Pagina 1
HP ProBook notebookcomputer Gebruikershandleiding...
Pagina 2
De informatie in deze documentatie kan gebruikershandleiding te downloaden. zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Draadloos netwerk beveiligen .................... 20 Verbinding maken met een WLAN ..................22 Naar een ander netwerk roamen ..................23 HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) ............24 SIM-kaart plaatsen ......................24 SIM-kaart verwijderen ......................25 Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) ....27...
Pagina 6
Bluetooth en Internet Connection Sharing (ICS) ............... 27 Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................28 Kan geen verbinding maken met een draadloos netwerk ..........28 Kan geen verbinding maken met een voorkeursnetwerk ........... 29 Netwerkstatuspictogram wordt niet weergegeven ............. 29 Actuele netwerkbeveiligingscodes zijn niet beschikbaar ...........
Pagina 7
Audio-cd of dvd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten ....46 Volgend muziekstuk of hoofdstuk van een audio-cd of dvd afspelen ....46 QuickLook gebruiken .......................... 46 QuickWeb gebruiken .......................... 47 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken .................. 48 Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen ........... 48 Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok ......
Pagina 8
Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm ........69 Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is ....70 Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd ....70 Recentste apparaatstuurprogramma’s van HP verkrijgen ....71 Apparaatstuurprogramma’s van Microsoft verkrijgen ....... 71 Webcam ............................. 72 Tips voor de webcam ......................
Pagina 9
Schijfdefragmentatie gebruiken ..................92 Schijfopruiming gebruiken ....................92 HP 3D DriveGuard gebruiken ......................93 Status van HP 3D DriveGuard herkennen ................. 93 HP 3D DriveGuard software gebruiken ................94 Externe schijfeenheden gebruiken ..................... 95 Optionele externe apparaten gebruiken ................95 Vaste schijf vervangen ........................
Voorzieningen Hardware herkennen U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: Selecteer Start > Computer > Systeemeigenschappen. Klik in het linkerdeelvenster op Apparaatbeheer. Met Apparaatbeheer kunt u ook hardware toevoegen of apparaatconfiguraties wijzigen. OPMERKING: Windows®...
Pagina 14
Onderdeel Beschrijving Uit-indicator van het touchpad Tik tweemaal snel op de uit-indicator van het touchpad om de touchpad-zone in en uit te schakelen. OPMERKING: Het lampje is uit wanneer de touchpad-zone actief Touchpad-zone* Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
Uit-indicator van het touchpad ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. HP QuickLook-lampje Knipperend: QuickLook wordt geopend of gesloten. HP QuickWeb-lampje Knipperend: De webbrowser wordt geopend of gesloten. Hardware herkennen...
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: de computer staat aan. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. Lampje voor draadloze communicatie ● Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkmodule en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Pagina 17
Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer uit te schakelen. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/ uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Toetsen OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. Windows-applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer staat.
Schijfeenheidlampje ● Knipperend wit: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf of een optische-schijfeenheid. ● Oranje: HP 3D DriveGuard heeft de interne vaste schijf tijdelijk geparkeerd. Mediakaartlezer Ondersteunt de volgende typen optionele digitale kaarten: ● Memory Stick ●...
Onderdeel Beschrijving Lampje van de optische-schijfeenheid (alleen Knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de optische- bepaalde modellen) schijfeenheid. Optische-schijfeenheid (alleen bepaalde Hiermee leest u optische schijven en schrijft u (alleen bij bepaalde modellen) modellen) naar optische schijven. Onderdeel Beschrijving USB-poorten (2) Hierop sluit u optionele USB-apparaten aan.
Pagina 22
Onderdeel Beschrijving Bevestigingspunt voor beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een optionele beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigende werking uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer wordt automatisch gestart voor luchtkoeling van de interne onderdelen van de computer en om oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator af en toe aan- en uitgaat tijdens het gebruik van de computer.
Beeldscherm OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Hiermee schakelt u het beeldscherm uit wanneer het apparaat wordt gesloten terwijl het is ingeschakeld. Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Webcamlampje (alleen bepaalde modellen) Aan: de webcam is in gebruik.
Pagina 25
Onderdeel Beschrijving WWAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WAN's (WWAN's, wireless wide area networks). WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local area networks).
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact. Accu* Hiermee kunt u de computer op accuvoeding laten werken als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. *Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per land/regio.
Pagina 27
Circuit Card Identifier) van de SIM-kaart. Dit label bevindt zich in de accuruimte. ● Label met serienummer van HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): bevat het serienummer van de HP module voor mobiel breedband. Dit label bevindt zich aan de onderkant van de computer. Labels herkennen...
● HP mobiel-breedbandmodule: een draadloos WWAN-apparaat (wireless wide area network) dat toegang biedt tot informatie op elke plek waar de diensten van een mobiele-netwerkexploitant beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een mobiele-netwerkexploitant.
(uitgeschakeld) apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld. Hiermee opent u HP Verbindingsbeheer, waarmee u een verbinding tot Verbindingsbeheer stand kunt brengen met een HP mobiel-breedbandapparaat (alleen bepaalde modellen). Netwerkstatus Geeft aan dat een of meer netwerkstuurprogramma's zijn geïnstalleerd...
Klik op de knop Help. HP Verbindingsbeheer gebruiken (alleen bepaalde modellen) U kunt HP Verbindingsbeheer gebruiken om verbinding te maken met WWAN's via het HP mobiel- breedbandapparaat in de computer (alleen bepaalde modellen). Om Verbindingsbeheer te starten, klikt u op het pictogram Verbindingsbeheer in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Ook sommige besturingssystemen bieden de mogelijkheid om de geïntegreerde apparaten voor draadloze communicatie en de draadloze verbinding te beheren. Windows kent bijvoorbeeld de voorziening Netwerken en delen, waarmee u de volgende taken kunt uitvoeren: een verbinding of een netwerk instellen, verbinding maken met een netwerk, draadloze netwerken beheren, een diagnose stellen van verbindingen en verbindingen herstellen.
Draadloos netwerk (WLAN) gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. draadloze router draadloos toegangspunt OPMERKING: De termen worden vaak door elkaar...
Pagina 33
Draadloze netwerken in openbare zones, of "hotspots", zoals café's en luchthavens, zijn mogelijk helemaal niet beveiligd. Door fabrikanten van producten voor draadloze communicatie en aanbieders van hotspotservices worden nieuwe technologieën ontwikkeld om de openbare ruimte veiliger en anoniemer te maken. Als u zich zorgen maakt om de beveiliging van uw computer op een hotspot, kunt u uw netwerkactiviteiten het beste beperken tot niet-kritieke e-mailactiviteiten en oppervlakkig surfen op internet.
OPMERKING: Als uw netwerk gesloten is en de SSID niet wordt doorgegeven, moet u de SSID onthouden om nieuwe apparaten op het netwerk te kunnen aansluiten. Noteer de SSID en bewaar de notitie op een veilige plaats voordat u het netwerk sluit. Verbinding maken met een WLAN Ga als volgt te werk om verbinding te maken met het draadloze netwerk: Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
Naar een ander netwerk roamen Wanneer uw computer binnen het bereik van een ander draadloos netwerk komt, probeert Windows verbinding te maken met dat netwerk. Als de poging slaagt, wordt uw computer automatisch verbonden met het nieuwe netwerk. Als Windows het nieuwe netwerk niet herkent, volgt u dezelfde procedure die u eerder gebruikte om verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
HP mobiel breedband stelt uw computer in staat gebruik te maken van WWAN's voor toegang tot internet vanuit meer plaatsen en met een groter bereik dan mogelijk is met WLAN's. Voor gebruik van HP mobiel mobiele-netwerkexploitant breedband heeft u een aanbieder van netwerkdiensten nodig ( genoemd).
Plaats de accu terug. OPMERKING: HP mobiel breedband wordt gedeactiveerd als de accu niet wordt teruggeplaatst. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan.
Pagina 38
Druk de SIM-kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). Plaats de accu terug. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Hoofdstuk 2 Draadloos, modem en lokaal netwerk...
Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten. Bluetooth en Internet Connection Sharing (ICS) HP raadt u niet aan om een computer met Bluetooth in te stellen als host en deze als gateway te gebruiken waarmee andere computers verbinding kunnen maken met internet. Wanneer twee of meer...
Problemen met draadloze verbindingen oplossen Enkele mogelijke oorzaken van problemen met draadloze verbindingen zijn: ● Een apparaat voor draadloze communicatie is niet correct geïnstalleerd of is uitgeschakeld. ● Er is een storing opgetreden in een apparaat voor draadloze communicatie of router. ●...
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van de software voor het WLAN-apparaat in de computer op te halen: Open een internetbrowser en ga naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's en typ vervolgens het nummer van uw computermodel in het zoekvak.
moet u over de juiste codes beschikken. De SSID en de netwerksleutel zijn alfanumerieke codes die u invoert in de computer om uw computer kenbaar te maken bij het netwerk. ● Voor een netwerk dat is verbonden met uw persoonlijke draadloze router, raadpleegt u de gebruikershandleiding bij de router voor instructies aangaande het instellen van dezelfde codes op de router en het WLAN-apparaat.
Pagina 43
Als de computer nog geen verbinding maakt met het draadloze netwerk, start u de draadloze router opnieuw op. Raadpleeg de instructies van de routerfabrikant voor nadere informatie. Problemen met draadloze verbindingen oplossen...
Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen) Het modem moet zijn aangesloten op een analoge telefoonlijn via een 6-pins RJ-11-modemkabel (alleen bepaalde modellen). In sommige landen is ook een modemkabeladapter voor specifieke landen vereist. Connectoren voor digitale PBX-systemen lijken mogelijk op analoge telefoonconnectoren maar zijn niet compatibel met het modem.
Modemkabeladapter voor specifieke landen aansluiten Telefoonconnectoren verschillen per land. Als u het modem en de modemkabel (alleen bepaalde modellen) wilt gebruiken buiten het land of de regio waarin u de computer hebt aangeschaft, moet u een modemkabeladapter (alleen bepaalde modellen) aanschaffen voor specifieke landen. Volg deze stappen om het modem aan te sluiten op een analoge telefoonlijn die geen RJ-11- telefoonconnector heeft: Steek de modemkabel in de modemconnector (1) van de computer.
Nieuwe locaties toevoegen tijdens het reizen Een locatie-instelling voor het land waarin u de computer hebt aangeschaft, is standaard de enige beschikbare locatie-instelling voor het modem. Als u naar verschillende landen reist, stelt u het interne modem in op een locatie-instelling die voldoet aan de gebruiksnormen van het land waarin u het modem gebruikt.
Problemen met reisverbinding oplossen Als u problemen ondervindt met de modemverbinding bij gebruik van de computer buiten het land waarin u de computer hebt aangeschaft, probeert u de volgende suggesties: ● Controleer het type telefoonlijn. Het modem vereist een analoge en geen digitale telefoonlijn. Een lijn die omschreven wordt als een PBX-lijn is gewoonlijk een digitale lijn.
Pagina 48
Klik op Modem. Schakel het selectievakje uit voor Op kiestoon wachten voordat het nummer wordt gekozen. Klik twee keer op OK. Hoofdstuk 2 Draadloos, modem en lokaal netwerk...
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) Als u verbinding wilt maken met een lokaal netwerk (LAN), hebt u een 8-pins RJ-45-netwerkkabel nodig (niet meegeleverd). Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, waarmee storing van de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt voorkomen, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
Cursorbesturing en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor cursorbesturingsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis om Eigenschappen voor muis te openen.
een externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met het touchpad, tikt en schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over het touchpad. OPMERKING: Als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, en vervolgens wilt schuiven, haalt u eerst uw vinger van het touchpad voordat u begint te schuiven.
Touchpad-bewegingen gebruiken Het touchpad ondersteunt een aantal touchpad-bewegingen. Plaats twee of drie vingers op het touchpad, op hetzelfde ogenblik zoals beschreven in de volgende gedeelten, om de touchpad- bewegingen te activeren. OPMERKING: U kunt eender waar op het touchpad schuiven en drukken. De draaibeweging moet binnen de touchpad-zone gebeuren.
Schuiven Schuiven is handig om omhoog of omlaag te bewegen op een pagina of afbeelding. Doe het volgende om te schuiven: plaats twee vingers enigszins uit elkaar op het touchpad en sleep deze over het touchpad. Beweeg hierbij omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: De schuifsnelheid wordt geregeld door de vingersnelheid.
OPMERKING: Het draaien moet binnen de touchpad-zone gebeuren. Drievingertik Met drievingertikken kunt u de navigatie- en applicatieregeling optimaliseren om snel door documenten, foto’s, presentaties en andere bestanden te bladeren. Plaats drie vingers enigszins uit elkaar op het touchpad. Tik met uw drie vingers over het touchpad in een rechte, continue beweging (rechts voor volgende, links voor vorige, omhoog om een presentatie te starten of af te spelen, of omlaag om een presentatie te stoppen of beëindigen).
Externe muis aansluiten U kunt een externe USB-muis aansluiten op de computer via een van de USB-poorten op de computer. U kunt een USB-apparaat toevoegen door het apparaat aan te sluiten op een USB-poort op de computer of op een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen). Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken Sneltoetsen zijn combinaties van de...
Functie Hotkey Geluidsvolume verhogen. fn+f9 Het vorige muziekstuk afspelen. fn+f10 Cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of fn+f11 hervatten. Het volgende muziekstuk afspelen. fn+f12 U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer: ●...
Helderheid van het scherm verlagen Druk op fn+f2 om de helderheid van het scherm te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het scherm verhogen Druk op fn+f3 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen.
Met QuickLook kunt u contactgegevens, agendagegevens, e-mailgegevens en taken beheren zonder de computer te hoeven opstarten. HP DayStart is een onderdeel van QuickLook en dankzij HP DayStart kunt u onmiddellijk productief zijn terwijl Windows opstart. Er worden gegevens over belangrijke vergaderingen en conferentiegesprekken weergegeven evenals de status van de acculading.
QuickWeb gebruiken QuickWeb is een onmiddellijk-aan omgeving die losstaat van uw Windows-besturingssysteem. Met QuickWeb hebt u snel toegang tot een Webbrowser zonder dat u Windows hoeft op te starten. Druk op als de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat om QuickWeb te openen ▲...
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Voor de meeste externe numerieke toetsenblokken geldt dat de werking van de toetsen afhangt van het wel of niet ingeschakeld zijn van num lock (num lock is standaard uitgeschakeld). (Num lock is uitgeschakeld in de fabriek.) Bijvoorbeeld: ●...
Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de muisaanwijzer onverwachte bewegingen op het scherm maakt. U kunt dit voorkomen door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Optischeschijfeenheid voor het afspelen van audio- en videoschijven ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ●...
Pagina 64
Onderdeel Beschrijving Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen. Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven. Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven.
Geluidsvolume aanpassen U kunt het geluidsvolume regelen met de volgende voorzieningen: ● Volumetoetsen van de computer: ◦ Om het geluid te dempen of te herstellen houdt u de fn-toets (1) ingedrukt en drukt u vervolgens op de f7-toets (2) Dempen. ◦...
Schakel onder de systeempictogrammen het selectievakje Volume in. Klik op OK. ● Volumeregeling van programma: Het volume kan ook binnen bepaalde programma’s worden geregeld. Multimediasoftware Op de computer staat vooraf geïnstalleerde multimediasoftware. Sommige modellen worden geleverd met aanvullende multimediasoftware op een optische schijf. Afhankelijk van de hardware en software die bij de computer is geleverd, kunnen de volgende multimediataken worden ondersteund: ●...
Multimediasoftware gebruiken Selecteer Start > Alle programma's en open vervolgens het multimediaprogramma dat u wilt gebruiken. Als u bijvoorbeeld Windows Media Player wilt gebruiken om een muziek-cd af te spelen, klikt u op Windows Media Player. OPMERKING: Sommige programma’s bevinden zich mogelijk in submappen. Plaats de schijf, bijvoorbeeld een audio-cd, in de optischeschijfeenheid.
Audio Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende audiovoorzieningen te gebruiken: ● Muziek afspelen via de computerluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers ● Geluid opnemen met de interne microfoon of een externe microfoon aansluiten ● Muziek downloaden van internet ● Multimediapresentaties maken met beeld en geluid ●...
Audiofuncties controleren U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume op de taakbalk en selecteer vervolgens Geluiden. – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Geluid. Wanneer het venster Geluid verschijnt, klikt u op de tab Geluiden. Selecteer onder Programma de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en klik op de knop Test.
Video Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken: ● Films bekijken ● Spelletjes spelen via internet ● Afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties ● Externe videoapparatuur aansluiten Externe monitor of projector aansluiten Uw computer heeft een externe-monitorpoort waarmee u een externe monitor of projector kunt aansluiten.
OPMERKING: Als u videosignalen wilt verzenden via de HDMI-poort, heeft u een HDMI-kabel nodig. Deze kunt u aanschaffen bij een elektronicazaak. U sluit als volgt een video- of audioapparaat aan op de HDMI-poort: Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat volgens de instructies van de fabrikant.
Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Met de optische schijfeenheid kunt u cd's, dvd's of bd's afspelen, kopiëren en samenstellen, afhankelijk van het type optische schijfeenheid van de computer en de software die op uw computer is geïnstalleerd. Geïnstalleerde optischeschijfeenheid herkennen Selecteer Start > Computer. ▲...
software en back-ups van gegevens. Dvd's en bd's hebben hetzelfde formaat als cd's maar hebben een veel grotere opslagcapaciteit. OPMERKING: Mogelijk ondersteunt de optischeschijfeenheid in uw computer niet alle typen optische schijven die in dit gedeelte worden beschreven. Cd-r-schijven Gebruik cd-r-schijven (één keer schrijven) om permanente archieven aan te leggen en bestanden uit te wisselen.
LightScribe dvd+r-schijven Met LightScribe dvd+r-schijven kunt u gegevens, video's en foto's delen met anderen en opslaan. Deze schijven kunnen worden gelezen door de meeste dvd-rom-stations en dvd-spelers. Met een schijfeenheid die LightScribe ondersteunt en LightScribe-software, kunt u gegevens naar de schijf schrijven en vervolgens een zelf ontworpen label aanbrengen op de buitenkant van de schijf.
Druk de schijf voorzichtig op de as van de lade totdat de schijf vastklikt (3). Sluit de lade. Als u Automatisch afspelen nog niet heeft geconfigureerd, wordt het dialoogvenster Automatisch afspelen geopend. In dit venster kunt u selecteren hoe u de inhoud van het medium wilt gebruiken. OPMERKING: Bij het afspelen van een bd bereikt u het beste resultaat als de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron.
VOORZICHTIG: U kunt de regio-instelling van de dvd-drive slechts vijf keer wijzigen. De vijfde regio-instelling die u selecteert, wordt de permanente regio-instelling van de dvd-drive. Op het tabblad DVD-regio kunt u zien hoe vaak u de regio-instelling nog kunt wijzigen. Ga als volgt te werk om de instelling te wijzigen met het besturingssysteem: Selecteer Start >...
Als de optische schijfeenheid van het type cd-rw, dvd-rw of dvd±-rw is, kunt u met behulp van software zoals Windows Media Player gegevens- en audiobestanden branden, waaronder MP3- en WAV- muziekbestanden. Neem de volgende richtlijnen in acht bij het branden van een cd, dvd of bd: ●...
Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen.
Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen.
● Zoeken naar gewijzigde apparaten. Windows scant het systeem op geïnstalleerde hardware en installeert vereiste standaardstuurprogramma's. ● Klik op Eigenschappen om te controleren of het apparaat correct werkt. ◦ Klik op Problemen oplossen om problemen te herstellen. ◦ Klik op het tabblad Stuurprogramma om de stuurprogramma's voor dit apparaat bij te werken, uit te schakelen of te verwijderen.
Schakel externe apparaten zoals printers en scanners uit. Door deze apparaten los te koppelen, maakt u systeembronnen vrij, waardoor de afspeelprestaties zullen verbeteren. Wijzig de kleureigenschappen van het bureaublad. Omdat het menselijk oog nauwelijks verschil waarneemt tussen 16-bits kleuren en kleuren boven 16-bits, ziet u als het goed is geen verschil bij het bekijken van een film als u de kleureigenschappen van het systeem terugbrengt tot 16-bits kleuren.
Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is ● Controleer of alle programma's zijn afgesloten. ● Schakel de slaapstand en de hibernationstand uit. ● Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleidingen voor meer informatie over schijftypen.
U gebruikt HP Update als volgt: Selecteer Start > Alle programma's > HP > HP Update. Klik op het HP welkomstscherm op Settings (Instellingen) en selecteer een tijdstip waarop het hulpprogramma moet controleren op software-updates op internet. Klik op Next (Volgende) om onmiddellijk te controleren op HP software-updates.
● Snapshots: hiermee kunt u foto's maken. ● HP Business Card Reader (alleen bepaalde modellen) - hiermee kunt u visitekaartjes opnemen in een bruikbare database met contactgegevens. Tips voor de webcam Neem voor de beste resultaten de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van de webcam: ●...
Webcameigenschappen aanpassen U kunt eigenschappen van de webcam aanpassen in het dialoogvenster Eigenschappen, dat kan worden geopend vanuit verschillende programma's die met de geïntegreerde webcam kunnen werken. Meestal kunt u dit dialoogvenster openen vanuit een configuratie-, instellingen- of eigenschappenmenu. ● Brightness (Helderheid): regelt de hoeveelheid licht in het beeld.
Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken. OPMERKING: Als HP 3D DriveGuard een schijf heeft geparkeerd, zal de computer de slaapstand of de hibernationstand niet activeren en wordt het beeldscherm uitgeschakeld. Slaapstand activeren of beëindigen...
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u was gestopt met werken en de slaapstand werd geactiveerd. OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Energiebeheerschema's gebruiken Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema’s gebruiken om energie te besparen of de prestaties van de computer te maximaliseren. U kunt de instellingen van energiebeheerschema’s aanpassen of uw eigen energiebeheerschema maken.
Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
Ga als volgt te werk om Informatie over de accu te openen: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Informatiecentrum. Schuif naar de informatie over ▲ de accu zodra HP Support Assistant opent. Accucontrole gebruiken Accucontrole biedt informatie over de status van de in de computer geïnstalleerde accu.
Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG: Als u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. U plaatst de accu als volgt: Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe.
Verwijder de accu (2). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Het acculampje geeft als volgt de status van de acculading aan: ● Aan: de accu wordt opgeladen. ● Knipperend: de accu heeft een lage of kritiek lage acculading bereikt en wordt niet opgeladen. ● Uit: de accu is volledig opgeladen, is in gebruik, of is niet geïnstalleerd. Accuwerktijd maximaliseren De accuwerktijd varieert, afhankelijk van de functies u gebruikt terwijl de computer op de accu werkt.
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is Sluit een van de volgende apparaten aan: ▲...
U laadt als volgt de accu volledig op: Plaats de accu in de computer. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van de computer gaat branden. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen.
Stap 3: ontlaad de accu Tijdens het ontladen van de accu moet de computer ingeschakeld blijven. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Stap 4: laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: Zorg dat de computer op een externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
"zwak" is geworden. U krijgt een melding waarin u wordt verwezen naar de website van HP. Daar vindt u informatie over hoe u een vervangende accu kunt bestellen. Als de accu onder de garantievoorwaarden van HP valt, krijgt u ook informatie over een garantiecode.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een of meer van de volgende symptomen vertoont: ● De computer start niet als deze is aangesloten op de netvoedingsadapter. ● Het beeldscherm gaat niet aan terwijl de computer is aangesloten op de netvoedingsadapter en externe voeding.
Pagina 101
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hierboven genoemde afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld: ● Druk op ctrl+alt+delete en klik vervolgens op het pictogram van de Aan/uit-knop. ●...
Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen Selecteer Start > Computer om een overzicht weer te geven van de schijfeenheden die in de computer zijn geïnstalleerd. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows-instellingen.
Pagina 103
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is of koppel de externe vaste schijf los voordat u een computer verplaatst die op een externe vaste schijf is aangesloten.
U kunt instellen dat de schijfdefragmentatie ‘s nachts wordt uitgevoerd, of op een ander tijdstip waarop u de computer niet hoeft te gebruiken. HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten.
Accuwaarschuwingen die zijn ingesteld op het tabblad Alarms (Waarschuwingen) van Eigenschappen voor Energiebeheer worden niet geactiveerd. HP adviseert om de computer af te sluiten of om de slaapstand of hibernationstand te activeren voordat u de computer verplaatst. HP 3D DriveGuard gebruiken...
Achterhalen of een schijfeenheid in het systeem wordt ondersteund. Ga als volgt te werk om de software te openen en de instellingen te wijzigen: Klik in het Mobiliteitscentrum op het pictogram van de vasteschijfeenheid om het venster van HP 3D DriveGuard te openen.
Externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden u meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie. U kunt een USB-apparaat toevoegen door het apparaat aan te sluiten op een USB-poort op de computer of op een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen). Verwisselbare USB-schijfeenheden zijn er van de volgende typen: ●...
Vaste schijf vervangen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat het systeem vastloopt en gegevens verloren gaan: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Pagina 109
Verwijder de schroeven uit de accuruimte. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen...
Pagina 110
Verwijder de 2 afdekplaatjes (1) en schroeven (2) uit de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt verwijderen. Leg de computer met de beeldschermkant naar boven en open vervolgens de computer zo ver mogelijk.
Pagina 111
Verwijder de schroeven uit het toetsenbord. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen...
Pagina 112
Schuif de achterkant van het toetsenbord naar het beeldscherm toe (1) en draai het voorwaarts (2) om bij de toetsenbordkabelconnector te kunnen komen. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. VOORZICHTIG: U mag de toetsenbordkabel niet beschadigen. –...
Pagina 113
Maak de ZIF-connector (1) los waaraan de toetsenbordkabel is bevestigd, maak vervolgens de toetsenbordkabel (2) los van de systeemkaart door de kabel omhoog te trekken en verwijder het toetsenbord van de computer (3). OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen 101...
Pagina 114
Verwijder de schroeven uit de polssteun. Schuif de polssteun naar rechts tot deze loskomt van de behuizing van de basis (1) en leg de polssteun vervolgens op de computer (2). Verwijder de 2 schroeven van de vaste schijf (1), en draai vervolgens de schroef (2) los waarmee de vaste schijf bevestigd zit.
Pagina 115
Til de vaste schijf (4) uit de vasteschijfruimte. U installeert als volgt een vaste schijf: Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1). Gebruik het Mylar-lipje (2) op de vaste schijf om de vaste schijf naar links te schuiven en aan te sluiten op de systeemkaart.
Pagina 116
Draai de polssteun om (1), waarbij u deze in het vak van de polssteun legt, en schijf vervolgens de polssteun naar links om deze opnieuw vast te maken aan de behuizing van de basis (2). Breng de schroeven weer in de polssteun aan. Leg het toetsenbord ondersteboven op de polssteun van de computer (1).
Pagina 117
Plaats de toetsenbordkabel (2) in de ZIF-connector (3) op de systeemkaart, en maak vervolgens de connector vast. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen 105...
Pagina 118
Draai het toetsenbord om (1), plaats het in de toetsenbordruimte en schuif het naar binnen (2) tot het goed op zijn plaats zit. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. 106 Hoofdstuk 6 Schijfeenheden...
Pagina 119
Breng de schroeven weer aan in het toetsenbord. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Vaste schijf vervangen 107...
Pagina 120
Plaats het afdekplaatje bovenop het vak van het afdekplaatje (1) en schuif het vervolgens op zijn plaats (2). Sluit het computerscherm. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Plaats de 2 schroeven (1) en hun afdekplaatjes (2) terug op de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt terugplaatsen.
Pagina 121
Breng de schroeven in de accuruimte weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Plaats de accu terug. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Vaste schijf vervangen 109...
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
USB-apparaat stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet het USB-apparaat stop voordat u het verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een USB-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de USB-connector te voorkomen. Ga als volgt te werk om een USB-apparaat stop te zetten en te verwijderen: Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
eSATA-apparaat gebruiken Op een eSATA-poort kan een optionele, hoogwaardige eSATA-component worden aangesloten, bijvoorbeeld een externe vaste eSATA-schijf. Voor bepaalde eSATA-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd. Raadpleeg de instructies van de softwarefabrikant voor meer informatie over apparaatspecifieke software.
Pagina 125
Klik op Stoppen en vervolgens op OK. Verwijder het apparaat. eSATA-apparaat gebruiken 113...
Externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden u meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie. U kunt een USB-schijfeenheid toevoegen door de schijfeenheid aan te sluiten op een USB-poort op de computer. Er zijn een aantal typen USB-schijfeenheden: ●...
Externemediakaarten Mediakaartlezer-kaarten gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: ●...
Plaats de kaart in de mediakaartlezer en druk de kaart aan totdat deze goed op zijn plaats zit. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft de computer dit aan met een geluidssignaal. Mogelijk wordt een menu met beschikbare opties weergegeven. Digitale kaart stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet de digitale kaart stop voordat u de kaart verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt.
ExpressCards gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een ExpressCard is een hoogwaardige PC Card die in het ExpressCard-slot wordt geplaatst. Net als bij standaard PC Cards voldoet de functionaliteit van ExpressCards aan de specificaties van de Personal Computer Memory Card International Association (PCMCIA). ExpressCard configureren Installeer alleen de software die voor uw apparaat is vereist.
Plaats de kaart voorzichtig in het ExpressCard-slot en druk de kaart aan tot deze stevig op zijn plaats zit. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft de computer dit aan met een geluidssignaal. Mogelijk wordt een menu met beschikbare opties weergegeven. OPMERKING: De eerste keer dat u een ExpressCard plaatst, verschijnt er een bericht in het systeemvak dat het apparaat door de computer wordt herkend.
Pagina 131
ExpressCards gebruiken (alleen bepaalde modellen) 119...
Geheugenmodules De computer heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich onder het toetsenbord bevindt. De geheugencapaciteit van de computer kan worden vergroot door een geheugenmodule te plaatsen in het uitbreidingsslot, of door de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule te upgraden. Alle geheugenmodules die in de computer worden geïnstalleerd moeten van hetzelfde type zijn.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen Ga als volgt te werk om een geheugenmodule toe te voegen of te vervangen: Sla uw werk op. Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door kort op de aan/uit-knop te drukken.
Pagina 134
Verwijder de schroeven uit de accuruimte. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. 122 Hoofdstuk 9 Geheugenmodules...
Pagina 135
Verwijder de 2 afdekplaatjes (1) en schroeven (2) uit de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt verwijderen. Leg de computer met de beeldschermkant naar boven en open vervolgens de computer zo ver mogelijk.
Pagina 136
Verwijder de schroeven uit het toetsenbord. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. 124 Hoofdstuk 9 Geheugenmodules...
Pagina 137
Schuif de achterkant van het toetsenbord naar het beeldscherm toe (1) en draai het voorwaarts (2) om bij de toetsenbordkabelconnector te kunnen komen. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. VOORZICHTIG: U mag de toetsenbordkabel niet beschadigen. –...
Pagina 138
Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 139
Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u drukt op de linker- en rechterrand van de module, totdat de borgklemmetjes vastklikken. Geheugenmodules toevoegen of vervangen 127...
Pagina 140
Draai het toetsenbord om (1), plaats het in de toetsenbordruimte en schuif het naar binnen (2) tot het goed op zijn plaats zit. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. 128 Hoofdstuk 9 Geheugenmodules...
Pagina 141
Breng de schroeven weer aan in het toetsenbord. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Geheugenmodules toevoegen of vervangen 129...
Pagina 142
Plaats het afdekplaatje bovenop het vak van het afdekplaatje (1) en schuif het vervolgens op zijn plaats (2). Sluit het computerscherm. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Plaats de 2 schroeven (1) en hun afdekplaatjes (2) terug op de achterkant van de computer. OPMERKING: Op sommige modellen zitten geen afdekplaatjes of schroeven die u kunt terugplaatsen.
Pagina 143
Breng de schroeven in de accuruimte weer aan. OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Plaats de accu terug. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Geheugenmodules toevoegen of vervangen 131...
CompuTrace deze opsporen wanneer de onbevoegde gebruiker internet op gaat. U kunt CompuTrace gebruiken door de software aan te schaffen en een abonnement op de service te nemen. Informatie over het bestellen van de CompuTrace-software vindt u op de website van HP op http://www.hpshopping.com.
Wachtwoorden voor Windows kunnen uitsluitend worden ingesteld in het besturingssysteem Windows. ● Als u het in Computer Setup ingestelde BIOS-beheerderswachtwoord vergeet, kunt u HP SpareKey gebruiken om toegang te krijgen tot het programma. ● Als u zowel het gebruikerswachtwoord als het hoofdwachtwoord voor DriveLock vergeet, is de vaste schijf die met die wachtwoorden is beveiligd permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
Windows-wachtwoorden Functie Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. *Selecteer voor informatie over het instellen van een beheerders- of gebruikerswachtwoord voor Windows Start > Help en ondersteuning. Wachtwoorden instellen in Computer Setup (Computerinstellingen) BIOS-beheerderswachtwoorden Functie BIOS-beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot Computer Setup. DriveLock-hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock.
BIOS-beheerderswachtwoord beheren Het BIOS-beheerderswachtwoord wordt ingesteld, gewijzigd en verwijderd in Computer Setup. Ga als volgt te werk om dit wachtwoord in te stellen of te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
BIOS-beheerderswachtwoord invoeren Naast de prompt BIOS-beheerderswachtwoord typt u uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen), en druk daarna op enter. Na drie mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het gebruikerswachtwoord of het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld). Druk daarna op enter.
DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
DriveLock-beveiliging verwijderen Ga als volgt te werk om de DriveLock-beveiliging te verwijderen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup (Computerinstellingen) wilt afsluiten, klikt u op het pictogram Save (Opslaan) linksonder in het scherm en volgt u de instructies op het scherm. –...
Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken Systeemapparaten beveiligen U kunt systeemapparaten in- of uitschakelen vanuit de volgende menu’s in Computer Setup: ● Boot Options (Opstartopties) ● Device Configurations (Apparaatconfiguraties) ● Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde apparaten) ● Port Options (Poortopties) U kunt als volgt systeemapparaten uit- en weer inschakelen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the...
Systeeminformatie weergeven in Computer Setup (Computerinstellingen) De functie System Information (Systeeminformatie) in Computer Setup (Computerinstellingen) biedt twee soorten systeeminformatie: ● Identificatiegegevens over het computermodel en de accu's ● Specificaties van de processor, cache, het geheugen, het ROM, de revisie van de videokaart en de revisie van de toetsenbordcontroller Ga als volgt te werk om deze algemene systeeminformatie in Computer Setup weer te geven: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op...
Als de antivirussoftware vooraf is geïnstalleerd, selecteert u Start > Alle programma’s > McAfee > Managed Services (Beheerde services) > Total Protection. Als de software vooraf is geladen, selecteert u Start > Alle programma’s > HP Software Setup en volgt u de instructies op het scherm om de McAfee Total Protection-software te laden.
Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt om toegang te krijgen tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen onbevoegden mogelijk toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en gegevens over u. Bescherm uw privacy met de firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. De antivirussoftware McAfee Total Protection is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Essentiële updates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingen over essentiële updates. Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt, om de computer te beschermen tegen beveiligingsschendingen en computervirussen. nadat Wellicht zijn er, de computer is geleverd, updates voor het besturingssysteem en andere software beschikbaar gesteld.
HP ProtectTools Security Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) De HP ProtectTools Security Manager software is vooraf geïnstalleerd op bepaalde computermodellen. U heeft toegang tot deze software via het Configuratiescherm van Windows. De software is voorzien van beveiligingsfuncties die u beschermen tegen onbevoegde toegang tot de computer, het netwerk en kritieke gegevens.
Beveiligingskabel aanbrengen OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. Steek de sleutel (1) in het kabelslot (2). Steek het kabelslot in het slot voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.
11 Software-updates Software-update uitvoeren Updates van de software die bij uw computer is geleverd zijn beschikbaar via het hulpprogramma HP Software Update of op de website van HP. Het hulpprogramma Software Update zoekt automatisch naar software-updates van HP. Het hulpprogramma wordt om de 30 dagen uitgevoerd en biedt een lijst met ondersteuningsmeldingen, zoals verbeteringen van de beveiliging en optionele updates van software en stuurprogramma's.
Pagina 162
Ga als volgt te werk om de software bij te werken met behulp van de website van HP: Ga na wat het model, de productcategorie en de serie of het type van uw computer is. Bereid een update van het systeem-BIOS voor door na te gaan welke BIOS-versie nu op de computer is geïnstalleerd.
BIOS bijwerken Als u het BIOS wilt bijwerken, bepaalt u eerst welke BIOS-versie u momenteel heeft. Download en installeer vervolgens het nieuwe BIOS. BIOS-versie bepalen ROM-datum systeem-BIOS Informatie over de BIOS-versie (ook wel genoemd) kunt u weergeven door te drukken op fn+esc (als Microsoft Windows al is gestart) of door gebruik te maken van Computer Setup (Computerinstellingen).
OPMERKING: BIOS-updates worden beschikbaar gemaakt wanneer dat nodig is. Mogelijk is er geen recentere BIOS-update voor uw computer beschikbaar. U wordt geadviseerd regelmatig op de website van HP te controleren of er BIOS-updates zijn. Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio.
Pagina 165
bestandsnaam Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld .exe). De installatie van het BIOS begint. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. OPMERKING: Nadat op het scherm wordt aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen.
Applicaties en stuurprogramma's bijwerken Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma’s, typ het nummer van uw computermodel in het productvak en druk vervolgens op enter.
SoftPaqs beschikbaar zijn om te downloaden. SoftPaq Download Manager controleert de FTP-site van HP op updates van de database en de software. Als er updates worden gevonden, worden ze gedownload en automatisch toegepast.
Zoek deze onderwerpen in Help en ondersteuning voor meer gedetailleerde instructies. OPMERKING: In het geval van een onstabiel systeem raadt HP aan om de herstelprocedures af te drukken en deze te bewaren voor toekomstig gebruik. 156 Hoofdstuk 12 Back-up en herstel...
Back-up maken van gegevens Als het systeem niet meer werkt, kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste backup. Maak daarom de eerste backup onmiddellijk nadat u de software heeft geïnstalleerd. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek backups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele backup achter de hand te hebben.
Pagina 170
OPMERKING: Het backupproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van de computer. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-upcentrum. Volg de instructies op het scherm om een backup te maken van de volledige computer (alleen bepaalde modellen) of van uw bestanden.
Maak indien mogelijk een backup van al uw persoonlijke bestanden. Controleer indien mogelijk of de Windows-partitie en de HP herstelpartitie aanwezig zijn. Om de partities op te zoeken, selecteert u Start > Computer. OPMERKING:...
U herstelt als volgt de oorspronkelijke image van de vaste schijf met f11: Maak indien mogelijk een backup van al uw persoonlijke bestanden. Controleer indien mogelijk of de HP herstelpartitie aanwezig is. Om de partitie op te zoeken, selecteert u Start > Computer.
Pagina 173
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord wanneer hierom wordt gevraagd. Volg de instructies op het scherm. Klik op Volgende. Selecteer Uw computer herstellen. Volg de instructies op het scherm. Herstelactie uitvoeren 161...
13 Computer Setup Computer Setup starten Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle in deze handleiding genoemde menuopties voor Computer Setup door uw computer ondersteund.
OPMERKING: U kunt navigeren door Computer Setup en selecties maken met behulp van een aanwijsapparaat (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het toetsenbord. Druk op om BIOS Setup te openen. Selecteer het menu Bestand, Beveiliging, of Systeemconfiguratie Ga als volgt te werk om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ●...
Menu’s van Computer Setup De menutabellen in dit onderdeel geven een overzicht van de opties in Computer Setup. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle menuopties voor Computer Setup die in dit hoofdstuk worden genoemd door uw computer ondersteund. Menu File (Bestand) Optie Actie System Information (Systeeminformatie)
HP SpareKey Hiermee kunt u HP SpareKey inschakelen of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Always Prompt for HP SpareKey Enrollment (Altijd vragen om Hiermee kunt u de inschrijving bij HP SpareKey inschakelen inschrijving bij HP SpareKey) of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Fingerprint Reset on Reboot (If Present) (Vingerafdruk resetten...
Optie Actie Automatic DriveLock (Automatische DriveLock) Hiermee kunt u Automatische DriveLock-ondersteuning in- of uitschakelen (standaard uitgeschakeld). Disk Sanitizer Hiermee kunt u Disk Sanitizer uitvoeren om alle bestaande gegevens op de primaire vaste schijf of het station in de upgraderuimte te vernietigen. VOORZICHTIG: Wanneer u Disk Sanitizer uitvoert, worden de gegevens op het geselecteerde station permanent...
Pagina 179
Optie Actie Als ondersteuning van oudere USB-systemen is ingeschakeld, kunt u het volgende doen: ◦ USB-muis of –toetsenbord gebruiken in Computer Setup (Computerinstellingen), ook als een Windows®-besturingssysteem niet actief is. ◦ Opstarten vanaf USB-apparaten met voorzieningen om als opstarteenheid te fungeren, waaronder een vaste schijf, diskettestation of optische schijfeenheid, die via een USB-poort zijn aangesloten op de computer.
Pagina 180
● Hiermee kunt u het snel opladen van de tweede accu in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u HP QuickLook in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u de verificatie voorafgaand aan opstarten met HP QuickLook in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld).
Pagina 181
Optie Actie Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde ● Hiermee kunt u de knop voor draadloze communicatie in- apparaten) of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u geïntegreerd WWAN-apparaat in- of uitschakelen (alleen bepaalde modellen, standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u geïntegreerd WLAN-apparaat in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld).
Pagina 182
Optie Actie Poortopties OPMERKING: Alle poortopties zijn standaard ingeschakeld. ● Hiermee kunt u de seriële poort in- of uitschakelen (alleen bepaalde modellen). ● Hiermee kunt u de parallelle poort in- of uitschakelen (alleen bepaalde modellen). ● Hiermee kunt u de Flash-medialezer in- of uitschakelen. ●...
14 MultiBoot Opstartvolgorde van apparaten Als de computer wordt opgestart, probeert het systeem op te starten vanaf ingeschakelde opstartapparaten. Het hulpprogramma MultiBoot, dat standaard is ingeschakeld, bepaalt de volgorde waarin het systeem een opstartapparaat selecteert. Bij opstartapparaten kan het gaan om optischeschijfeenheden, diskettedrives, een netwerkkaart (NIC), vaste schijven of USB-apparaten.
Pagina 184
naar een opstartapparaat in station C. Mogelijke opstartapparaten in station A zijn onder andere optische-schijfstations en diskettestations. Mogelijke opstartapparaten in station C zijn optische- schijfstations en vaste schijven. Er is geen stationsaanduiding toegekend aan de netwerkkaart. OPMERKING: Een optische-schijfstation (zoals een cd-romspeler) kan zowel als station A als station C worden opgestart, afhankelijk van de indeling van de opstart-cd-rom.
Opstartapparaten inschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen) De computer start alleen op vanaf een USB-apparaat of netwerkkaart als dat betreffende apparaat eerst is ingeschakeld in Computerinstellingen. Ga als volgt te werk om Computer Setup (Computerinstellingen) te starten en een USB-apparaat of netwerkkaart te gebruiken als opstartapparaat: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer ‘Press the ESC key for...
Wijzigingen in de opstartvolgorde overwegen Houd bij het wijzigen van de opstartvolgorde rekening met het volgende: ● Als de computer opnieuw wordt opgestart nadat de opstartvolgorde is gewijzigd, probeert de computer met de nieuwe opstartvolgorde op te starten. ● In het geval dat er meer dan één soort opstartapparaat is, probeert de computer om op te starten via het eerste van ieder type opstartapparaat (met uitzondering van optische apparaten).
MultiBoot-voorkeursinstellingen kiezen U kunt MultiBoot op de volgende manieren gebruiken: ● Om een nieuwe opstartvolgorde die door de computer wordt gebruikt telkens wanneer deze wordt ingestart in te stellen door de opstartvolgorde in Computerinstellingen te wijzigen. ● Op dynamische wijzen het opstartapparaat kiezen door op te drukken wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
De wijzigingen worden onmiddellijk geactiveerd. MultiBoot Express instellen Ga als volg te werk om Computer Setup (Computerinstellingen) te starten en het menu voor de MultiBoot-opstartlocatie weer te geven telkens wanneer de computer wordt ingeschakeld of opnieuw wordt opgestart: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
15 Beheer en afdrukken Client Management Solutions gebruiken Client Management Solutions software biedt op standaarden gebaseerde oplossingen voor het beheren van clientcomputers (gebruikerscomputers), variërend van desktopcomputers en werkstations tot notebookcomputers en tablet-pc’s, in een netwerkomgeving. Clientbeheer omvat de volgende basismogelijkheden en voorzieningen: ●...
HP Client Manager voor Altiris (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: Als u de HP Client Manager voor Altiris wilt downloaden of als u meer informatie wilt over HP Client Manager voor Altiris, raadpleegt u de website van HP op http://www.hp.com. ●...
Pagina 191
HP Client Manager voor Altiris kan worden gedownload van de website van HP. Als de software van Altiris Solutions wordt gebruikt in combinatie met HP System Software Manager of HP Client Manager voor Altiris, kunnen beheerders tevens het systeem-BIOS en de apparaatstuurprogramma's bijwerken vanaf een centrale console.
HP Client Configuration Manager (CCM) (alleen bepaalde modellen) HP CCM automatiseert het beheer van software zoals besturingssystemen, programma’s, software- updates en de content- en configuratie-instellingen om ervoor te zorgen dat de configuratie van alle computers gehandhaafd blijft. Met deze geautomatiseerde beheeroplossingen kunt u software beheren over de gehele levensduur van de computer.
HP voor het downloaden van stuurprogramma's en op de cd (Ondersteunende software) aangegeven met een speciaal pictogram. Als u het hulpprogramma SSM wilt downloaden of als u meer informatie wilt over SSM, raadpleegt u de website van HP op http://www.hp.com/go/ssm (alleen Engels).
Pagina 198
44 touchpad-bewegingen 41 standaard e-mailapplicatie Regiocode, dvd 63 Security (Beveiliging), menu openen 45 Reizen met de computer Always Prompt for HP SpareKey systeeminformatie label met goedkeuringen voor Enrollment (Altijd vragen om weergeven 44 modem 15 inschrijving bij webbrowser openen 45...
Pagina 199
6, 7 vaste schijf Windows-applicaties 6, 7 Windows Vista, dvd met externe 95, 114 Windows-logo 6, 7 besturingssysteem 160 HP 3D DriveGuard 93 toetsenblok, extern Wireless Assistant-software 17, Vaste schijf gebruiken 49 installeren 103 num lock 49 WLAN-antennes, herkennen 13 vervangen 96 toetsenblok, geïntegreerd...
Pagina 200
WWAN-antennes, herkennen 13 WWAN-apparaat 16, 24 188 Index...