd.
Definieer indien nodig een nieuw
toegangspunt.
Bed. paneel
>
>
Verbinding
>
Toegangspunt
>
en selecteer
WLAN-netwerknaam — Selecteer
Handmatig opgeven
zoeken. Als u een bestaand netwerk
selecteert, worden
netwerkmodus
beveiligingsmodus
instellingen van het
toegangspuntapparaat.
Netwerkstatus — Definieer of de
netwerknaam moet worden
weergegeven.
WLAN-netwerkmodus — Selecteer
en
Ad-hoc
om een ad hoc netwerk te
maken en sta de apparaten toe
rechtstreeks gegevens te verzenden en
ontvangen; u hebt dan geen WLAN-
toegangspunt nodig. In een ad hoc
netwerk moeten alle apparaten
dezelfde WLAN-netwerknaam
gebruiken.
WLAN-beveiligingsmodus
— Selecteer de coderingsmethode die
u wilt gebruiken: WEP, 802.1x, of
WPA2
(802.1x en WPA/WPA2 zijn niet
beschikbaar voor ad hoc netwerken.) Als
u
Open netwerk
geen codering toegepast. U kunt de
WEP-, 802.1x- en WPA-functies alleen
gebruiken als het netwerk dat
ondersteunt.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
of
Netw.namen
WLAN-
en
WLAN-
bepaald door de
selecteert, wordt er
WPA/