14
Aan de slag
3
Plaats de geheugenkaart, met de
contactpunten omlaag.
4
Draai de kaarthouder weer op zijn
plaats. Verschuif en vergrendel de
kaarthouder.
5
Plaats de batterij en achtercover
terug.
Gebruik alleen compatibele micro-SD-
kaarten die door Nokia is goedgekeurd
voor gebruik met dit apparaat. Nokia
maakt gebruik van goedgekeurde
industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige
merken zijn mogelijk niet geheel
compatibel met dit apparaat.
Incompatibele kaarten kunnen de kaart
en het apparaat beschadigen en
gegevens op de kaart aantasten.
De geheugenkaart verwijderen
1
Het apparaat uitschakelen.
2
Verwijder de achtercover en de
batterij.
3
Open de geheugenkaarthouder en
verwijder de geheugenkaart. Sluit
de geheugenkaarthouder.
4
Plaats de batterij en achtercover
terug.
Polsband
Rijg de polsband en trek deze vast.
De batterij opladen
De batterij is in de fabriek gedeeltelijk
opgeladen. Als wordt aangegeven dat
het batterijniveau laag is, gaat u als
volgt te werk:
1
Sluit de lader aan op een
stopcontact.
2
Sluit de stekker van de lader aan op
het apparaat.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.