78
Connectiviteit
hoeveelheden gegevens, wat kan leiden
tot navenante kosten voor dataverkeer.
Connectiviteit
Het apparaat biedt verschillende opties
om verbinding te maken met internet of
met een ander compatibel apparaat of
computer.
Gegevensverbindingen en
toegangspunten
Het apparaat ondersteunt packet-
gegevensverbindingen
(netwerkdienst), zoals GPRS in het GSM-
netwerk. Wanneer u het apparaat
gebruikt in GSM- en UMTS-netwerken,
kunnen meer gegevensverbindingen
tegelijk actief zijn en kunnen
toegangspunten een
gegevensverbinding delen. In het UMTS-
netwerk blijven gegevensverbindingen
actief gedurende spraakoproepen.
U kunt ook een WLAN-verbinding
gebruiken. In één WLAN kan slechts één
verbinding tegelijk actief zijn, maar
verschillende toepassingen kunnen
hetzelfde internettoegangspunt
gebruiken.
Voor een gegevensverbinding hebt u
een toegangspunt nodig. U kunt
verschillende soorten toegangspunten
definiëren, zoals:
MMS-toegangspunten, voor het
•
verzenden en ontvangen van
multimediaberichten;
Internettoegangspunten, voor het
•
verzenden en ontvangen van e-mail
en om verbinding te maken met
internet.
Vraag uw serviceprovider welk type
toegangspunt u nodig hebt voor de
dienst die u wilt gebruiken. Neem
contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over de
beschikbaarheid van en abonnementen
op diensten voor packet-
gegevensverbindingen.
Netwerkinstellingen
Het apparaat kan automatisch
schakelen tussen GSM- en 3G-
netwerken. Het GSM-netwerk wordt in
de stand-by modus aangegeven met .
Het 3G-netwerk wordt aangegeven met
.
Selecteer
Menu
Instellingen
en
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Bed. paneel
>
>
Telefoon
Netwerk
>